Latijns Amerika is een vleesregio bij uitstek. Of toch niet?
Wie in Latijns Amerika geweest is, weet het: eten is hét favoriete gespreksonderwerp. Twee redacteuren halen herinneren op en snijden een pittig onderwerp aan: vlees.
Mark: Sancocho, rijst met salchicha y longaniza, lekkerrrrr. Chili con carne, bandeja paisa, arroz con pollo. Heerlijk! Op reis in Latijns Amerika is het leuk om te eten wat de pot schaft. Veel aardappels, rijst, meestal een karig beetje sla en een flink portie vlees. Vegetariërs komen er bekaaid af. Toch? Of is het een achterhaald cliché?
Estefanía: Ja, dat is absoluut een cliché. Chili SIN carne kan ook prima. Als ik ergens op de wereld lekker vegetarisch of zelfs volledig plantaardig heb gegeten, dan is het wel in Latijns Amerika. Ik kan nog smullen van de herinnering aan heerlijke gerechten met bruine bonen, verse avocado’s, rijst en groente, en allerlei sapjes van exotisch fruit. En afhankelijk van het land kan je tortillas, arepas, gebakken bananen of vegetarische empanadas krijgen. Altijd feest! Voor mij was Mexico het culinaire hoogtepunt, met een grote diversiteit aan vegetarische opties.
Mark: Klopt, daar houd ik ook van. Maar ik probeer en proef graag de lokale cultuur en keuken en dan heb je het al snel over vlees. Overigens ben ik een bescheiden carnivoor, hoor. Ooit in Bolivia op een eilandje in het Titicacameer maakte ik de fout te zeggen dat ik alles at. Precies op dat moment gooide de gastvrouw vissenkoppen in de hete olie. Toen was ik toch opeens de boer niet die vrat wat ‘ie niet kende.
Estefanía: Wat mij vooral opvalt in grote steden zoals Mexico-Stad, Caracas, Quito, Bogotá, Lima en Guatemala-Stad is dat er overal vegetarische restaurants te vinden zijn met allerlei heerlijkheden. Het is er altijd druk, soms zo druk dat je je tafel moet delen met vreemden. Heel gezellig. En ook in kleinere steden vind ik meestal goede vegetarische restaurants. Wat heb jij als vleeseter allemaal geproefd in Latijns Amerika?
Mark: Zelf herinner ik me de talloze chifa’s (Chinese restaurants) in Peru. Pollo broaster in Colombia. En zoals dat gaat, pizzeria’s (met salchicha) in toeristische plaatsen. En je hebt natuurlijk ‘vlees voor gevorderden’: cuy (cavia), kippenklauwen, kippennekken en orgaanvlees. Niet mijn persoonlijke favoriet, maar een lekker kippetje van de barbecue of een hamburguesa sla ik niet af. In Latijns Amerika weten ze wel raad met vlees boven een vuurtje: asado, parilla, churrasco, barbacoa, hoeveel woorden kun je hebben voor bbq?
Estefanía: Zelfs in dorpen op het plattenland heb ik nooit moeite gehad om vegetarisch te eten: als je erom vraagt wordt er met veel liefde iets heerlijks voor je bereid. Ik vraag me alleen af hoe het in landen als Argentinië is om vegetariër te zijn, een land dat bekend staat als een vleesland.
Mark: Argentinië behoort tot de vier landen waar het meeste vlees wordt gegeten: meer dan honderd kilo per persoon per jaar (nummer 1, 2 en 3 zijn de Verenigde Staten, Australië en Nieuw-Zeeland). Brazilië is ook hard op weg om boven die grens uit te komen. Ooit zocht ik een vriendin op in Buenos Aires. Haar vader had een vleesrestaurant, zo’n etablissement waar trotse koks aan je tafel een stuk vlees van de spies snijden, goed glas wijn erbij! Als eregast moest ik alles proeven, ik heb nog nooit zoveel vlees gegeten op een avond. De Argentijnse parilla is met recht een ervaring. Dat is toch andere koek dan een tofu- en sojasalade. En dat kost ook bomen.
Estefanía: Ja, geef de vegetariërs maar weer de schuld. De Amazone wordt in rap tempo ontbost voor veeteelt; de aanleg van sojavelden is voor veevoer. Die sojateelt wordt gelinkt aan overmatig gebruik van bestrijdingsmiddelen, genetische modificatie en onrechtmatige landonteigening. Nederland is in Europa de grootste afnemer van Braziliaanse soja. Helaas krijgen vegetariërs en vegans het verwijt om hun oren dat het Amazoneregenwoud verdwijnt voor hun sojabehoefte, terwijl meer dan negentig procent van de Amazonesoja gebruikt wordt voor veevoer!
Mark: Tja, daar heb je een punt.
Estefanía: Latijns Amerika is een regio van tegenstrijdigheden: plattenlandsgebieden consumeren kleinschaliger, soms houdt en slacht men zelfs hun eigen dieren. Men neigt meer naar een flexitarisch dieet. In de Amazone heb ik gesproken met jagers en vissers uit inheemse gemeenschappen: zij doden niet meer dieren dan nodig. In deze gebieden is er meer balans tussen de dierconsumptie van de mens en wat je uit pachamama (moeder aarde) mag halen. Daar kunnen we allemaal – vleeseters én vegetariërs/veganisten – van leren.
Lees ook onze recensies van twee boeken over vlees: het dystopische en indringende Schitterend lichaam en het literaire maar niet vrijblijvende De ziel in het bloed.