Herdenking van 50 jaar staatsgreep in Chili
Vijftig jaar na de staatsgreep in Chili van 11 september 1973 blijkt het tekenen van een gezamenlijke verklaring van links en rechts over democratie en mensenrechten onmogelijk. De herdenking legt bestaande tegenstellingen in de samenleving bloot. Dat is geen argument om dan maar niet te herdenken, maar wel om – met erkenning van verschillen – te werken aan versterking van democratie en mensenrechten, zeker in een tijd met een grote extreemrechtse partij.
“De democratie koesteren en verdedigen, de grondwet, de wetten en de rechtsstaat respecteren. Wij willen deze beschaafde principes behouden en beschermen tegen autoritaire bedreigingen, onverdraagzaamheid en minachting van de mening van anderen.” We beloven “geweld te veroordelen en dialoog en vreedzame oplossingen te bevorderen.” Deze verklaring is getekend door de linkse president Gabriel Boric en al zijn nog levende voorgangers sinds het herstel van de democratie in 1990: Eduardo Frei Ruiz-Tagle (1994-2000), Ricardo Lagos (2000-2006), Michelle Bachelet (2006-2010 en 2014-2018) en Sebastián Piñera (2010-2014 en 2018-2022). Allemaal centrumlinks behalve de rechtse Piñera.
Opvallend is dat Piñera meedoet, want zijn partij RN (Nationale Vernieuwing) en andere rechtse en extreemrechtse partijen hebben geweigerd zo’n verklaring te tekenen. Ze hebben ook de uitnodiging afgeslagen voor de officiële herdenking van de staatsgreep op maandag 11 september. Vijftig jaar geleden, op 11 september 1973, maakten de militairen, daartoe opgeroepen door de centrumrechtse oppositie, een eind aan de Chileense democratisch weg naar het socialisme van president Salvador Allende. Daarmee begon de repressieve militaire dictatuur van generaal Augusto Pinochet (1973-1990), die met geweld een extreem neoliberaal beleid oplegde, dat leidde tot extreme ongelijkheid.
(On)schuldig en (on)vermijdbaar
Na vijftig jaar zijn de economische, sociale, politieke, culturele en psychologische gevolgen van die dictatuur nog steeds merkbaar. Veel ernstige schendingen van de mensenrechten zijn nog niet berecht, wonden zijn nog niet geheeld en oude tegenstellingen nog niet overbrugd. Terwijl commandanten van landmacht, marine en luchtmacht excuses hebben aangeboden voor de grove mensenrechtenschendingen tijdens de dictatuur, laten die van de politie – na de landmacht de meest repressieve organisatie – nog op zich wachten. Linkse partijen hebben veel zelfkritiek geuit over hun rol bij het instorten van de Chileense democratie, maar bij rechtse partijen is daarvan weinig gebleken. Ze willen wel toegeven dat de repressie soms tot excessen leidde, maar blijven volhouden dat de staatsgreep onvermijdelijk en noodzakelijk was om de het land te redden. Daarom willen ze niets ondertekenen wat zou kunnen suggereren dat zij (mede)schuldig zijn aan het einde van de democratie in 1973.
In de aanloop naar 11 september leidt dit tot talloze incidenten, ergernissen en beschuldigingen over en weer. In het parlement lazen rechtse leden op 22 augustus de verklaring voor waarmee de centrumrechtse meerderheid in het parlement vijftig jaar eerder, op 22 augustus 1973, de Unidad Popular-regering van Allende ‘ongrondwettig’ had verklaard. Dat gaf de militairen een legitimatie om drie weken later de staatsgreep te plegen. Het opnieuw voorlezen van deze verklaring leidde tot woedende reacties van linkse parlementariërs. Steeds weer gaat het erom of de staatsgreep onvermijdelijk was of niet en wie schuldig is aan het einde van de Chileense democratie in 1973.
Goed of slecht
Carlos Cuadrado Prats, burgemeester van (deel)gemeente Huechuraba in Santiago namens een centrumlinkse partij, vindt het schandalig dat rechts Chili z’n fouten tijdens en na de regering-Allende niet erkent. Hij is de kleinzoon van generaal Carlos Prats, die legercommandant die in 1973 trouw bleef aan het wettige gezag van president Allende. Pinochet liet Prats en zijn vrouw in september 1974 in ballingschap in Buenos Aires vermoorden. Hij deed dat om te vooromen dat Prats verzet binnen het strijdkrachten zou organiseren en om aan de militairen te laten zien dat hij, Pinochet, oppermachtig was.
Het is begrijpelijk dat 70 procent van de bevolking meent dat de herdenking van de staatsgreep de Chilenen verdeelt, zoals blijkt uit een enquête van bureau Pulso Ciudadano. 30 procent van de Chilenen meent dat de staatsgreep goed was voor Chili, terwijl volgens 43 procent de coup juist slecht was. 45 procent denkt dat de coup te voorkomen was en 23 procent dat die onvermijdelijk was.
Met zulke tegenstellingen kun je je afvragen of het zinnig is de staatsgreep te herdenken, zeker op een moment dat het maken van een nieuwe grondwet zwaar te lijden heeft onder dezelfde links-rechts tegenstellingen. Daarbij kan (extreem)-rechts in hoge mate bepalen hoe die grondwet eruit gaat zien. Toch is het goed dat de staatsgreep op allerlei manieren wordt herdacht: van hoog officieel niveau met buitenlandse (ex-)staatshoofden en regeringsleiders – al kan Lula er door de G-20 in India niet bij zijn – tot manifestaties op straat, bijeenkomsten in buurten, tentoonstellingen, nieuwe boeken en documentaires, culturele en publicitaire activiteiten. Chili zal in het reine moeten komen met z’n verleden, niet door het te verzwijgen en weg te drukken, maar door het te erkennen. Dat betekent niet dat iedereen het eens zal worden. Dat gaat niet gebeuren en is ook niet nodig of wenselijk.
Nostalgie naar de dictatuur
Nodig is wel dat weerstand wordt geboden aan autoritaire verleidingen. Volgens de Pulso Ciudadano-enquête denkt 37 procent van de bevolking dat er in Chili weer een staatsgreep tegen een democratische regering kan komen. Dat is verrassend hoog, maar wel begrijpelijk. Eind 2021 won José Antonio Kast, de leider van de extreemrechtse Republikeinse partij, bijna de presidentsverkiezingen. Kast past in het rijtje van Bolsonaro en Trump en is een groot bewonderaar van Pinochet. Hij spreekt mensen aan die nostalgisch terugverlangen naar de orde, rust en veiligheid van de dictatuur, toen er nog nauwelijks migranten waren en minder criminaliteit, de inheemse bevolking ‘z’n plaats nog kende’ en geen openlijk verschillende opvattingen die ‘orde’ verstoorden. Bij de verkiezing in mei 2023 voor de Constitutionele Raad die een nieuwe grondwet ontwerpt, waren de Republikeinen met 35 procent van de stemmen de grote winnaar.
María Fernanda García, directeur van het Museum van de Herinnering en de Mensenrechten in Santiago, stelde in een interview met internetkrant El Mostrador (6 september 2023) dat “we ons nooit als land economisch en sociaal kunnen ontwikkelen als we het niet eens zijn geworden over basisthema’s: dat burgers nooit meer geëxecuteerd, gefolterd, gedood mogen worden of ontvoerd om daarna te ‘verdwijnen’… Dan kunnen we de democratie respecteren en versterken. Die democratie is niet perfect maar ongetwijfeld is dat het beste wat we hebben om ons te ontwikkelen als samenleving.” Zo moeten verschrikkingen als tijdens de dictatuur nooit meer, NUNCA MÁS, kunnen plaatsvinden.
Daarbij kunnen mensen zich laten inspireren door de idealen van Allende zonder zijn Chileense weg naar het socialisme, die werd uitgevoerd in heel andere omstandigheden, daarbij heilig te verklaren. Ook vanuit andere idealen, die in Allende’s tijd nog weinig aandacht kregen, zoals behoud van de planeet of gelijke genderverhoudingen, kunnen Chilenen meewerken aan een sociaal rechtvaardiger, democratischer en klimaatvriendelijker Chili.