Verdeeldheid over Venezuela
Nederland heeft afgelopen maandag besloten de zelfbenoemde interim-president Juan Guaidó van Venezuela te erkennen en de regering van president Maduro als niet legitiem te bestempelen. Acht dagen geleden had Nederland samen met Duitsland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Spanje een ultimatum aan Maduro gesteld om binnen die termijn vrije verkiezingen uit te schrijven, op straffe van erkenning van Guaidó.
Dat deed Marduro niet. En gelijk heeft hij. Niet dat ik zijn beleid steun en evenmin twijfel ik aan de wens van de meeste Venezolanen dat hij opstapt. Wel betwijfel ik zeer sterk de motieven van de landen die in navolging van de Verenigde Staten en zonder enige kennis over diens beleidsplannen Guaidó erkennen.
Met de wens tot bescherming van mensenrechten of herstel van democratie heeft het weinig te maken; dan zou immers aan nog een hele rij landen een ultimatum gesteld moeten worden. Om in het continent te blijven, denk aan Honduras waar Juan Orlando Hernández eind 2017 tijdens frauduleuze verkiezingen het presidentschap bemachtigde of aan Nicaragua, waar recent honderden doden vielen door regeringsgeweld.
Ik vrees dat het vooral gaat om olie en geopolitiek. Venezuela heeft de grootste oliereserves ter wereld. Zowel voor de VS als voor Rusland en China zijn die van belang. Tenslotte betekent het erkennen van een zelfbenoemde president, hoe ‘interim’ dan ook, schending van de soevereiniteit van een land.