Bert Koenders ontmoette ik in 2004 toen hij als Kamerlid aanwezig was bij een demonstratie voor de mensenrechten bij de Cubaanse ambassade in Den Haag. Hij maakte daar veel indruk met zijn kennis over Latijns Amerika. Inmiddels is hij minister van Buitenlandse Zaken en hoewel het thema mensenrechten nog steeds op zijn agenda staat, is Latijns Amerika daar grotendeels afgevallen.
Op 2 juni stuurde hij zijn 91 pagina’s lange ‘Mensenrechtenrapportage 2015’ naar de Tweede Kamer. Slechts zeven pagina’s gaan over het westelijk halfrond. Uit het document blijkt dat de verbetering van de positie van vrouwen en LHBT belangrijk is voor de Nederlandse regering. Ook de positie van de inheemse bevolking en het thema landrechten worden aangestipt. Maar toch wordt de situatie in de Amerika’s een beetje afgeraffeld. “De over het algemeen positieve ontwikkelingen op mensenrechtenterrein van de afgelopen jaren lijken af te vlakken”, zo begint het regio-overzicht. La Chispa heeft de afgelopen jaren meermalen aandacht gevraagd voor de sterk verslechterde situatie van de mensenrechten in grote delen van het continent. Die berichten lijkt Koenders gemist te hebben.
Milieuactivisten
In het landenoverzicht meldt de rapportage dat in Bolivia, Ecuador en Peru geen structurele, grootschalige schendingen plaatsvinden. Corruptie en een gebrekkig functionerend juridisch systeem klinken toch behoorlijk structureel, net als “gevallen van buitensporig geweld tegen mensenrechtenverdedigers en journalisten”. Het grove geweld van de Boliviaanse politie eerder dit jaar tegen demonstrerende gehandicapten valt buiten de rapportageperiode, maar feit is dat zij en bijvoorbeeld milieuactivisten niet genoemd worden in dit overzicht, ondanks dat zij oververtegenwoordigd zijn in respectievelijk armoedestatistieken en moordcijfers.
Ook in Brazilië zijn milieuactivisten, armen en indianen op grote schaal slachtoffer van geweld. Velen worden straffeloos vermoord door dienaren (politie) van een overheid die de zaken op papier “door middel van wetgeving en ondertekening van internationale verdragen” goed op orde heeft. Door de huidige politieke en economische crisis in het land zal de uitvoering van beleid niet verbeteren. Daarvoor is meer nodig dan financiële steun uit Nederland voor een “handleiding ter bescherming van arbeidsomstandigheden van kwetsbare groepen”.
Dictatuur
Hoewel de Nederlandse ambassade in Bogotá een aantal interessante projecten op mensenrechtengebied ondersteund heeft en “Colombia een progressief mensenrechtenbeleid kent (…) worden de mensenrechten (hier) nog steeds op grote schaal geschonden”. Dat dit onder andere gebeurt in de mijnbouwsector is bekend. Desondanks financierde Nederland in 2015 nog weer een “sector-wide impact assessment” om de situatie “beter in kaart te brengen”. Zou het niet meer impact opleveren als Nederland de mijnbouwsector zou aanspreken of de slachtoffers zou ondersteunen?
Voorzichtig positief is Koenders over de situatie in Cuba ondanks dat het land, net als toen we allebei voor de ambassade stonden, in de praktijk nog steeds een dictatuur is. Tegelijkertijd is Cuba een van de weinige Caribische landen die in zijn rapportage aandacht krijgen. Zo blijft de rampzalige mensenrechtensituatie in Haïti onbesproken.
Trots is de minister op de inzet van de Mensenrechtenambassadeur in Guatemala en het Midden-Amerika Programma (MAP) dat wordt uitgevoerd door de ambassade in Costa Rica. Dit driejarige programma richt zich tot eind dit jaar op de “bevordering van veiligheid, toegang tot justitie en bescherming van mensenrechten” in de regio. Toch schrijft Koenders dat de veiligheidssituatie in Costa Rica is verslechterd en dat El Salvador, Guatemala en Honduras “moordcijfers kennen die hoger zijn dan in sommige oorlogsgebieden”. Betekent dit niet gewoon dat de besteedde 44 miljoen euro weggegooid zijn en dat het MAP mislukt is?
Failed State
Ook in Mexico heeft Nederland verschillende projecten op mensenrechtengebied ondersteund. “Toch vertoont de rechtsstaat nog grote gebreken”, schrijft Koenders. Marteling is er bijvoorbeeld, zo schrijf hij, “endemisch” en is er nog steeds sprake van feminicide. Het land wordt echter geen ‘failed state’ genoemd, want de regering heeft “verschillende initiatieven ontplooid om straffeloosheid aan te pakken”. Helaas waren ook in 2015 weer honderden mensen het slachtoffer van buitengerechtelijke executies of verdwijning, vaak gepleegd door vertegenwoordigers van diezelfde regering.
Met betrekking tot Venezuela gebruikt de minister de term failed state evenmin. Maar ook hier is de mensenrechtensituatie in 2015 niet afgevlakt maar juist “verder achteruit gegaan”. Terwijl de ambassade in Caracas in EU-verband ‘actief deelneemt aan conferenties en themabijeenkomsten’, is er in het land een schrijnend tekort aan basisproducten, neemt de overheidsrepressie toe en rijzen de moordcijfers de pan uit.
En oh ja, de internationaal-juridisch volkomen illegale schandvlek van de detentiefaciliteit in Guantánamo Bay, onder beheer van het laatste besproken land de Verenigde Staten, wordt niet eens genoemd. De rapportage zal op 26 september besproken worden. Kan iemand een aantal Kamerleden vóór 26 september attent maken op de genoemde blinde vlekken, por favor?