Irritante evergreen of prachtige Andesplaat?
Waar zijn ze gebleven? De latinomuzikanten die in kleurige poncho met hun zwarte vlechten muziek maakten voor de ingang van winkelcentra, als Latijns-Amerikaanse ‘variant’ op het draaiorgel. ‘Panfluitindianen’ zoals een kennis van mij ze ooit oneerbiedig noemde. Met hun kleine snaarinstrumenten en bamboe blaasinstrumenten vormden ze een vertrouwd onderdeel van het Nederlandse straatbeeld. Als je ze vaker tegenkwam, dan leerde je hun oeuvre kennen.
El Cóndor Pasa was een van de nummers waarvan je zeker wist dat ie langs zou komen. De herkenbare panfluit, het weidse getokkel op de snaren. Het nummer werd in 1913 gecomponeerd door de Peruaan Daniel Alomía Robles en is gebaseerd op traditionele Andesmuziek, een Peruaans volksliedje uit de achttiende eeuw. De tekst werd geschreven door Julio Baudoin.
De vertolkers van de evergreen in onze straten kwamen vooral uit Ecuador, uit het stadje Otavalo om precies te zijn, waar de inwoners bekend staan om hun handelsgeest. Ze trokken de wijde wereld in om handel te drijven en muziek te spelen om in hun onderhoud te voorzien en geld naar huis te sturen.
Naast El Cóndor Pasa speelden ze latinoklassiekers als Guantanamera, La Bamba en La Colegiala én veel bekende ‘westerse’ nummers van Queen, The Beatles enzovoort. Dat willen de mensen horen, was kennelijk gedachte. En ja, het was muziek die men herkende inderdaad, in tegenstelling tot veel andere Latijns-Amerikaanse nummers die in Nederland buiten de geijkte categorie vielen.
Verwende reiziger
Wereldwijd werd het nummer vooral bekend door de vertolking in 1970 van Simon & Garfunkel, El Cóndor Pasa (If I Could) op het album Bridge over Troubled Water. Volgens Wikipedia zijn er meer dan vierduizend versies van El Condor Pasa gemaakt en iets van driehonderd verschillende teksten op de melodie geschreven. Het nummer werd onder andere gecovered door grote namen als Plácido Domingo, Celia Cruz, Marc Anthony en José Feliciano. En door onze eigen Zangeres Zonder Naam, die het nummer Overzee doopte. Nick & Simon (uit Volendam) deden ook een duit in het zakje, in hun eigen muzikale zoektocht naar hun Amerikaanse zangduo.
Kortom, je bevindt je in goed gezelschap als je het nummer kent en wellicht kunt mee neuriën. Het nummer is alles tegelijk: mooi, afgezaagd, grijsgedraaid en daardoor soms irritant, cliché en nostalgisch.
Ga je vervolgens op reis in Zuid-Amerika en je ziet straatmuzikanten, dan is de kans groot dat je weer hetzelfde repertoire om je oren krijgt. Met name op plekken waar toeristen komen. El Cóndor Pasa ontbreekt dan nooit. ‘Niet weer’, denk je dan als verwende reiziger.
Wat is dat toch dat muzikanten vaak dezelfde voorspelbare muziek spelen, niet alleen Spaanstalig maar vaak ook westerse nummers? Alsof je daarvoor naar de andere kan van de wereld bent gereisd. En nu we het er toch over hebben, waarom krijgen ‘wij toeristen’ altijd pizza voorgeschoteld?! Omdat we dat ook eten, is natuurlijk het eerlijke antwoord. Enfin, ik dwaal af.
Draconische versies
Kortom, El Cóndor Pasa raakt een gevoelige snaar bij mij. Zeker als je het dan hoort in Peru in de bergen van de Andes, waar de condors daadwerkelijk overvliegen. Met zo’n moment in gedachten kun je de charme van het nummer niet negeren. Het is het ultieme Andesgevoel dat het nummer oproept, de koude frisse lucht die je in de longen prikt, mogelijk het lichte gevoel in je hoofd door de hoogte. Eventueel de bittere smaak van cocabladeren in je mond. En ja, in de kern is het natuurlijk een mooi nummer.
Tot slot: typ voor de grap in ‘El Cóndor Pasa’ op Youtube en je krijgt naast een aantal mooie uitvoeringen ook de meest draconische versies, inclusief ‘authentieke’ Zuid-Amerikaanse taferelen met condors, paarden, bergen, Machu Picchu, Cusco, wolken, mist en de onvermijdelijke ‘panfluitindiaan’. U bent gewaarschuwd!
Deze bijdrage is onderdeel van de special Film, muziek & street art