Bezoek aan twee bodegas bij Mendoza
Argentijnse wijn is pas sinds kort in Nederland overal te koop, maar belangrijke wijnhuizen zijn er al ruim een eeuw oud. Je kunt er interessante rondleidingen krijgen. Bij Mendoza zijn de wijngaarden ook goed bereikbaar, per bus of met de fiets.
In de boekenkast van mijn ouders staat een dik Engelstalig boek over wijnen. Net terug van mijn bezoek aan Argentinië pak ik het boek uit de kast om te kijken wat ze schrijven over de wijnhuizen die wij in Mendoza bezochten. In het uitgebreide register kom ik de namen Norton en López niet tegen. Ook zoeken op Mendoza levert niets op. De inhoudsopgave vermeldt wel een hoofdstuk Amerikaanse wijnen, dat bij nader inzien vooral over Californië gaat. En ja, dan is er toch nog een pagina gewijd aan Zuid-Amerikaanse wijnen: Chileense en Argentijnse. Die wijnen stellen niet veel voor, is de conclusie. Tja, het boek is meer dan veertig jaar oud. En juist in de laatste decennia is er het nodige veranderd en vooral verbeterd op het gebied van Argentijnse wijnen.
Immigranten
Toch gaat de geschiedenis van de Argentijnse wijnen terug tot de tweede helft van de 19de eeuw. Ook voor die tijd werden er rond Mendoza, gelegen aan de voet van de Andes, al wijndruiven verbouwd, maar de wijnen waren vooral voor eigen consumptie. Dat veranderde toen eind 19de eeuw Europese immigranten arriveerden met kennis van wijngaarden en met oog voor het potentieel dat de streek rond Mendoza bood. De twee wijnhuizen die wij tijdens ons verblijf in Mendoza bezoeken, stammen beiden uit die tijd.
De Brit Edmund James Norton, grondlegger van bodega Norton, werkte aan de bouw van de spoorlijn die van 1910 tot 1984 Mendoza met Chili verbond, en raakte geïnteresseerd in wijnproductie. Hij begon in 1895 met enkele uit Frankrijk geïmporteerde wijnstokken. Honderdtwintig jaar later is het wijnhuis in handen van de Oostenrijkse Gernot Langes-Swarovski (ja, van de kristallen en optische apparaten) uitgegroeid tot een miljoenenbedrijf dat wijnen exporteert naar alle uithoeken van de wereld. Ook naar Nederland: Norton vind je onder meer in de schappen van Albert Heijn en bij Gall & Gall.
“Moeilijk te bereiken”
Dat verklaart onze interesse. De vriendin met wie ik op reis ben, is gek op de wijnen van Norton en dus is het logisch dat een bezoek aan juist deze bodega bovenaan onze bucketlist staat. Eenmaal in Mendoza blijkt het heel eenvoudig om zonder tussenkomst van een reisorganisatie je eigen wijntocht te organiseren. Omdat wij ruim de tijd hebben trekken we er twee dagdelen voor uit. Eerst staat Norton op het programma, en hoewel de vriendelijke dame in het toerismekantoor het afraadt (“Nee, Norton bezoeken is heel lastig, dat kan alleen als je van tevoren reserveert. En de bodega is moeilijk te bereiken.”) nemen we in Mendoza een bus die vóór de ingang van Norton stopt.
Een rondleiding? Natuurlijk, om drie uur is er een rondleiding met proeverij in het Engels! We kijken eerst buiten, waar de gids ons uitleg geeft over de verschillende wijzen waarop de druiven gekweekt worden. Druiven groeien hier niet op hellingen, de wijngaarden vormen uitgestrekte vlakke velden. De gids toont ons de meest bekende soorten en voor een absolute leek als ik ben is het leuk om te zien dat Merlot en Cabernet Sauvignon verschillend gevormde bladeren hebben. Wij zijn er in januari en dus duurt het nog enkele maanden tot de druiven geoogst zullen worden. Dat betekent dat er in de bodega zelf weinig activiteit is en we het proces vooral uitgelegd krijgen. Maar de uitgebreide proeverij waarmee de rondleiding wordt besloten, valt ook zonder productieproces zeer in de smaak. Het proeven van de wijnen gaat van licht naar zwaar. We beginnen met een Malbec die ik zo lekker vind dat ik na afloop in de Norton-winkel een fles koop. We proeven vijf wijnen en terwijl we van wijn naar wijn lopen, leren we meer over de geschiedenis van Norton en bezichtigen de krochten van de bodega: oude flessen achter een houten hek en diep begraven onder het stof. Worden die wijnen nog gedronken (zijn ze überhaupt nog te drinken?)? Ja, toen de bodega vorig jaar zijn 120-jarig bestaan vierde, is een aantal van deze flessen soldaat gemaakt, maar of ze echt lekker waren kan onze gids niet vertellen.
Fietsen
Een paar dagen later bezoeken we nogmaals de wijnstreek buiten Mendoza. Dit keer huren we fietsen, een leuke manier om de omgeving te verkennen, want het is een vlak gebied en er zijn veel fietspaden. In Maipú, even buiten Mendoza en eenvoudig met de bus te bereiken, zijn alle fietsverhuurders gericht op bezoeken aan de wijnhuizen en olijfoliebedrijven. De onze, Tierra Huarpe Rental Bikes, levert de fietsen niet alleen met de gebruikelijke plattegrond en het flesje water, maar trakteert ons bij terugkomst ook nog op een glas wijn en nootjes: heerlijk relaxen in de tuin van het bedrijfje.
Met de besneeuwde Andestoppen op de achtergrond fietsen we naar het wijnhuis López, aan de rand van Maipú. We boffen en krijgen opnieuw praktisch een privérondleiding. Onze gids Mauricio vertelt net weer andere dingen dan we enkele dagen geleden bij Norton hoorden, zodat we naar ons gevoel nu een vrij compleet beeld hebben van wat er bij het maken van wijn allemaal komt kijken. En hoewel beide bodegas aan het einde van de 19de eeuw zijn ontstaan, zijn er ook de nodige verschillen. In tegenstelling tot Norton zijn de bodegas van López nog altijd in handen van de familie. De oprichter José López Rivas arriveerde in 1886 vanuit Spanje en kocht in 1898 zijn eerste wijngaard. López, in Nederland niet te krijgen omdat het bedrijf weinig exporteert en vooral voor de Argentijnse markt produceert, werkt veel meer met geblende wijnen, waarbij verschillende druiven worden gemengd tot één wijn. Dit is een proces dat meer tijd kost en ook grotere vaten eist. De vaten, waarvan de grootste een inhoud hebben van meer dan vijfduizend liter, zijn allemaal van Frans eikenhout en kunnen bijna honderd jaar gebruikt worden. We voelen ons klein worden wanneer we tussen de gigantische vaten wandelen.
Fruitig
Ook dit bezoek eindigt met een proeverij, waarbij Mauricio ons ook leert hoe je wijn moet drinken, wat al begint met de wijze waarop je het glas vasthoudt. Hij vraagt ons ook naar de smaken van de wijnen: wat herkennen we erin? En nee, hoewel er soms beweerd wordt dat de fruitige smaak afkomstig is van andere vruchten die aan de druiven worden toegevoegd, is dat niet waar. Het is alles een combinatie van druiven, de rijpingstijd, het gistingsproces en het hout van de vaten.
In de nachtbus terug naar Buenos Aires genieten we nog na van onze bezoeken en ik bedenk dat het standaardzinnetje waarmee wij thuis altijd de wijn beoordelen (“een tikje arrogant, maar een aantrekkelijk bouquet!”) met alle nieuwverworven kennis niet langer voldoet. Er is zoveel meer over een goed glas wijn te zeggen!
Lees ook ons artikel over vakantie in Guyana
Deze bijdrage is onderdeel van de ‘Vakantiespecial’ april 2016