Bijzondere bundel van de Colombiaanse schrijver Evelio Rosero
Ooit maakte ik een reis in Venezuela. Tijdens tocht op een rivier in los llanos liet de gids de boot aanleggen in the middle of nowhere. Hij ging van boord en kwam even later terug met een schoenendoos. Hij opende de deksel en wachtte op onze verbaasde blikken: in de doos zat een dier dat een kruising was tussen kat en een konijn, gatoconejo, zoals hij zei. Voorkant was kat, achterkant was konijn, geen woord gelogen.
Is mijn verhaal ongeloofwaardig? Misschien. Is het vreemd? Zeker. Maar ik heb het met mijn eigen ogen gezien. Je zou kunnen zeggen dat een dergelijke ervaring ook geldt voor 34 zeer korte verhalen en een vogelkat (originele titel: 34 cuentos cortos y un gatopájaro) van de Colombiaan Evelio Rosero (1958). Je gelooft het pas als je het gelezen hebt. Deze bundel bevat een behoorlijk aantal ‘verhaaltjes’ met vervreemdende gebeurtenissen en bizarre vertellingen. In ‘DE VOGELKAT’ praat een dier twee talen tegelijk. De vogelkat vliegt, miauwt en tjilpt, eet zichzelf bijna op. Is dat dan zelfmoord? En is het dier in staat de wereld om hem heen te bevatten?
De korte verhalen stammen uit het begin van de carrière van Rosero, die in de periode 1978 tot 1981 verschenen in dagbladen en magazines. Het zijn bijzondere literaire verhaaltjes, zonder hoogdravend te zijn. Tijd en plaats lijken er weinig te toe doen. En is het nu realiteit of een droom? Met lang niet alle verhalen weet je als lezer wat je er mee aan moet, maar je voelt wel aan dat wat je leest, origineel is en schoonheid heeft.
Laatste wens
De verhalen van Rosero zijn niet moeilijk geschreven. Maar durf wel zonder houvast te lezen en onderga het. Soms is enige geestelijke lenigheid vereist. Laat ik beginnen met de verhalen waarbij ik nog vaste grond onder de voeten voel. ‘HET VLOT’, een verhaal van anderhalve pagina over drie spookkinderen aan ‘gene zijde’, die voor wonderen zorgen. Zeelui aanbidden een beschermheilige. Er heerst een beklemmende sfeer over dit leven met de zee. Het water geeft en neemt.
In ‘SIGNAAL’ is een man neergestreken in een afgelegen dorpje, waar hij wacht op een signaal om te worden opgepikt. Een vliegtuig is de enige mogelijke verbinding met buitenwereld. Zal de man geaccepteerd worden door de dorpsbewoners? De positie van een vreemde ten opzichte van een groep is altijd onzeker.
‘KRONIEK VAN EEN REIS DOOR CHILI’ speelt zich vergeleken met de andere verhalen in een veel concretere wereld af. Drie jongens reizen in een vrachtwagen, naar een onbekende bestemming. Onderweg slagen ze erin om de laatste wens van een stervend meisje te vervullen.
Stiekeme seks met een non
‘GETUIGENIS’ is een rauwer verhaal en het enige dat lijkt te verwijzen naar het Colombiaanse conflict. Dode koeien die in de rivier voorbijdrijven doen direct denken aan de talloze ontzielde lichamen die er in de afgelopen vijftig jaar in zijn gegooid. De bloedige geschiedenis van Colombia komt subtiel naar voren via een oude vrouw op het platteland die het allemaal heeft meegemaakt.
‘IN HET ZIEKENHUIS’ gaat over een arme vrouw die uit ziekenhuis wordt ontslagen, want haar geld is op. Het leven is niet eerlijk, en nog minder als je geen geld hebt: “En daarna denkt ze zonder het te beseffen na over alles waar ze zonder het te beseffen nadenkt wanneer ze zich zonder dat te weten eenzaam voelt: ze is oud geworden.”
Humor steekt de kop op in ‘DE ZITTENDE NON’, waarbij een zestienjarige ik-persoon zijn slag slaat door stiekeme seks te hebben met een veertigjarige non die bij hen in huis woont. Hamvraag is: kan ze nu wel of niet lopen?
Dierenverhaal & Escher
Een andere kant gaat het op met een verhaal als ‘INSTRUCTIES VOOR HET STUKSLAAN VAN EEN GITAAR’. Een bizarre gedachtenexercitie, dit gefilosofeer over het stukslaan van gitaren; de gitaren zelf vinden het goed, eigenaren niet! De gitaarmoordenaar stelt: “Ik blijf trouw: wat zou er van mijn leven worden zonder de fragiele mogelijkheid van een gitaar.”
Of ‘HET LAATSTE WEZEN’, waarin de ik-persoon in een hotel in Mexico-Stad een man ziet die de maan toebehoort. Betekent dit dat de ik-persoon de laatste mens van vlees en bloed is? ‘BRIEF AAN SOFÍA’ wordt geschreven door een andere, niet-bestaande ik. Ze is een bijzondere vrouw, maar bestaat Sofía dan wel?
‘TWEE TROUWE VRIENDEN EN EEN FILOSOFISCH KONIJN’ is weer een dierenverhaal dat de creatieve fantasie van de auteur toont. Een kuikentje en eendje groeien samen op, totdat het kuiken verdrinkt. Ondertussen filosofeert een konijn over vriendschap.
Regelrecht verwarrend is een verhaal als ‘DE INVITÉ’. Het gaat over een gezelschap dat aan tafel zit met een onbekende man. Op de vraag of hij uitgenodigd is, antwoordt hij “Nee, ik ben verzonnen.” Maar door de manier waarop hij in het leven staat, wordt hij bewonderd. Als hij weggaat, is iedereen verslagen.
‘HET HUIS’ lijkt een literaire versie van een tekening van Escher, waarin diverse trappen nergens op uitkomen, je komt niet in of uit het huis.
Verbeelding
Begrijpen is niet het sleutelwoord bij Rosero, maar ondergaan. Het is ook niet erg als je niet een-twee-drie onder woorden weet te brengen wat de verhalen met je doen. Zolang je met open vizier en je verbeelding paraat aan de slag gaat, zit je goed. Tip: lees het boekje niet in een ruk uit, maar neem het tot je in porties. Sta je zelf toe stil te staan bij de verhaaltjes en geef ze de gelegenheid om op je in te laten werken.
“Literatuur verandert de realiteit van de lezer, is van invloed op zijn idee van de wereld. Niemand is hetzelfde na het lezen van een goed boek, van authentieke literatuur. Literatuur is transformatie.” Zei Rosero zelf in een interview met La Chispa, over zijn novelle De drie Lilia’s.
Dat gaat duidelijk op voor 34 zeer korte verhalen en een vogelkat. Geniet van deze ontregelende verhalen, ontsproten aan de geest van deze Colombiaanse stilist. Zijn gedachtenexperimenten laveren tussen absurdisme en eenzaamheid. Rosero’s verhalen lezen als tijdcapsules, momentopnames van werelden waarvan niet duidelijk is of ze bestaan. Tegelijkertijd weet je dat dat er niet toe doet: ze bestaan in ieder geval in het universum/delta van de verbeelding.
Bundels als deze pleiten voor het genre van de korte verhalen. Het is een discipline apart, de kunst om een wereld te schetsen in een paar pagina’s en soms nog minder. Deze literaire categorie is in Nederland enigszins ondergewaardeerd, ook door uitgevers, omdat het commercieel gezien een groter risico is. Ten onrechte, zo blijkt.
Ander werk van Rosero dat ook in het Nederlands vertaald is, zijn de novelles De vertrapten (bekroond met literaire prijs) en De drie Lilia’s.
Evelio Rosero, 34 zeer korte verhalen en een vogelkat, Uitgeverij Karaat, Amsterdam, 2014, ISBN 9789079770175, 98 pg., €16,50, vertaling: Henk van Driel, Luc de Rooy