Grappige verwarring in Spaanstalige landen
In veel Latijns Amerikaanse landen neemt een vrouw na haar huwelijk vaak niet de achternaam van haar echtgenoot over maar blijft ze haar eigen achternaam gebruiken – of beter gezegd: haar beide achternamen. In Spaanstalige landen gebruikt men zowel de achternaam van de vader (apellido paterno) als die van de moeder (apellido materno).
Op dat ogenschijnlijk emancipatoire achternaamgebruik valt echter wel wat af te dingen: in de eerste plaats is de vader’s achternaam de ‘formele’ achternaam en krijgen kinderen zelden of nooit als eerste achternaam die van hun moeder. En tenslotte verwijzen veel vrouwen na een huwelijk in hun achternaam toch naar de naam van haar man.
Dat gaat ongeveer zo. Stel, iemand heet María Teresa López Sánchez. Het is heel gebruikelijk om twee voornamen te hebben, in dit geval María Teresa. Haar vader’s achternaam is López en die van haar moeder is dus Sánchez. Stel dat María Teresa López Sánchez trouwt met Juan José García González. De kinderen van María Teresa en Juan José krijgen dan als achternamen García López, waarvan García dus de belangrijkste is. Zó belangrijk dat ook María Teresa zich na haar huwelijk María Teresa López de García kan laten noemen. ‘De García’ betekent ‘(echtgenote) van García’ – zij is daarmee, ietwat zwart/wit gesteld, van hem geworden. Omgekeerd zal Juan José, hoe verliefd hij ook is op María Teresa, zich nooit García de López laten noemen.
In het schema zie je dat de achternaam van de moeder – Sánchez – weliswaar formeel doorgegeven wordt aan de volgende generatie maar dat deze in de praktijk vaak toch verdwijnt. Bij kleinkinderen is de achternaam van de oma´s verdwenen.
Wonend en werkend in Latijns-Amerika kan dit alles voor verrassende en soms ook verwarrende situaties zorgen. Zo maakte Frank mee dat hij bij formele gelegenheden ook de achternaam van zijn moeder moest invullen, wat voor zijn familie van moeders kant bijzonder was want in Nederland bijna verdwenen. En Marjolein kwam erachter dat zij volgens de ´latino naamgeving´ met die naam in feite niet bestaat. Het is een typisch Nederlands verschijnsel dat de roepnaam afwijkt van de officiële naam en/of doopnaam.
En dan die dubbele achternaam, die heel gebruikelijk in de Latijns-Amerikaanse cultuur. Marjolein heeft in totaal vier namen, drie voornamen (één teveel), en één achternaam (één te weinig). In Latijns-Amerika is het haar overkomen dat haar derde voornaam als eerste achternaam gebruikt werd: señora Eva!
En Frank maakte mee aangesproken te worden als ‘señor Graaf’ omdat zijn vriendin ‘de Graaf’ heet.