De documentaire Women in White toont de strijd van de Cubaanse Damas de Blanco (dames in het wit) voor de vrijlating van hun echtgenoten die sinds 18 maart 2003 gevangen zitten. Op die dag werden 75 dissidenten opgepakt op beschuldiging ‘huurlingen van de Verenigde Staten’ te zijn. Ze werden veroordeeld tot straffen van tien tot dertig jaar. Sinds deze ‘zwarte lente’ zijn hun vrouwen zich gaan organiseren, omdat “ze niemand anders hadden om mee te praten”, zoals Laura Pollán in de film vertelt. Pollán is uitgegroeid tot de leidster van de Damas de Blanco. Gekleed in het wit wonen de vrouwen iedere zondag de mis bij in de Santa Rita Kerk in Havana. Na de mis houden ze een stille tocht over de brede laan voor de kerk, om te eindigen met de roep voor vrijheid van de politieke gevangenen.
De Noorse regisseur Gry Winther trok zes dagen uit om de film in Havana te schieten. Het Spaans is ze niet meester, zodat ze haar vragen van te voren door bevriende latino’s in haar woonplaats Los Angeles had laten vertalen. “Die briefjes heb ik verstopt in tampons meegenomen naar Cuba”, vertelt ze na afloop van de Nederlandse première tijdens het Movies that Matters Festival op 26 maart in Den Haag. Het verklaart waarom de getuigenissen van de vrouwen die Winther aan het woord laat, nogal klinken als ‘opgezegde teksten’. Er is geen ruimte voor improvisatie of uitleg die buiten de geprepareerde vragen om gaat.
Naast Laura Pollán komen nog een aantal vrouwen aan bod, onder wie Miriam Leyva, de vrouw van econoom Oscar Spinosa Chepe, een van de bekendste dissidenten. Het echtpaar had eerder ambassadeursposten bekleed in Oost-Europa, waar hen de ogen waren open gegaan voor de tekortkomingen van het Cubaanse regime. Ook de echtgenote van journalist en dichter Raul Rivera, die al eerder was vrijgelaten, komt prominent in beeld. Omdat ze na de vrijlating met haar man naar Spanje is gegaan, kon ze als enige van de Damas in 2005 aanwezig zijn bij de ontvangst van de Sacharov vredesprijs, die het Europees Parlement had toegekend aan de Damas de Blanco.
De verschillende verhalen zijn opgenomen bij de vrouwen thuis, afgewisseld met beelden van de stille mars op zondag. Om de verhalen ‘levendiger’ te maken, heeft Winther gebruik gemaakt van beeldreconstructies. Dus zie je plotseling een stel rennende soldaten met geweer in de hand een huis binnenstormen onder vet aangezette pianomuziek. Jawel, er dreigt gevaar. Deze techniek à la Hollywood doet afbreuk aan waar het om gaat en toont tegelijkertijd het gebrek aan kennis en inzicht van de maakster van de film. Want dat is de grote makke van deze documentaire: nergens wordt duidelijk wat de context is van de gebeurtenissen in de lente van 2003. Daar helpen de nogal bijeengeraapte archiefbeelden, bedoeld als overzicht van de Cubaanse Revolutie die in 1959 begon, niets aan. En nog minder de stem van Andy García, de bekendste Cubaanse acteur – onder andere in Fresa y Chocolate – die de voice over op vette toon voor zijn rekening neemt.
Kortom, een documentaire die vooral op de emotie speelt, maar geen enkel inzicht biedt. Je moet wel een keiharde zijn om niet mee te leven met vrouwen wier mannen blijkbaar al jaren onterecht gevangen zitten. En natuurlijk bewonder je hen om hun verzet in moeilijke omstandigheden en hoop je dat het allemaal snel goed komt. Maar wie meer wil weten van wat er op Cuba aan de hand is, komt met deze documentaire niet ver.
Gry Winther, Noorwegen, 2009
Klik hier voor nieuws (alleen in het Spaans)