In trage zwart-witbeelden volgt Post Mortem van de Chileense regisseur Pablo Larraín een paar dagen uit het leven van de 55-jarige, alleenstaande Mario, die de kost verdient als typist in het mortuarium in Santiago. Veel wordt er in de film niet gesproken en nog minder gecommuniceerd. De sfeer is regelmatig beklemmend en er hangt onheil in de lucht. Mario ontmoet een overbuurvrouw, Nancy, die is ontslagen als nachtclubdanseres.
Net als ze een soort relatie beginnen, grijpen de militairen van Pinochet op 11 september 1973 de macht. Mario en zijn collega’s moeten autopsie verrichten op het lichaam van de socialistische president Salvador. Mario denkt dat Allende zelfmoord heeft gepleegd; volgens zijn collega is hij vermoord. De lijken stromen bij honderden binnen. Het lijkt Mario allemaal niet te raken. Hij is op zoek naar Nancy, maar weet ook daar niet mee om te gaan.
Post Mortem, begin maart 2011 bekroond met de prijs voor de beste film op het internationale filmfestival van Cartagena (Colombia), gaat vooral over vervreemding. Mario is vervreemd van zichzelf, van zijn medemensen en ook van de ingrijpende politieke gebeurtenissen om hem heen. De staatsgreep van 1973 dient als bizar decor.
Regisseur Larraín kent die staatsgreep niet uit ervaring. Hij is in 1976 geboren als zoon van de huidige voorzitter van de Pinochetistische partij UDI. De politiek is hem waarschijnlijk met de paplepel ingegoten, maar of zijn film een politieke boodschap heeft, blijft onduidelijk.
Chili, 2010, Autentika Films, Pablo Larraín
Post Mortem is van 21 t/m 27 maart te zien op het Movies that Matter Festival in Den Haag.