May I Enter is een bijzondere documentaire die vertoond wordt op het Brasil Festival in Amsterdam. De film van Koŝtana Banović biedt een persoonlijke blik op de populaire Braziliaanse religie candomblé. De filmmaakster neemt de kijker mee in haar kleurrijke zoektocht langs orishas (goden), trance-rituelen, offers, kruiden, muziek en dans.
May I Enter begint met het beeld van katholieke heiligen met meewarige en verdrietige gezichten. “De heiligen blijven altijd op een afstand toekijken.” Candomblé daarentegen is een religie waarbij de goden of geesten dichtbij staan: ze hebben menselijke trekken en kunnen je helpen in het dagelijks leven.
Koŝtana Banović is een kunstenares en filmmaker met een fascinatie voor ‘de ander’: rituelen en andere culturen. Het ondergaan van rituelen geeft haar het gevoel bij de andere cultuur te horen, hoe onmogelijk het ook is om een echte insider te worden. Dit keer gaat ze naar het Braziliaanse eilandje Itaparica bij de kust van Bahia, waar ze maanden verblijft en in de wereld van de candomblé duikt. Als kijker zie je geen afstandelijke analyse, maar leef je mee met haar persoonlijke zoektocht naar de religie.
Na de vertoning van haar film in Utrecht vertelt Banović vertelt het publiek over de geschiedenis van candomblé: “Deze religie werd naar Brazilië meegenomen door Afrikaanse slaven, onder andere vanuit het huidige Nigeria en Benin. Hoewel het praktiseren ervan (net als de originele taal) verboden was, hebben vooral vrouwen ervoor gezorgd dat de religie bewaard bleef. Dat deden ze door de goden te linken aan katholieke heiligen, waar ze op leken.” In 1928 werd candomblé toegestaan en inmiddels wordt het steeds populairder in Brazilië, ook onder de middenklasse. Het is vergelijkbaar met de Haitiaanse voodoo en de Cubaanse santería.
Om de Braziliaanse religie werkelijk te ervaren had de kunstenares ten eerste haar ‘eigen’ goden, of orishas, nodig. Dat is niet zo moeilijk: je gaat naar een priesteres die schelpen voor je gooit, en al snel wordt duidelijk welke goden je toebehoren. In het geval van Banović zijn dit Oshun, de godin van de rivieren, goud, liefde, schoonheid; en Iansa, de godin van vuur, bliksem, dans. De filmmaakster is blij met ‘haar’ twee sterke vrouwen.
Naarmate ze meer rituelen ondergaat, krijgt ze steeds meer het gevoel erbij te horen. Veel meer bijvoorbeeld dan normale toeristen, die candomblé vaak alleen oppervlakkig en visueel beleven. De gemeenschap neemt haar op, maar met haar videocamera blijft ze toch ook een buitenstaander. “Ik waardeer vooral enorm het menselijke contact, het geduld, de tijd en aandacht die men aan elkaar besteedt, het sociale aspect.” Bij een ceremonie voor haar orisha, gaan de andere vrouwen dagenlang voor haar boodschappen doen, koken en voorbereiden. Overigens is candomblé een echte vrouwenaangelegenheid. Grappig detail is dat alle mannen die meedoen aan de ceremonies homo zijn. Over seksuele geaardheid doet men bij candomblé dan ook niet moeilijk.
Banović laat zich filmen tussen rituelen in de candomblé-ceremonies, waar vrouwen in trance raken en de orishas hun lichamen overnemen. Indrukwekkend, de beelden van in mooie glinsterende gewaden dansende mensen, uitgeputte gezichten na een trance, hypnotiserend gezang en opzwepende drummuziek. Ook het indrukwekkende beeld van een in trance geraakte vrouw die bloed uit de nek van een kip drinkt, wordt niet geschuwd. Sommige rituelen vinden plaats in prachtige natuurlijke settings, midden in het bos. Banović heeft oprechte interesse en zet de gelovigen respectvol neer, bijvoorbeeld in interviews met vrolijke dames over hun geesten en bezetenheid. Een mooi moment ontstaat wanneer ze een reinigingsritueel ondergaat, waarin ze met kruiden gereinigd wordt. Ze ervaart een bijzondere sensatie, voelt zich licht worden en ‘vliegen boven de grond’. Niet voor niets is Banović nog steeds onder de indruk van haar ervaringen, en probeert ze regelmatig terug te gaan naar Brazilië. De laatste keer heeft ze daar ook haar documentaire laten zien. “De oude vrouw die ik in trance filmde, vond het erg grappig om zichzelf zo terug te zien. “Hij is zo gemeen!” riep ze over de geest die haar bezat. Ze zag zichzelf dus echt als die geest.”
Toch behoudt de documentaire het gevoel dat je, net als de regisseuse, iets op afstand blijft, en meer wilt weten. Wat zijn bijvoorbeeld de verschillende betekenissen van de goden, en hoe kunnen die mensen helpen in hun dagelijks leven? De film gaat niet diep in op dit soort vragen. Wat wel mooi wordt weergegeven is de vermenging van candomblé met de normale dagelijkse werkelijkheid in Brazilië: Banović loopt over een marktje en knoopt met iedereen gesprekken aan over ‘haar’ orishas Oshun en Iansa. “Ik zag meteen dat jij er een van Oshun bent!” meent een marktkoopvrouw. Candomblé is dan ook zo dichtbij en alledaags, dat het is ‘alsof je je goden in je zak bij je draagt’, aldus Banović. Als kijker krijg je een beter gevoel voor wat deze bijzondere religie inhoudt, maar je blijft ook achter met een gezonde dosis nieuwsgierigheid.
May I Enter is aanstaande zondag 9 oktober om 14.00 uur te zien in het Tropenmuseum in Amsterdam, in het kader van het Brasil Festival. De film werd eerder vertoond op verschillende festivals, waaronder het 30e Nederlands Film Festival in Utrecht. Ook draaide de film op festivals in Zuid Afrika, Kameroen, India, Zuid Korea en de Verenigde Staten.
Regie: Koštana Banović. Nederland/Brazilië, 2010, 57 min., Portugees gesproken, Nederlands ondertiteld.
Kijk voor meer informatie op: www.mayienter.nl