De hoofdpersoon van de film Halley, van regisseur Sebastián Hofmann, is een zombie. Wie daarbij denkt aan een houterige, net uit het graf gekropen engerd heeft het mis. Deze zombie, Beto genaamd, is namelijk gewoon nachtwaker in een Mexicaanse sportschool. Hij stoft zijn kopjes en speelgoedtreintjes af, doet een poging tot pannenkoeken eten en kijkt televisie. In zijn omgeving weet niemand dat Beto dood is. Hij heeft alleen één probleem: hij begint langzaam te vergaan.
In een traag tempo zien we Beto door het leven gaan. Hij beweegt langzaam en praat nauwelijks. Hofmann maakt hierbij gebruik van mooie, enigszins eigenaardige beelden. Extreme close-ups, onscherpe scènes en overbelichte shots wisselen elkaar af. Dit heeft tot gevolg dat de kijker met een nieuwe, vervreemde blik naar alledaagse dingen kijkt. Mensen in de sportschool worden absurd; gasten in een restaurant een beetje vies. Voor zombie Beto gaat het allemaal veel te snel.
Halley is geen film voor het grote publiek. De film is traag, absurdistisch en vaak ronduit onsmakelijk. Na de openingsscène waarin Beto zijn neushaar aan het knippen is, volgen onder andere rottende vleesplekken, maden en uitvallende nagels. En net als je dacht dat het niet smeriger kon worden, heeft Hofmann nog een alles overtreffende eindscène in petto.
Hoewel Halley dus vooral geschikt is voor kijkers met een enigszins luguber gevoel voor humor, overheerst in de film een gevoel van melancholie. Dit komt vooral door de hoofdpersoon, die boven alles medelijden opwekt. In de woorden van het Internationaal Film Festival Rotterdam, dat Halley nomineerde voor de prestigieuze Tiger Awards: “Halley is een hedendaagse ‘gothic story’ zonder spektakel, maar met een hoop compassie”. Bekijk hem alleen niet op een nuchtere maag.
Halley | Sebastián Hofmann | Mexico | 2012 | 85 minuten | Spaans gesproken | Engels ondertiteld
Halley is nog tot 2 februari te zien op het Internationaal Film Festival Rotterdam.