Debuutbundel poëzie van de Mexicaanse auteur Luis Felipe Fabre
Een betere titel dan Provençaals cabaret had ik niet kunnen bedenken voor de dichtbundel van Luis Felipe Fabre (1974). Dit debuut verscheen in 2007 en weerspiegelt zijn pennenvruchten van de tien jaar daarvoor. De bundel is nogal divers, qua thematiek gaat het meerdere kanten op. De Mexicaanse auteur staat op een klein, intiem ‘toneel’ van zo’n zestig pagina’s met vrij veel wit.
Op de omslag prijkt een theaterpodium, de plek waar kunsten worden vertoond. Fabres gedichten komen een voor een uit de coulissen tevoorschijn. Hij begint rustig met wat filosofische, kortregelige gedichten over de verstildheid van het leven, gesymboliseerd in stenen. In het gedicht ‘Nieuwsflits’ klaagt op grappige en serieuze manier tegelijk armoede aan. Het gedicht ‘Aanplakbiljet’ gaat over lucha libre (vrij worstelen), het uit de Verenigde Staten overgewaaide wrestling, maar dan wel ingebed in de Mexicaanse cultuur. In het gedicht ‘Politiek bestiarium’ is er ruimte voor maatschappijkritiek, met een oude vijand (dictator Porifio Díaz) en een nieuwe vijand (het neoliberalisme).
Grote borsten
Er is ook plek voor het becommentariëren van alledaagse gebeurtenissen, mooi verwoord en soms met een scherp oordeel. Fabre schuwt het niet om standpunten in te nemen. Het gedicht ‘Sensatiekrant’ is daarvan een voorbeeld, een poëtische omschrijving van de beroving van een arme vrouw:
“de lege portemonnee: een embleem van de maag:
ze stalen haar armoede: ze gaven haar
een kogel: juweel gezet in vlees dat niets bezat.”
Triest, hartverscheurend en helaas realiteit van alledag, zeker in een land met grote ongelijkheid en een overschot aan wapens en gebrek aan kansen. Het type krant dat dergelijk nieuws op die manier brengt, zie je ook meteen voor je: een schreeuwerige kop die de ongepaste nieuwsgierigheid van de mensen bevredigt, gedrukt op goedkoop papier. Fatsoensnormen worden opzijgeschoven.
Mijn favoriete gedeelte van de bundel heet ‘The Moon Ain’t Nothing But a Broken Dish’ en betreft de gedichten over Jack Mendoza, een bijbelverkoper “in het land waar iedereen er al een heeft”. En hoewel het hem dus niet echt lukt om een bijbel te verkopen, blijft hij maar op deuren kloppen. Een fragment:
“Vier uur ’s middags en je hebt nog geen enkele bijbel verkocht:
in dat soort gevallen
is het geoorloofd meisjes te beroven van hun sinaasappels.”
Of
“Grote borsten, die van deze appetijtelijke serveersters:
hun namen getatoeëerd in boomschors
en op het hart van de vrachtwagenchauffeurs.”
Scènes die je makkelijk voor je kunt zien; een man van middelbare leeftijd in nette, maar ietwat versleten kleren, lopend van deur naar deur in de Mexicaanse zon. God stelt hem op de proef en Jack kan natuurlijk niet anders dan doorgaan.
Nahuatl
De dood is nooit ver weg in Mexico en dus ontbreekt die ook niet bij Fabre. Voor in de bundel staat een tekeningetje van twee skeletten, drinkebroeders met een sombrero op, typisch Mexicaans. De dichter voert de stilte van de dood en de historische rijkdom van graven op. In het gedeelte ‘Piedra en andere woorden’ duikt Comala op, het mythische spookdorp met levende doden of dode levenden uit de roman Pedro Páramo van de Mexicaanse auteur Juan Rulfo (1917 – 1986). De zinsconstructie “ze zeggen dat ze zeiden dat ze […] zeiden” die Fabre gebruikt, is in de stijl van en een eerbetoon aan Rulfo, die legendarische status geniet in de Spaanstalige en vooral Latijns-Amerikaanse literaire wereld.
Verre voorouders vergeet Fabre evenmin. Hij duikt verder terug de geschiedenis in, naar de tijd voordat Columbus Amerika ‘ontdekte’. Meerdere gedichten dragen titels in de precolombiaanse/inheemse taal Nahuatl: Nezahualcóyotl dixit, Xochicuicatl, Codez Ximohuayan.
Nachtclub
De gedichten van Fabre zijn rijk aan betekenis, maar lezers die minder kennis hebben van Mexicaanse cultuur en geschiedenis dreigen daardoor aan de oppervlakte te blijven drijven. Zonde, want dan missen ze een belangrijk deel van de diepte en schoonheid.
Tip voor lezers die behoefte hebben aan duiding: lees eerst het nawoord achterin van vertaler en uitgever Luc de Rooy om het werk zo beter te waarderen en ervan te genieten. Wat mij betreft had de toelichting nog wel wat uitgebreider gemogen.
De Spaanse titel van de bundel luidt Cabaret Provenza, wat Nachtclub La Provence betekent en ook de lading van Fabres werk dekt. Hij verrast de lezer, die eerste rang zit bij een show die soms alle kanten opgaat, maar altijd vermaakt.
Fabre publiceerde in 2013 zijn poëziebundel Verdachte omstandigheden en won meerdere literaire prijzen.
Lees ook onze recensie van Fabres dichtbundel Verdachte omstandigheden
Luis Felipe Fabre, Provençaals cabaret, Uitgeverij Karaat, 2017, ISBN 9789079770366, 62 pag., €16,95, vertaling: Luc de Rooy