Roman vol geweld uit Mexico, door Fernanda Melchor
In februari 2020 verscheen de Nederlandse vertaling van Temporada de huracanes, het tweede boek van de Mexicaanse journaliste en schrijfster Fernanda Melchor (Veracruz, Mexico, 1982). Melchor werkte als journaliste voordat ze zich op het literaire pad begaf. Met Orkaanseizoen brak ze internationaal door met onder meer twee Duitse prijzen.
De Nederlandse vertaling is van Bart Peperkamp die er met name heel goed in geslaagd is om de orkaanachtige zinnen van soms meerdere pagina’s lang goed en begrijpelijk te vertalen. Daar waar andere romans een situatie nog wel eens overdreven zwart-wit neerzetten, schetst Melchor het leven van de inwoners van La Matosa en omgeving als een gitzwarte, lugubere lijdensweg.
Middeleeuws bijgeloof
In La Matosa herkennen we een bloedheet, armoedig dorp omringd door suikerrietvelden in het binnenland van Veracruz. Geweld en onwetendheid kenmerken het dagelijks leven, net als armoede en achterlijkheid. Maar net als je denkt dat het verhaal zich in een donker verleden afspeelt vol Middeleeuws bijgeloof, blijkt dat iedereen een mobiele telefoon heeft. De giftige cocktail waarmee Melchor de lezer bestookt, heeft inderdaad de kracht van een orkaan en beschrijft de uitzichtloze spiraal van drugsgeweld en corruptie waarin Veracruz en grote delen van Mexico gevangen zitten – La Chispa heeft hier al meermalen aandacht aan besteed, bijvoorbeeld aan de welhaast epidemische omvang van de vrouwenmoorden.
In Orkaanseizoen heeft iedereen de uitzichtloosheid, de leegheid, volkomen geaccepteerd. Vrijwel niemand probeert het leven vol drank, drugs, goedkope seks en geweld te ontvluchten, en nog minder mensen lukt het. Na verloop van tijd gaat het de lezer toch tegenstaan dat alle mannen nutteloze hoerenlopers of kinderverkrachters zijn of zich tegen betaling laten neuken door de alomtegenwoordige vieze flikkers. De vrouwen zijn vrijwel zonder uitzondering hoer of hoer geweest, bereiden jonge meisjes ook op zo’n leven voor of neuken gewoon graag buiten de deur. Toch weten zij vaak wel aan geld te komen voor hun zuipende en snuivende partners en kinderen. Kortom, veel liefde of gevoel is er niet in La Matosa of het naburige Matacocuite, afgezien van een enkele godsdienstverdwaasde moeder of een weggelopen meisje. Of de Heks natuurlijk.
Heks
Al op de eerste pagina’s van Orkaanseizoen wordt de Heks vermoord gevonden in een afwateringskanaal. Of eigenlijk is het de dochter van de Heks– of toch een travestiete zoon? In elk geval ontketent de ontdekking van haar lijk een storm van geruchten en verdenkingen. Er was weinig bekend over de zonderlinge vrouw, behalve dat ze ooit een fortuin zou hebben geërfd. Langzaam maar zeker schetst Melchor in vaak gruwelijke details een duister beeld van een gewelddadig en achterlijk dorp. De Heksen, zowel de moeder als de dochter/zoon, zijn daarbij ongevraagd middelpunt omdat ze drugs verkopen, de homoseksuele mannen van het dorp vertier bieden (en ook de ergste machos komen op het vertier af), de vrouwen met behulp van kruidendrankjes helpen zwanger te raken – of juist een abortus opwekken – en natuurlijk het fortuin, dat de oude Heks verdiend zou hebben met de verkoop van land aan de suikerfabriek. Dat gerucht wordt haar dood – althans, één van de hoofdpersonen, Brando, besluit dat hij het “verdomd bangelijk gat waar het ondraaglijk heet is”, Matacocuite, wil verlaten om in Cancún een nieuw leven te beginnen als ober of gewoon als gigolo. Om de reis te kunnen betalen weet hij geen beter plan te bedenken dan de heks te vermoorden om haar geld te stelen. Natuurlijk mislukt dat allebei.
Dat het Mexicaanse drugsgeweld regelmatig ontspoort in lugubere massamoorden, martelingen en uitbuiting is bekend. Melchor beschrijft de rol van de drugskartels en de medewerking die iedereen hen verleent, op een plastische manier. Het geweld, de seksscènes, corruptie, alles wordt overduidelijk beschreven, niets wordt aan de verbeelding van de lezer overgelaten. Maar toch kunnen ook kenners van de uitwassen van de Mexicaanse burgeroorlog met sinds 2006 zo’n 150.000 doden en wellicht 60.000 vermisten, verrast worden, bijvoorbeeld door een beschrijving van tamales gemaakt met vlees van jonge meisjes die niet langer geschikt zijn om geneukt te worden. Melchor lijkt haar roman in één uitbarsting van woede geschreven te hebben, of ze was zelf aan de speed, maar hoe misselijk makend het verhaal ook is, de orkaankracht raakt je wel.
Belazeren
Een oplossing wordt echter nergens geboden, zelfs geen begin daarvan maar misschien is dat wel kenmerkend voor het Mexico van nu. De drugskartels hebben de macht over iedereen en ontzien daarbij niets en niemand. De politie en andere autoriteiten doen met hen mee, pater Castro biedt slechts een uitvlucht in het Latijn en het hele leven draait om seks en drugs, geweld en het belazeren van elkaar. Ook de politiek speelt het spel mee: “… hij hoefde er alleen maar voor naar de politieke bijeenkomsten en voor alles wat Pérez Prieto zei te klappen, met een machinegeweer en knokploegen en gratis neuken, Pérez Prieto, Pérez Prieto, ra-ta-ta-ta!, en ga zo maar door, en echt: om alleen maar dat te doen, gaven die lui van de Partij hem tweehonderd peso’s per dag en nog eens tweehonderd peso’s voor iedereen die hij meebracht om zich te laten inschrijven, plus levensmiddelen in overvloed die ze iedere week brachten, plus landbouwgereedschap en zelfs bouwmateriaal…” Het onderwijs biedt evenmin een uitweg want de rijken verdelen de baantjes onder elkaar en de armen worden toch wel genaaid – dat laatste niet eens zozeer om te overleven maar gewoon, als levenswijze. Ze naaien vooral ook elkaar.
Op de achterflap van het boek staat dat “elk gebaar van tederheid kan omslaan in wreedheid” maar tederheid komt in het boek nauwelijks voor. Iedereen scheldt elkaar uit en mishandelt en haat elkaar. De enige uitzondering is de jonge drugsverslaafde en nietsnut Luismi, als deze zich ontfermt over een 13-jarig meisje. Deze Norma, zwanger van haar peetvader op weg was om zelfmoord te plegen aan de kust, vindt onderdak en rust in het smerige krotje van Luismi. Maar Norma eindigt na een door een drankje van de Heks opgewekte abortus halfdood in het ziekenhuis en Luismi, mishandeld, in een politiecel.
Het verhaal eindigt zoals ook de lezer achterblijft, “met alleen maar een stekende pijn die weigert te verdwijnen”. Een roman voor mensen met een stevige maag.
Fernanda Melchor, Orkaanseizoen, Uitgeverij Wereldbibliotheek Amsterdam, 2020, ISBN 9789028427792, 302 pag., €22,99, vertaling Bart Peperkamp