Recensies boeken

Nacht in Caracas

21 juli 2020

Els Hortensius

Debuutroman van de Venezolaanse auteur Karina Sainz Borgo

Zo nu en dan overkomt het mij: dat je aan een boek begint en er zo volledig door gegrepen wordt, dat je verbaasd bent alweer op de laatste bladzijde te zijn beland. Het gebeurde mij met Nacht in Caracas, het debuut van de Venezolaanse auteur Karina Sainz Borgo. En ik ben niet de enige: recensies in binnen- en buitenland zijn zonder uitzondering lovend. Zoals Gerwin van der Werf (die bekent eigenlijk geen zin te hebben in een boek over Venezuela, “dat reddeloos verloren land”) in Trouw schreef: “Maar bij de eerste pagina’s gebeurde het wonder dat je bij goede literatuur overkomt: je wordt gevangen door een vertelstem, in dit geval de stem van een jonge vrouw, die erin slaagt een niet te bevatten chaos te beschrijven.”

Venezuela. Ooit een van de economisch meest welvarende landen in Latijns Amerika, maar nu al tien jaar in crisis.  Toenmalig president Hugo Chávez roept in 2010 de “economische oorlog” uit vanwege voedseltekorten in het land. Nadat hij in 2013 overlijdt, verslechtert de situatie nog verder. De olieprijzen dalen, de inflatie stijgt. Onder Chávez’ opvolger Nicolás Maduro nemen de protesten toe. Er vallen duizenden doden en vijf miljoen Venezolanen ontvluchten hun land. Vorig jaar was er sprake van een hyperinflatie van maar liefst tien miljoen procent.

Comandante Presidente

In dat land begraaft Adelaida Falcón aan het begin van het boek haar moeder. Terwijl ze bij het graf staat denkt ze aan een zin van de Colombiaanse schrijver Juan Gabriel Vásquez: “een mens is thuis op de plek waar zijn doden begraven liggen.” Voor Adelaida, enig kind en zelf kinderloos, is haar moeder de enige dode die haar aan dit land verbindt. Een land “dat zijn doden even hard verstootte als verslond. Dit was geen natie maar een vleesmolen”.

Met de dood van haar moeder komt het leven van Adelaida in een stroomversnelling. Ze heeft de spullen van haar moeder nauwelijks opgeruimd of het appartement waar ze samen woonden wordt in beslag genomen door een groep vrouwen. Het zijn aanhangers van de ‘Comandante Presidente’, zoals de leider van het land zich laat noemen nadat hij voor de vierde keer herkozen is. Samen met de Motorrijders voor het Vaderland en de Kinderen van de Revolutie maken ze de dienst uit. Wie protesteert wordt gevangen gezet in de Tumba, het Graf. Wanneer Adelaida van een vergeefs bezoek aan de bakker terugkomt heeft de groep vrouwen het deurslot vervangen: ze kan haar eigen huis niet meer in. Als ze aanbelt wordt ze door de leidster van de groep, de Maarschalk genoemd, in elkaar geslagen.

Dagen van suikerriet en muggen

Wat het verhaal in mijn ogen ondanks de gruwelen zo mooi maakt, zijn de verschillende lagen en spiegelmomenten. Neem de buurvrouw van Adelaida, Aurora Peralta. Ze wordt de dochter van de Spaanse genoemd, omdat ze samen met haar moeder in het midden van de jaren zeventig naar Caracas gekomen is. Er zijn overeenkomsten: “ons beider leven begon en eindigde bij het duo dat gevormd wordt door een moeder en haar dochter”. Maar waar Adelaida en haar moeder leven voor en van de literatuur, zijn er in het appartement van Aurora nauwelijks boeken te vinden. Op een moment denkt Adelaida toch iets gemeen te hebben met de negen jaar oudere vrouw. Ze vindt in een knipselmap van Aurora een krantenartikel met een foto van een dode soldaat. Diezelfde foto had haar vele jaren eerder (ze was nog een kind en de onrust pas net begonnen) geschokt en ze was verliefd geworden op de dode soldaat. “Ja, op mijn tiende was ik al weduwe.” Dan ontdekt ze dat Aurora de krant om een heel andere dode bewaard heeft: op de achterkant staat, door Aurora onderstreept, het overlijdensbericht van een soapactrice.

Een andere spiegel wordt gevormd door de herinneringen van Adelaida aan het leven in Ocumare de la Costa, een dorp aan de kust waar de twee oudere zussen van haar moeder samen een pension runnen. De herinneringen hebben iets magisch en vormen daarmee een idyllische droomwereld, het tegenbeeld van de chaos en het geweld in Caracas.  Adelaida hield van Caracas, maar de stad was veranderd.  “… ik had liever de dagen van suikerriet en muggen in Ocumare dan die smerige trottoirs, altijd vol verrotte sinaasappelen en water vermengd met motorolie. In Ocumare is alles anders.” Adelaida’s strijd om te overleven wordt afgewisseld door herinneringen aan haar jeugd, als ze op bezoek bij de tantes in pruimenbomen klimt en schunnige liedjes leert van de oude vrouwen in het dorp.

Geur van maïsbrood

Nacht in Caracas is niet alleen een spannend verhaal over een jonge vrouw die een uitweg uit de gewelddadige chaos probeert te vinden. De oorspronkelijke titel van het boek, La hija de la española, verwijst naar haar uiteindelijke ontsnapping. Nee, bovenal is deze roman een zeer goed geslaagde poging om de ineenstorting van een land, een stad, een leven zo te beschrijven dat je als lezer helemaal opgaat in dat leven. Je hoort de schoten in de nacht en de kreten van de flatbewoners, je ruikt de brandjes en het traangas, en je voelt hoe Adelaida in de dichte rook van de dood naar de geur van maïsbrood speurt. “Het leven was wat ons is overkomen. Wat we hebben gedaan en wat ons is aangedaan. De bakplaat waarop we als een broodje dat op het punt staat te rijzen doormidden werden gesneden.” Dergelijke omschrijvingen doen je de pijn van een verwoest land voelen, meer dan een reportage op het nieuws dat kan, of een krantenbericht.

Aan het eind van het boek bezoekt Adelaida nog eenmaal het graf van haar moeder. De steen is al beschadigd, van de tekst ‘rust in vrede’ resteert alleen nog ‘in vrede’. “In dit land rust niemand in vrede. Niemand.” Een beklemmend, fantastisch debuut!

Karina Sainz Borgo, Nacht in Caracas, Uitgeverij Meulenhoff, Amsterdam, 2020, ISBN 9789029093538, 239 pag., €19,99, vertaling: Arie van der Wal

Lees ook ons achtergrondartikel over Venezuela

Gerelateerde berichten

In augustus zien we elkaar

In augustus zien we elkaar

Er is de laatste maanden nogal wat gesproken en geschreven over In augustus zien we elkaar, het postume werk van Gabriel García Márquez (1927-2014) of ‘Gabo’, zoals de Colombianen hem het liefst noemen. En dan gaat het maar zelden over de inhoud van deze novelle, maar vooral over het besluit om de ongepubliceerde tekst uiteindelijk toch als een sfinx uit de as te laten verrijzen.

Lees meer
De wilde vaart. Op zoek naar de veerkracht van Suriname

De wilde vaart. Op zoek naar de veerkracht van Suriname

Het plantageproject waar je spaargeld in zit gaat failliet, de boot waarmee je toeristentrips uitvoert zinkt. Wat doe je dan? Van de nood een deugd maken, dat is de aanpak van de Surinaams-Nederlandse Tessa Leuwsha (1967) en haar Surinaamse partner Sirano Zalman. Samen varen ze het binnenland in met een oude garnalenboot, het avontuur tegemoet. Hun ervaringen tekent Leuwsha op in De wilde vaart. Op zoek naar de veerkracht van Suriname.

Lees meer
Jaguar

Jaguar

In zijn debuutroman Jaguar vertelt de Colombiaanse schrijver Santiago Wills de bloedige recente geschiedenis van zijn land aan de hand van het levensverhaal van de paramilitaire commandant Martín Pardo en zijn half tamme jaguar Ronco.

Lees meer
agsdix-null

Politiek & Maatschappij

agsdix-null

Kunst & Cultuur

agsdix-null

Vrije tijd & Toerisme

agsdix-null

Economie & Ondernemen

agsdix-null

Milieu en Natuur

agsdix-null

Onderzoek & Wetenschap

Blijf op de hoogte

Adverteren op onze website?

Dat kan! Tegen een scherp tarief plaatsen wij uw advertentie.

Ontvang onze nieuwsbrief

Schrijf u in en ontvang onze digitale nieuwsbrief met een overzicht van onze nieuwe artikelen.

Volg ons op social media

Wees als eerste op de hoogte van nieuwe artikelen en deel artikelen met uw netwerk.

Share This