Boeiende en ongrijpbare roman van de Colombiaanse schrijver Tomás González
Eigenlijk had ik deze recensie allang geschreven en gepubliceerd moeten hebben. Ik las Duivelspaardjes van de Colombiaanse schrijver Tomás González (1950) al in 2017. Maar op de een of andere manier krijg ik mijn vingers niet achter deze roman, die overigens niet complex is. Ik begrijp ieder woord, iedere zin en het verhaal intrigeert me, maar zonder dat ik er vat op krijg.
De hoofdpersoon is een naamloze ‘hij’ die in 1971 een stuk land van een vrouw koopt. Boven in de bergen – weg van de stadse en bewoonde wereld – bouwt hij zijn huis, samen met zijn vrouw. Het is een eeuwig bouwproject, altijd wat te doen. Het is een soort natuurwoning, nu zou het eco heten. De douche en toilet zijn buiten in de openlucht, omheind door struiken, met ’s avonds een sterrenhemel als dak.
De diepere betekenis van een lap grond met een eigen huis(je) is in een land als Colombia groot. Het is verweven met de identiteit van de Colombiaan, zoals collega-schrijver Héctor Abad Faciolince beschreef in zijn boek De geheime droom van een land. Voor in het boek van González staat daarom een citaat uit Robinson Crusoe van Daniel Defoe: “Binnen deze omheining of vesting, bracht ik, met eindeloze inspanning, al mijn rijkdommen…”.
Ongedekte cheques
De man en vrouw proberen een paradijsje te construeren in de bergen op zoek naar rust. Aan het landschap zal het niet liggen. Dat is feeëriek: machtige bergen, koffiestruiken, schone lucht. Een mooiere plek voor een finca is nauwelijks te bedenken. De weelderige natuur dringt zich via gedetailleerde beschrijvingen langzaam aan de lezer op. Vogelgekwetter, rondvliegende bijen, het ruisen van de wind, mieren en fruitbomen. Ook het dierenrijk is goed vertegenwoordigd: konijnen, ganzen, duiven, enzovoort. Maar de onrust in henzelf blijft, daar valt voor de man en vrouw moeilijk aan te ontsnappen.
De tegenstelling kan haast niet groter met de stad, die in de loop der jaren flink is uitgedijd door omliggende dorpjes op te slokken. De stad is onaangenaam door smog, drukte en de bewoners. “Een wereld waar wordt gepraat over wissels, schuldbewijzen, facturen, ongedekte cheques, winstmarges en percentages.”
Het relaas komt tot de lezer door een alwetende vertelstem. Soms is de ‘hij’, de hoofdpersoon, zelf aan het woord, in cursieve tekst. Een behoorlijk aantal personages verschijnen ten tonele. Advocaat Ariël, een alcoholist die niet van het platteland houdt. Timmerman Fausto en zoon Augusto die hand- en spandiensten verlenen bij het bouwproject van ‘hem’. Daarnaast zijn er nog een aantal schijnbaar niet ter zake doende personages, die zijdelings opgevoerd worden. Een deel van hen wordt aangeduid zonder naam, wat oriënteren soms lastig maakt voor de lezer.
Roofinsecten
Familie is een belangrijk element in de vertelling, ‘hij’ heeft een fiks aantal broers en zussen. En zoals dat bij familie gaat, wordt er te veel over en te weinig met elkaar gepraat en zijn er pijnlijkheden uit het verleden die blijven opduiken. De lezer komt te weten wat er gebeurd is, en wie er wat van vond.
Drankmisbruik, verwijdering, ruzie, financiële malversaties, niets blijft hen bespaard. Broer J. en diens vriendin Elena die hun geluk beproefden aan de kust (uit roman Eerst was er de zee) duiken op in het verhaal. De illusie van eenheid binnen de familie is allang opgegeven. Het is makkelijker om elkaar de maat te nemen. Dit alles tot groot verdriet van de belangrijke moederfiguur, maar ook zij gaat niet vrijuit.
Kortom, ondanks de paradijselijke omgeving en de droom om in harmonie te leven lukt het niemand te ontvluchten aan de eigen chaos, aanwezig in ieder mens. Hoe moeten de hoofdpersoon en zijn entourage dan harmonieus samen te leven? Het paradijs lijkt steeds verder onbereikbaar te worden. De titel (oorspronkelijk Los caballitos del diablo) lijkt daarop ook geïnspireerd. De duivelspaardjes verwijzen naar libellen. “Het insect werd zo genoemd omdat het in de lucht lijkt te balanceren. Ze worden ook wel waterjuffers of duivelspaardjes genoemd.” Wellicht dat het verband houdt met dat libellen roofinsecten zijn, die voorkomen op plaatsen met schoon water, maar andere insecten doden? Want dood en verderf zijn ook in het verhaal aanwezig, sluimerend op de achtergrond of expliciet. Dode mannen duiken langs de weg op, om het leven gebracht met een nekschot, handen op de rug gebonden met een snoer. Een vermoorde broer hier, een vermoorde broer daar.
Cachipay
Door het geweld en passant te benoemen komt het dichterbij. Voor Colombiaanse lezers echter zal het zo veel duidelijker zijn dan voor bijvoorbeeld Nederlandse. Want González’ landgenoten hebben meteen een beeld bij het geweld dat het land de afgelopen decennia tormenteerde en steevast de televisiejournaals en krantenkoppen domineerde.
Hoewel González bijna twintig jaar in de Verenigde Staten woonde, is hij toch een zeer Colombiaanse schrijver door zijn verhalen en taalgebruik. In boekbesprekingen wordt González ook wel een ‘stille schrijver’ genoemd, vanwege zijn ingetogen schrijfstijl en zijn bescheiden opstelling als auteur. González leidt een leven buiten de publiciteit in Cachipay, een stadje op twee uur van Bogotá. Voor hem telt alleen het werk. González is ook wel een ‘schrijvers schrijver’, die populair is bij en geroemd wordt door collega-auteurs. Bij het grotere publiek is hij relatief onbekend. Terwijl hij met collega’s als Juan Gabriel Vásquez en Evelio Rosero wel tot de belangrijke hedendaagse Colombiaanse auteurs behoort.
Achterin het boek staat een woordenlijst, handig voor de lezer die minder bekend is met Colombia. Wat ontbreekt is een duiding van de roman als geheel en dat is jammer. In González’ roman Eerst was er de zee kreeg vertaler Jos den Bekker die ruimte wel. Misschien een idee voor de herdruk? Ik vraag me af hoe dit boek eruit zou zien als het verfilmd zou worden. Wellicht dat ik het boek dan beter zou begrijpen. Hoe dan ook, geef het boek een kans en vorm uw eigen oordeel. Het is in ieder geval een boek om te lezen en herlezen.
Lees ook ons interview met Tomás González over zijn roman Eerst was er de zee. Binnenkort verschijnt ook de roman Ontij van Tomás González.
Tomás González, Duivelspaardjes, Uitgeverij Atlas Contact, Amsterdam, 2017, ISBN 9789025448394, 174 pag., €20,99, vertaling: Jos den Bekker