Fraaie novelle van de Braziliaanse schrijfster Ana Paula Maia
“Niets in dat smakelijke hapje herinnert aan de verschrikking die erachter schuilt.” Tja, een hamburger kan natuurlijk tot je favoriete snacks behoren, maar deze zin uit de novelle De ziel in het bloed van de Braziliaanse schrijfster Ana Paula Maia (1977) laat weinig ruimte voor misverstand of wegkijken.
Het verhaal speelt in het Braziliaanse binnenland in een abattoir met de toepasselijke naam De stier van Milo. Hoofdpersoon is Edgar Wilson, de man die de koeien verdooft (‘bedwelmt’) en doodt. Hij is een vakman met het zeldzame talent om het rund te kalmeren, zodat het lijden tot een minimum beperkt blijft. Het is zwaar, fysiek werk dat weinig anderen behalve Edgar en zijn collega’s bereid zijn te doen. De meesten van ons willen een stuk vlees op het bord, slechts weinigen zijn bereid om de handen vuil te maken. Edgar doet het naar eer en geweten. Niemand gaat voor zijn lol naar een slachthuis. “Je ruikt de dood hier overal.”
Lelijkerd
Er ontstaat onrust in de slachterij als er koeien op mysterieuze wijze verdwijnen. Een roofdier of veedieven liggen voor de hand, maar wat is er werkelijk gaande? Maia slaagt er ook nog in om humor in het verhaal te vlechten als twee soorten groepen koeien met elkaar vermengd raken.
De kracht van het verhaal zit hem vooral in de kleurrijke personages. Het is rauw volk met karakteristieke koppen, die ondanks een faux pas in hun vroegere leven een zekere deugdzaamheid of oprechtheid bezitten. Het leven heeft hen meestal weinig cadeau gedaan. We voelen de kameraadschap tussen de mannen.
Om er een paar te noemen: grappenmaker Burunga die zijn dochter financieel probeert te onderhouden, de gemene Zeca en de oude Emetério die door de maatschappij is afgeschreven maar dankzij het slachthuis zijn hoofd boven water houdt, krachtpatser Helmuth en voorman Bronco Gil die half indiaans, half wit is. En de hond heet Feinho: lelijkerd.
Cellofaan
Met het verhaal snijdt Maia een gevoelig thema aan: hoe gaan we om met dieren? Wat geeft de mens het recht om op zo’n industriële manier vlees te produceren? Van oudsher eet de mens vlees. Vroeger was het luxe, tegenwoordig is het in veel huishoudens de norm. “Zolang er nog ergens op de wereld een koe rondloopt, is er wel iemand die bereid is om het beest te doden.” “En iemand die bereid is om het op te eten”, weten de personages in het boek.
Als de buitenwereld binnenkomt in het slachthuis, dan vechten confrontatie en hypocrisie om voorrang. Maar hoe tegenstrijdig het ook klinkt, ondanks hun bloeddorstige werk staan de mannen van de slachterij dichterbij de dieren en de natuur dan de mensen die het in cellofaan verpakte vlees kopen in de supermarkt.
Aan de zijlijn
De ziel in het bloed is ook een maatschappijkritisch boek: hoe mensen omgaan met andere mensen. De plaats van de mannen in het boek is duidelijk: afwachtend, gehoorzamend, dienend. Weinig geld verdienen in een bedrijf dat een grote machine is. De arbeiders wonen in weinig hygiënische omstandigheden in barakken op het terrein van het abattoir.
Bovendien worden ze onderbetaald: “Hij ziet alleen mannen die met vee omgaan en vrouwen van de straat. Hij is gewend aan hitte, stof, vliegen, bloed en dood. Dat hoort allemaal bij een abattoir. Daar wordt gedood. Hij heeft nooit overwogen naar de andere kant van de stad te gaan en daar te informeren hoe ze de biefstukken klaarmaken die hij nooit zal eten.” Dit gaat over Edgar, maar het geldt natuurlijk voor al die mannen.
“De slachtlijn is een tijdlijn die geen onderbreking duldt.” De mannen zijn radertjes in een grote machine. Ieder personage heeft zijn talent en daarmee zijn plaats in het slachtproces verdiend. Een sterk contrast met de hypocriete vleeseters, die zogenaamd met schone handen aan de zijlijn roepen.
Toekomstdroom
De ziel in het bloed is geen vervelend of beschuldigend boek, maar eerst en vooral een mooi geschreven verhaal met een sobere, realistische stijl, over een actueel, urgent thema. Het wordt gesierd door een mooie omslag en een paar zwartwittekeningen in het boek van Henrike Olasolo en Cristina Richarte.
Maia laat niettemin niets aan duidelijkheid te wensen over: “Iedereen heeft bloed aan zijn handen, wie doodt, wie eet. Niemand gaat vrijuit.” Toch voel je je als lezer niet per se onder druk gezet. Achterin het boek staat een kort nawoord van Nanne Timmer en Marilene Nagle die wat Latijns-Amerikaanse context en duiding op de verhouding tussen mens en dier geven.
Het taalgebruik is helder en doeltreffend. Het verhaal wordt gedragen door het personage van Edgar, een man met een verleden en een toekomstdroom, iemand die altijd zichzelf is en keuzes maakt en ook niet wegloopt voor de gevolgen. Hij komt ook voor in andere romans van Maia, bijvoorbeeld Entre rinhas de cachorros e porcos abatidos en A guerra dos bastardos. Hopelijk worden die ook vertaald naar het Nederlands.
Leviticus 7:11
Haar romans Assim na terra como embaixo do terra en Enterre seus mortos werden in respectievelijk 2018 en 2019 bekroond met de Premio São Paulo de Literatura voor beste roman van het jaar.
De Braziliaanse titel luidt De gados e homens, (2013) en betekent letterlijk Van vee en mannen. Het is Maia’s vijfde roman en hij is vertaald in meerdere talen. De Nederlandse titel komt van een bijbelcitaat uit het boek ‘Want de ziel van het vlees is in het bloed’ – Leviticus 17:11. In de bijbel wordt dat gevolgd door ‘Daarom heb Ik bepaald dat jullie met het bloed op het altaar vergeving over jullie leven kunnen krijgen. Want het bloed brengt vergeving over jullie leven.’ Er is dus nog hoop.
Vertaler Maartje de Kort schreef op de website van Zuca Magazine een kort artikel over deze roman.
Lees ook onze recensie van Schitterend lichaam van Agustina Bazterrica en ons redactioneel over vlees
Ana Paula Maia, De ziel in het bloed, Zirimiri Press, Amsterdam, 2019, ISBN 9789490042165, 123 pag., €17,95, vertaling: Maartje de Kort