Renato Cisneros’ roman is een Peruaanse familiegeschiedenis
Als kind val je midden in het leven van je ouders. En je kent je vader zoals hij zich thuis gedraagt. Maar wie is hij in de buitenwereld? De Peruaanse auteur Renato Cisneros schreef over zíjn vader de roman De afstand die ons scheidt. Luis Federico Cisneros was generaal en verschillende malen minister in Peru, ten tijde van de militaire regeringen in de jaren zeventig en in de eerste jaren van de democratie begin jaren tachtig van de vorige eeuw. Het is een dapper boek, want de vader was, zoals Cisneros schrijft “de meest harde minister in jaren die al hard genoeg waren”. Tegelijkertijd is het ook een liefdevol boek, waarin de schrijver de daden van zijn vader niet vergoelijkt, maar wel onvoorwaardelijk van hem blijft houden. “Het is een roman over hem, of over iemand die erg veel op hem lijkt, geschreven door mij, of door iemand die erg veel op mij lijkt”, schrijft Cisneros op een van de eerste bladzijden.
Stiekem genieten van toneelstukje
Luis Federico Cisneros, zoon van Peruaanse ballingen, werd in januari 1926 in Buenos Aires geboren. Die geboorteplek werd bepalend voor de rest van zijn leven en zorgde ook voor zijn bijnaam: El Gaucho, een verwijzing naar de Argentijnse cowboys. Zijn zoon Renato, de vijfde van zijn zes kinderen, was pas achttien jaar oud toen zijn vader in 1995 overleed. De schrijver begint zijn boek met het vertellen van zijn typisch Latijns-Amerikaanse familiegeschiedenis: een priester als betovergrootvader, grootvaders en ooms die in ballingschap gaan of er meerdere vrouwen tegelijkertijd op nahouden.
Ook Luis Federico sticht een tweede gezin, terwijl hij nog getrouwd is met zijn eerste vrouw. Renato, kind uit het tweede gezin, komt tot de schokkende ontdekking dat zijn ouders nooit getrouwd zijn geweest. De huwelijksceremonie die hen in 1972 in de echt zou hebben verbonden bleek een toneelstukje, bloedserieus opgevoerd om de ouders van de bruid, Cecilia Zaldívar, om de tuin te leiden. Voor Cisneros verandert dit zijn kijk op het huwelijksleven van zijn ouders niet, integendeel, hij denkt dat ze stiekem genoten van het toneelstukje.
In Buenos Aires wordt Luis Federico door zijn vader naar de Argentijnse Militaire Academie gestuurd, waar hij bevriend raakt met leerlingen als Jorge Videla, Roberto Viola en Leopoldo Galtieri. Ze blijven vrienden, ook wanneer Cisneros naar Peru vertrekt en daar zijn militaire studie voltooit, ook wanneer jaren later Videla, Viola en Galtieri zijn uitgegroeid tot wrede leiders in de dictatuur die de Argentijnse bevolking jaren in een dodelijke wurggreep houdt, en later wanneer ze berecht worden van mensenrechtenschendingen. Het roept bij zijn zoon elke keer wanneer hij die namen hoort of leest de vraag op: wat zou er gebeurd zijn als El Gaucho in Argentinië gebleven was; welke rol zou hij gekregen hebben in de dictatuur, voor welke vuiligheden zou hij verantwoordelijk geweest zijn?
Bomaanslagen en liefdesperikelen
Maar feitelijk is Luis Federico Cisneros in Peru al bij genoeg vuile zaakjes betrokken. Die worden breed uit de doeken gedaan in hoofdstuk zeven, dat de kern van het boek vormt. Hierin beschrijft Cisneros het leven en werk van zijn vader in de jaren van de generaals Velasco en Morales, en de hierop volgende democratisch gekozen regeringen. Het is een tijd waarin Cisneros als minister van Binnenlandse Zaken bruut optreedt tegen protesterende arbeiders en studenten. Het is de tijd waarin de guerrillabeweging Sendero Luminoso (Lichtend Pad) opkomt, een terroristische organisatie waar de Peruaanse regering geen raad mee weet. In het kabinet van Belaúnde is Cisneros inmiddels minister van Oorlog en voorstander van een harde lijn: “De strijdkrachten moeten ingrijpen in Ayacucho, voordat het te laat is.” Dit leidt uiteindelijk tot zijn politieke val: in januari 1983 wordt Cisneros met pensioen gestuurd.
De schrijver heeft meer dan tien jaar aan het boek gewerkt en niet alleen met veel mensen gesproken, maar ook veel artikelen, krantenberichten en andere documenten doorgewerkt om zich een beeld te vormen van zijn vader. En dat geeft tegelijkertijd een unieke kijk op de Peruaanse samenleving van de roerige jaren zeventig tot het midden van de jaren negentig. Ik bezocht Peru in die jaren regelmatig en herinner mij de beschreven gebeurtenissen. Het dilemma hoe om te gaan met Sendero Luminoso. De bomaanslagen in Lima. De avondklok. De opstanden in de gevangenis. Het maakt de hoofdstukken die deze periode beschrijven (vanaf hoofdstuk zeven) tot de meest boeiende delen van het boek. De liefdesperikelen waarmee de roman begint helpen de schrijver wellicht om een evenwichtig beeld van zijn vader te schetsen, maar hadden voor mij best mogen worden ingekort.
Bewonderde Pinochet
Cisneros slaagt er in de lezer deelgenoot te maken van de zoektocht naar de man die zijn vader was. En hij laat de lezer zijn verwarring voelen, het continue heen en weer gegooid worden tussen liefde voor en loyaliteit aan de vader en weerzin tegen de generaal en alles waar die voor stond. Een verrassend fragment uit het rapport van de Waarheids- en Verzoeningscommissie over de oorlog tegen de guerrilla (“De keiharde waarschuwingen van Cisneros werden door velen misverstaan als bedreigingen. Men verweet hem kwaadaardigheid in plaats van acht te slaan op de ernst van zijn boodschap.”) stelt de zoon gerust. Terwijl hij even later weer uit het lood geslagen wordt door de vele foto’s waarop zijn vader met Videla en Viola, en ook met de door hem bewonderde Pinochet en Kissinger staat afgebeeld. Het blijft een zoektocht, waarbij de zoon probeert de afstand die hen scheidt te verkleinen.
Tenslotte blijft de lezer met vragen achter: hoe kwam Cisneros aan het einde van zijn leven op de kandidatenlijst van Union por el Perú, de partij van Javier Pérez de Cuéllar, de vroegere secretaris-generaal van de Verenigde Naties, ten tijde van de presidentsverkiezingen in 1995? De kieslijst voor het parlement werd aangevoerd door Daniel Estrada, burgemeester van Cusco, en telde namen als Henry Pease García, links socioloog en professor aan de Katholieke Universiteit van Peru, en Diego García-Sayan, de latere minister van Buitenlandse Zaken en tot voor kort voorzitter van het Inter-Amerikaanse Hof voor de Mensenrechten. Cisneros stond op een verkiesbare zesde plaats, maar werd als enige van de eerste achttien namen op de lijst niet in het parlement gekozen. Fraude? Cisneros overleed voordat dit kon worden uitgezocht.
Renato Cisneros, De afstand die ons scheidt, Amsterdam: De Geus – Oxfam Novib 2018, vertaling: Jos den Bekker, 428 pag., ISBN 9789044540321, € 22,50 (Ebook €13,99)