Debuutroman van de Chileense schrijver Diego Zuñiga
Het is een verraderlijk dun boekje, dat je zo in een keer uitleest. Maar dat zou zonde zijn bij de novelle Camanchaca van de Chileense schrijver Diego Zúñiga (1987). Het is een debuut uit 2009, van de toen 22-jarige schrijver. De omslag is mooi, mysterieus. De Spaanse titel is onveranderd gebleven en zal niet-Chilenen niet een-twee-drie iets zeggen. Het is namelijk een aanduiding voor laaghangende mist die de smalle Chileense landstrook tussen de Stille Oceaan en de Andes soms helemaal toedekt.
Lang niet alles wordt duidelijk in de loop van het verhaal, veel blijft ongezegd. De lezer moet het doen met jeugdherinneringen van de twintigjarige hoofdpersoon, die een autotrip maakt door de Atacama-woestijn met zijn vader, diens vriendin Nancy en hun zoontje Elías. Ze rijden door het noorden van Chili, een van de droogste gebieden ter wereld. De lengte van de woestijn heeft een oneindigheid die in Europa moeilijk voor te stellen is. De woestijn is een landschap van leegte, personage en decor tegelijk. Hij overrompelt de mens en diens zintuigen. Het is een andere wereld, ook voor Chilenen die in steden wonen.
De hoofdpersoon studeert journalistiek en woont bij zijn moeder in de hoofdstad Santiago. Zijn ouders zijn gescheiden toen hij vier jaar was, een breuk die hij nooit heeft begrepen. Hij denkt terug aan de tijd dat zijn ouders nog samen waren, uit elkaar gingen en de periode daarna. Vooral na de scheiding hadden ze het niet breed. De jongen woont bij zijn moeder, de communicatie tussen vader en zoon is gebrekkig.
Disfunctionele familie
Vroeger nam de hoofdpersoon van alles op met een cassetterecorder en microfoon, interviews en een praatprogramma, zoals dat in een kinderfantasie zo makkelijk gaat. Hij interviewt zijn moeder over haar leven, over vroeger, over alles: “Soms is het beter om je niets te herinneren.”
Het verhaal wordt in brokjes verteld, met sprongen tussen heden en verleden, waarbij over dat laatste voornamelijk wordt gezwegen. Camanchaca gaat zonder het te benoemen over wanhoop, onverwerkt verleden. En in Chili en dus in dit verhaal is het politieke en sociale altijd op de achtergrond aanwezig, de context van de dictatuur, die doorwerkt in de generaties daarna. Het zijn de scherven van een familieverhaal, het gaat over de pijnlijke relatie van jongeman met zijn ouders. Of zoals een citaat van de auteur stelt: het is een familieverhaal, het is ieders verhaal, over een disfunctionele familie. Lukt het ze, om vanuit hun eigen eenzaamheid, toch contact te maken? Hoe werkt ons geheugen, is de onderliggende vraag? We reconstrueren vermeende herinneringen, ons eigen verleden, zeker als er sprake is van een traumatische gebeurtenis. Wat is er nou precies (niet) gebeurd?
Iquique
De protagonist worstelt met de vraag wie zijn ouders zijn, wie ze als stel waren voordat hij er was. Als kind zat hij tussen twee vuren, nu maakt hij deel uit van een samengesteld gezin, zoals dat tegenwoordig heet. In een interview met het tijdschrift Urbe Salvaje zegt de auteur het volgende: “Bij scheiding ben je als kind het gewicht van de mislukking van dat huwelijk”. Dat is heftig, zwaar, maar zo is het boek nergens. Dat is ingetogen van toon en laat de lezer de vrijheid.
Ieder bladzijde bevat een fragment tekst, meestal een halve pagina, waar je zo doorheen walst als je niet uitkijkt. Dat zou zonde zijn, omdat je dan over de essentie van het verhaal heengaat. Lees en laat het bezinken. Het verhaal is niet ingewikkeld, het gaat meer de gedachte die erachter schuilgaat. Soms is het de moeite waard om even stil te staan, terug te bladeren, een bladzijde te herlezen.
De hoofdpersoon is net zoals de auteur (foto) geboren en getogen in de noordelijke havenstad Iquique aan de rand van de woestijn. Met deze debuutroman oogstte Zúñiga lof en hij won er de Premio Juegos Literarios Gabriela Mistral 2009 mee. Ook kreeg ontving het boek internationaal veel positieve kritieken. Zúñiga is journalist bij het tijdschrift Qué pasa. Ander werk van zijn hand is Racimo (roman) en Niños héroes (verhalenbundel).
Diego Zuñiga, Camanchaca, Uitgeverij Karaat, Amsterdam, 2017, ISBN 9789079770335, 139 pag., €17,95, vertaling: Merijn Verhulst