Verhelderend boek over de Braziliaanse arbeiderspartij
“De uitdaging om Brazilië te transformeren zal overgelaten moeten worden aan een nieuwe generatie linksen, die niet verbonden zijn met de PT (Arbeiderspartij), en het kan jaren duren voor die opkomt.” Dat schrijven Sue Branford en Jan Rocha aan het eind van hun verhelderende boekje Brazil under the Workers Party. From Euphoria to Despair. Hoewel de tekst al in april 2015 is afgesloten en de auteurs een impeachment van president Dilma Rousseff toen nog onwaarschijnlijk achtten, geven dit citaat en de ondertitel de huidige crisis goed weer. Branford en Rocha zijn twee gerenommeerde Engelse journalistes met een enorme ervaring in en kennis van Brazilië. In 2002 publiceerden ze Cutting the Wire. The story of the landless movement in Brazil, een uitzonderlijk goed boek over de grote landlozenbeweging MST. Ondanks hun sympathie voor de beweging schuwen ze problemen, dilemma’s en kritiek niet. Een jaar later, toen de PT met Lula eind 2002 voor het eerst de presidentsverkiezingen had gewonnen, verscheen van Branford en Bernardo Kucinski het eveneens voortreffelijke Politics Transformed. Lula and the Workers Party in Brazil.
De schrijfsters moeten na drie volle termijnen PT-presidenten (twee keer Lula, één keer Dilma Rousseff) tot hun spijt constateren dat van een transformatie van de politiek geen sprake is. De PT wilde als open, moderne, socialistische en principieel anticorrupte partij het van oudsher zeer corrupte en elitaire politieke systeem van Brazilië veranderen. Voor het eerst had iemand van buiten de traditionele elite, die al heel jong moest gaan werken en vakbondsleider werd, het presidentschap veroverd. Dat wekte grote verwachtingen, zeker bij nauw met de PT verbonden vakbonden, de landlozenbeweging MST en de miljoenen armen in Brazilië.
Hoofdpijn
De PT won wel vier maal de presidentsverkiezingen, maar kwam nooit echt aan de macht. De presidentskandidaten waren veel populairder dan hun partij. Die behaalde tussen 2003 en 2015 gemiddeld nog geen zesde van de parlementszetels. Er moesten altijd coalities gesloten worden, waarbij de PT nooit heen kon om de PMDB, een conservatieve partij, die nooit zelf een kandidaat stelde, maar zich verkocht aan de meest biedende. Die partij eiste ministers en concessies en bezorgde de PT veel “hoofdpijn.” In Brazilië is het gebruikelijk dat een nieuwe regering veel hoge functionarissen vervangt door partijgenoten en andere vertrouwelingen. Lula had niet zo veel ervaren vertrouwelingen, en daarom bezette hij de helft van de ongeveer 1300 topposities met vakbondsbestuurders: op ministeries, bij staatsbedrijven en de Braziliaanse ontwikkelingsbank. Zo raakten vakbonden verstrengeld met het staatsapparaat. Arbeiders die staakten voor betere arbeidsomstandigheden bij overheidsbedrijven en grootschalige ontwikkelingsprojecten, zoals stuwdammen, vonden daarbij de staat, de ondernemers én de vakbonden tegenover zich.
Ook voor de MST werd de PT-regering een teleurstelling. De MST wilde een ingrijpende landhervorming met verdeling van grootgrondbezit onder kleine en landloze boeren. Daar kwam niets van, de regering richtte zich vooral op de grote agrarische bedrijven, wier belangen in het parlement uitstekend zijn vertegenwoordigd. Ook ecologische doelen, zoals het behoud van het Amazonewoud, vonden bij de regering weinig weerklank, en inheemse volkeren evenmin. Vanuit het vakbondsdenken van Lula moest het land zich zo snel mogelijk economisch ontwikkelen en daarmee de armoede bestrijden. En dat was mogelijk door de grote internationale vraag naar grondstoffen en de hoge grondstoffenprijzen.
Pact met de duivel
De PT-regeringen pakten wel de armoede aan met uitkeringen voor armen, op voorwaarde dat ze hun kinderen naar school stuurden. In 2012 profiteerde een kwart van de bevolking van die Bolsa Familia. Het minimumloon steeg ruim 50 procent, terwijl de gemiddelde lonen maar 25 procent omhoog gingen. Er kwam meer werkgelegenheid, bijvoorbeeld in de bouw. Zo kwamen miljoenen mensen boven de armoedegrens. De extreme inkomensongelijkheid werd zelfs een beetje kleiner, terwijl wereldwijd de verschillen juist toenamen. Maar nog steeds leeft een vijfde van de Brazilianen in armoede en staat het land bij inkomensongelijkheid nog steeds op de zestiende plaats van onder van alle landen ter wereld. Gelukkig trappen de auteurs niet in het overal kritiekloos navertelde verhaal dat tegenwoordig de helft van de Brazilianen tot de middenklassen behoren omdat hun inkomen is gestegen en ze meer kunnen consumeren. Veel van die mensen hebben qua eigendom of soort werk helemaal geen middenklassenposities. Arme Brazilianen kregen meer toegang tot onderwijs, maar van een echte onderwijshervorming was geen sprake, terwijl de gezondheidszorg nauwelijks verbeterde.
Om sociale hervormingen door het parlement te krijgen, moest de PT in feite een pact met de duivel sluiten; daarover gaat het hoofdstuk ‘The PT’s Faustian pact’. Zo raakte de PT, ondanks ethische principes, verstrikt in het omkopen van parlementsleden, waarover al in 2005 een groot schandaal ontstond. Van ingrijpende structurele hervormingen kon helemaal geen sprake zijn: geen landhervormingen en ook geen serieuze pogingen om de inkomensongelijkheid te bestrijden door progressieve inkomstenbelasting. De armen betalen nog steeds verhoudingsgewijs erg veel belasting door indirecte belasting op directe levensbehoeften.
Unique selling point
Door het “samenvallen van een gedemobiliseerde arbeidersbeweging, corruptie, zwak milieubeleid en geen structurele hervormingen” raakten veel PT-aanhangers teleurgesteld. Zij deden ook mee met de protestgolf die in 2013 over het land spoelde. Daarbij ontstonden nieuwe, minder strak georganiseerde sociale bewegingen, die verontwaardigd waren over slechte collectieve voorzieningen en de enorme uitgaven voor het WK Voetbal van 2014 en de Olympische Spelen van 2016. Vaak trad de politie zeer repressief op tegen demonstranten, en de PT-regeringen deden daar weinig tegen. Dit politieoptreden tastte het democratisch recht aan om vreedzaam te demonstreren.
Vervolgens werd Rousseff eind 2014 maar op het nippertje herkozen en zagen agressieve rechtse media en rechtse partijen kans om enorme massa’s mensen tegen haar de been te brengen. Rousseff raakte met haar intern verdeelde coalitieregering in feite verlamd, terwijl het economisch gunstige tij met de hoge grondstoffenprijzen ten einde liep. De partij beschikte ook niet meer over haar ‘unique selling point’: ethische zuiverheid, dus geen corruptie.
Al ruim een jaar geleden zagen Branford en Rocha dat de tweede regering-Rousseff weinig meer kon uitrichten en zeker niet de stap zou kunnen maken van ‘sociale insluiting’ via uitkeringen naar ‘sociale rechtvaardigheid’ via structurele hervormingen. “Het beste dat we nu kunnen hopen is dat de belangrijke sociale hervormingen van de PT-regeringen op een of andere manier behouden kunnen blijven.”
Klok terug
Waarschijnlijk waren ze nog te optimistisch. De persoonlijk niet corrupte Rousseff is half mei door corrupte parlementariërs afgezet. Haar corrupte vice-president Michel Temer van de PMDB heeft een regering van rijke (18 van de 23 ministers zijn miljonair in US-dollars), blanke en vaak ook corrupte mannen gevormd. Jan Rocha noemde dat op 16 mei op de website van het Londense Latin America Bureau: “de overname door een reactionaire regering die erop is gericht veel van wat de PT in de laatste dertien jaar heeft bereikt af te breken”. De linkse golf in Zuid-Amerika “is op de klippen gelopen. Het verwijderen van een president die met 54 miljoen stemmen is gekozen, en haar vervanging door een regering die duidelijk van plan is de klok terug te draaien, is slecht nieuws voor de hele regio.”
In slecht 54 bladzijden tekst hebben Branford en Rocha de Werdegang van een partij die mee ging doen in een systeem om dat te veranderen, maar er vervolgens door werd verzwolgen, uitzonderlijk goed beschreven en verklaard. We mogen hen en het Latin America Bureau dankbaar zijn voor dit ‘Special Report’. Voor wie iets van de politieke situatie in Brazilië wil begrijpen, is dit boekje is een absolute aanrader. Als je het bij een boekwinkel in Nederland bestelt, is het voor zo weinig pagina’s wat duur, maar dat is het in dit geval wel waard.
Sue Branford en Jan Rocha, Brazil under the Workers Party. From Euphoria to Despair. Londen/Bourton on Dunsmore: Latin America Bureau/Practical Action Publishing, 2015. 64 pag. ISBN 978-1-909014-0-15, €17,95. Ook verkrijgbaar als E-book.
Een interessante discussie over de interpretaties in dit boekje staat op de website van het Latin America Bureau (www.lab.org.uk): Brazil under the PT – Where did it go wrong? (21 July 2015).
Deze bijdrage is onderdeel van de Braziliëspecial zomer 2016
Recensie gepubliceerd op 17-06-2016