Het verhaal van Transaviapiloot Julio Poch
Wat doe je als je van mening bent dat iemand een strafbaar feit heeft gepleegd? Omdat die persoon dat zelf tegen je gezegd heeft. Tenminste, zo heb je het begrepen. Met dat dilemma worstelden Transaviapiloten Edwin Reijnoudt Brouwer en Tim Weert na een tafelgesprek in Bali in 2003 met hun collega Julio Poch (1952).
De beide piloten beschuldigden Poch ervan als ‘dodenvluchtpiloot’ te hebben geopereerd tijdens de militaire dictatuur in Argentinië (1976-1983). Maar was het gesprek daadwerkelijk zo verlopen? Gaandeweg rezen twijfels, maar niettemin diende een andere Transaviacollega, Jeroen Engelkes, jaren later een aanklacht in waardoor Poch acht jaar in de gevangenis belandde, verdeeld over Spanje en Argentinië. Uiteindelijk werd hij in 2017 op alle aanklachten vrijgesproken omdat de beschuldigingen op los zand gebaseerd waren en er geen bewijs was. De kwestie kreeg veel aandacht in de media; in Acht jaar onschuldig vast vertelt Poch zijn kant van het verhaal. Met zijn boek wil hij zijn onschuld aantonen en hij neemt de lezer mee door deze episode uit zijn leven. Hij beschrijft in vogelvlucht zijn leven, zijn tijd in de gevangenis en de juridische perikelen.
In 2009 wordt Poch vlak voor zijn pensioen, op zijn allerlaatste vlucht als piloot van Transavia, in Spanje gearresteerd. Op verzoek van zijn geboorteland Argentinië, waarschijnlijk met medeweten en medewerking van de Nederlandse autoriteiten. In 1988 emigreerde marinevlieger Poch met vrouw en kinderen van Argentinië naar Nederland voor een betere toekomst. Al in Argentinië verruilde hij zijn militaire vliegcarrière (1973- december 1980) voor de commerciële burgerluchtvaart. Eind jaren tachtig trad hij in dienst bij Transavia, in 1995 kreeg hij een Nederlands paspoort en daarmee een dubbele nationaliteit.
De ellende waarin Poch terechtkomt is terug te voeren op het etentje met een Transaviacrew in 2003 in Bali. Volgens een aantal collega’s zou hij toen het militaire dictatoriale regime hebben verdedigd en hebben opgeschept over ‘dodenvluchten’ waaraan hij meegewerkt zou hebben. Bij deze vluchten werden tegenstanders van het regime boven zee uit het vliegtuig gegooid. Geruchten over deze uitlatingen blijven volgens Reijnoudt Brouwer en Weert onderwerp van gesprek binnen Transavia, totdat collega Engelkes – jaren later – zich genoodzaakt voelt om aangifte te doen. Dat hij zelf niet bij het bewuste etentje aanwezig was en alles uit de tweede hand heeft, weerhoudt hem niet. De rest is geschiedenis.
Vreugde & afgrijzen
Kern van het bewijs van onschuld dat Poch aanvoert is dat hij als gevechtspiloot simpelweg niet getraind en dus niet in staat was om het type toestel te vliegen waarmee de zogenaamde dodenvluchten werden uitgevoerd. Als gevechtspiloot trainde hij ook om ingezet te worden in de Falklandoorlog, maar zo ver kwam het niet. Hij zegt zijn onschuld bovendien te kunnen aantonen met logboeken van de marineluchtvaartdienst, waarin al zijn vlieguren en type toestellen zijn gedocumenteerd. Poch maakt het beste van zijn tijd in de gevangenis; hij spreekt Spaans, houdt zich rustig en maakt makkelijk contact met andere gevangenen. Gelukkig heeft hij onvoorwaardelijke steun van familie en vrienden. In de Argentijnse gevangenis komt Poch oude bekenden tegen, collega’s van jaren geleden, van wie sommigen volgens hem ook onschuldig zijn. De ironie wil dat Poch op een gegeven moment in dezelfde gevangenis zit als Jorge Videla, als couppleger en leider van de militaire junta hoofdverantwoordelijke van de Argentijnse dictatuur.
Na de dood van president Juan Domingo Perón in 1974 verkeert Argentinië in een economische en politieke chaos. Linkse en rechtse ondergrondse bewegingen plegen aanslagen en bestrijden elkaar met zo’n 1.400 doden als gevolg. Voor dit geweld zijn aan beide kanten weinig daders veroordeeld. In 1976 grijpt het leger de macht om ‘de orde te herstellen’. Het staatsgeweld resulteert in duizenden doden. Ook mensen die geen geweld plegen worden opgepakt, gemarteld, vermoord en ‘verdwijnen’. Het aantal verdwijningen wordt geschat tussen de achtduizend en dertigduizend, afhankelijk van de bron. Hoewel de democratie in 1983 wordt hersteld, zijn de wonden nog altijd niet genezen en blijft de samenleving verdeeld over de periode van de militaire dictatuur.
Na verschillende pardons voor betrokken militairen draait de linkse president Néstor Kirchner in 2003 een pardon voor militairen terug. De processen wegens mensenrechtenschendingen worden heropend, tot vreugde van linkse bewegingen en mensenrechtenorganisaties en tot afgrijzen van politiek rechts en militairen.
Vooringenomenheid
Volgens het Argentijnse Openbaar Ministerie heeft Poch zich schuldig gemaakt aan misdaden tegen de menselijkheid tijdens het Videla-regime. Ook stelt het Openbaar Ministerie dat hij de beruchte ESMA (Escuela de Mecánica de la Armada) heeft bezocht, waar tegenstanders van het regime werden vastgehouden, gemarteld en vermoord. Poch zegt nooit van zijn leven op de ESMA te zijn geweest. Volgens het Openbaar Ministerie is Poch verantwoordelijk voor 615 slachtoffers. Hij ontkent uiteraard, maar volgens de Argentijnse aanklager is die ontkenning precies een bewijs dat hij wel schuldig is: “Ontkennen, dat doen die ESMA-lui”.
Het Argentijnse justitiële apparaat dat Poch beschrijft rammelt aan alle kanten: bureaucratisch, traag en incompetent. Maar erger nog zijn de vooringenomenheid en het gebrek aan kennis, stelt Poch. “Rechters zoals Torres, mensenrechtengroeperingen en de families van de slachtoffers zouden nooit ophouden. De meesten maakte het niet uit of iemand onschuldig was. Er moesten gewoon piloten beschuldigd en veroordeeld worden om te bewijzen dat de vluchten hadden bestaan. Zij zochten wraak, geen gerechtigheid.” Men is bezig met wat Poch noemt “politieke en systematische vervolging van alle voormalige leden van de strijdkrachten en veiligheidsdiensten”.
Poch geeft aan niet actief deel te hebben genomen aan de dictatuur en hij veroordeelt expliciet de misdaden begaan tijdens die periode. Poch was destijds – net als andere collega’s – teleurgesteld in het leiderschap van de militaire top, vooral omdat die er zo’n puinhoop van maakte. Deze militairen wisten volgens Poch niet hoe ze moesten regeren; ze wisten niet hoe ze de economie, de inflatie en de onrust onder controle konden krijgen. Veel kritiek op de militairen vind hij echter onterecht.
Kort door de bocht
Poch is behoorlijk kritisch op linkse partijen en mensenrechtenorganisaties. Die kritiek op en veroordeling van voelen voor mij als lezer ongemakkelijk, omdat ze ongenuanceerd en generaliserend zijn. “De terreur van de guerrilla en van subversieve groeperingen werd in de ogen van veel Argentijnen geleidelijk aan door mensenrechtenorganisaties getransformeerd tot een strijd van idealistische jongeren tegen de dictatuur”, zo schrijft hij.
Voor president Néstor Kirchner (2003-2007) en diens vrouw en opvolger Cristina Fernández de Kirchner (2007-2015) heeft hij geen goed woord wat betreft hun beleid van “verdediging van de mensenrechten”, omdat ze veel “voormalige terroristen” in hun regeringen opnamen. Over de Dwaze Moeders, de vrouwen die al tijdens de dictatuur tot op de dag van vandaag wekelijks de straat op gaan om aandacht te vragen voor hun verdwenen echtgenoten, broers en zoons, zegt hij: “Ik legde uit dat wijd en zijd bekend was dat sommige zonen en dochters van de Moeders van de Plaza de Mayo lid waren geweest van subversieve groeperingen.” En: “Waar de slachtoffers van de dictatuur konden rekenen op medelijden en schadevergoeding, kregen de anderen niets.” Strekking van zijn bezwaar is dat de militairen hen niet zonder reden – ze pleegden aanslagen – aanpakten en dat de slachtoffers van de militairen hun lot in zekere zin ‘verdienden’. Poch zegt het niet letterlijk, maar als lezer krijg je het gevoel dat hij dat tussen de regels door eigenlijk wel zegt. Ongetwijfeld is er het nodige aan te merken op linkse politici en mensenrechtenorganisaties, maar dit is echt te kort door de bocht.
Over het voormalige ESMA-terrein, tegenwoordig door mensenrechtenorganisaties ingericht als monument ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de dictatuur, zegt Poch: “Maar in plaats van een objectieve weergave van de situatie destijds werd er zwaar overdreven. Er werden vijfduizend slachtoffers van de ESMA-misdaden ten tijde van het militaire bewind vermeld. Maar nadat er decennialang onderzoek naar was gedaan voor het proces kwam men niet verder dan 789 slachtoffers, van wie een aantal slechts een paar uur was gedetineerd en anderen zelfs helemaal nooit bij de ESMA waren geweest. Ik wil meteen stellen dat 789 slachtoffers er 789 te veel zijn, maar het zijn er bij lange na geen vijfduizend.” Het getal van 789 klopt, maar dat zijn alleen de mensen over wier zaken processen zijn gevoerd en over wie voldoende informatie was. Het kunnen er dus veel meer zijn.
En over de dodenvluchten zegt hij: “Bezoekers aan de voormalige ESMA werd verteld dat er duizenden mensen in de rivier of zee gegooid waren met de beruchte dodenvluchten. Maar ook dit lijkt overdreven, want hoeveel slachtoffers van de dodenvluchten waren opgenomen in het proces? Slechts 56. En van die 56 waren maar zes lichamen gevonden. Van de overige vijftig werd alleen vermoed dat ze met de dodenvluchten vervoerd waren.” En: “Het bestaan van de zogenaamde dodenvluchten was in Argentinië nooit bewezen. Er waren alleen jarenlang geruchten geweest.” Dit is te simpel. Er is een belangrijke getuigenis van Adolfo Scilingo, een voormalige Argentijnse marineofficier die in 2005 in Spanje werd veroordeeld wegens misdaden tegen de menselijkheid. In Wikipedia is te lezen dat er volgens hem in 1977 en 1978 wekelijks dodenvluchten werden uitgevoerd – hij nam zelf deel aan twee ervan – waarbij tussen de vijftienhonderd en tweeduizend mensen om het leven kwamen.
Verliezers
Het is begrijpelijk dat Poch als voormalig militair zijn kameraden niet wil laten boeten voor misdaden die ze volgens hem niet begaan hebben. Maar met dit soort uitspraken en door het bagatelliseren van rechtse gruweldaden bewijst Poch zichzelf geen dienst. Want het leidt af van het eigenlijke verhaal dat hij wil vertellen in dit boek, namelijk dat van zijn onschuld. Wat mij betreft moeten zijn uitspraken op dit vlak vooral gezien worden als uiting van de kloof die nog altijd gaapt tussen de verschillende partijen en de verschillende waarheden van het traumatische verleden van Argentinië.
Misschien ben ik als lezer te naïef aan dit boek begonnen, vanuit de gedachte dat Poch niet meer wil dan zijn onschuld aantonen. Daarbij vergetend dat ook Poch een subjectieve kijk op de geschiedenis van zijn geboorteland heeft.
De vraag is voor wie dit boek interessant is, afgezien van een handvol geïnteresseerden in de zaak Poch. Gelukkig is zijn schrijfstijl soepel. Het verhaal over de rechtszaak is ingewikkeld omdat het gaat over juridische procedures en militair-technische details. Als lezer voel je mee met Poch. De pijn van de beschuldigingen zit niet alleen in de ernst, maar ook en vooral in de onterechtheid ervan: Poch reconstrueert met gesprekken, televisieoptredens, kranteninterviews en rechtszittingen hoe de getuigen beschuldigingen uiten en herhalen, beschuldigingen waarvan ze niet zeker zijn, die ze van horen zeggen hebben. Bovendien leggen ze in de loop van de tijd verklaringen af die tegenstrijdig zijn met die ze eerder aflegden, reden waarom de Argentijnse rechter dit als bewijs tegen Poch afwijst. In interviews met Weert, Reijnoudt Brouwer en Engelkes is te lezen dat ook hun levens ontwricht zijn. Dit verhaal kent alleen maar verliezers.
De vraag is wat voor afloop dit verhaal krijgt. Namens Poch hebben zijn advocaten Geert-Jan en Carry Knoops een aanklacht tegen de Nederlandse staat ingediend vanwege haar rol in dit drama en een schadevergoeding geëist voor Poch. Welke rol speelde Nederland in de uitlevering van Poch aan Argentinië, via Spanje? Hoe was de medewerking van Nederlandse zijde in het juridische proces? Verder is de vraag wat er gebeurt met de piloten die verklaringen hebben afgelegd. Tegen hen is een rechtszaak opgestart. Worden ze aangeklaagd wegens meineed?
Wat de uitkomst ook moge zijn, feit is dat Poch op duidelijke gronden unaniem is vrijgesproken door de Argentijnse rechtbank. Het is dus tragisch dat hij zo lang heeft vastgezeten. Welk eerherstel of geld kan dat goedmaken?
Julio Poch, Acht jaar onschuldig vast. Mijn verhaal, Uitgeverij Balans, Amsterdam, 2019, ISBN 9789460039379, 351 pag., €21,99