Half februari berichtten we op deze plek over de aanslag op Mainor Ortíz Delgado, leider van de Bribri in Salitre, ten zuiden van de hoofdstad San José. Hij bracht het er levend vanaf, maar een week na ons bericht werd een andere inheemse leider, Jehry Rivera, vermoord door een gewapende bende die hem sloeg met stokken en machetes terwijl hij probeerde zijn voorvaderlijk land terug te krijgen. Een geweerschot maakte een einde aan zijn leven.
Conflicten over grond zorgen voor een golf van geweld in heel Midden-Amerika, maar tot voor kort stond Costa Rica nog bekend als een oase van rust te midden van deze strijd. Dat is nu echt voorbij. Inheemse leiders zijn het doelwit, en volgens activisten ontbreekt het de Costa-Ricaanse regering aan politieke wil om hier iets aan te doen.
President Carlos Alvarado verklaarde publiekelijk dat hij de rechten van de inheemse bevolking zal beschermen. Tegen een journalist van The Guardian zei hij hun rechten te beschermen en tegelijkertijd naar compensatiemaatregelen te zoeken voor de niet-inheemse bewoners op inheemse grond. Al in 1978 werd wettig vastgelegd welke grond aan de inheemse bevolking behoorde. Volgens Alvarado is er toen te weinig gedaan voor de niet-inheemse bevolking die al in die gebieden woonde. Er zal nu een wet aan het parlement gepresenteerd worden waarbij middels het opkopen van grond de niet-inheemse boeren gecompenseerd kunnen worden.
Maar Vanessa Jiménez, advocaat van de niet-gouvernementele organisatie Forrest People Programme, die met de inheemse bevolking samenwerkt, heeft hier vragen bij. “Het is een kwestie van politieke wil, geen economische”, zegt zij. “Alleen al in Salitre is sprake van acht onteigeningszaken die al tussen de vijf en zeven jaar spelen, en waarbij de overheid geen actie onderneemt om ze uit te voeren, zelfs voordat de veroordeelden besloten in hoger beroep te gaan. En als het hoger beroep eenmaal speelt, laat de uitvoerende macht de oorspronkelijke bewoners in de steek, te midden van illegale bewoners en eindeloos voortdurende rechtszaken. De staat is verantwoordelijk voor wat zij een conflict tussen inheemse en niet-inheemse volken noemt.”