Vorige week werd de zwarte Braziliaan João Alberto Silveira Freitas vermoord door bewakers van de supermarkt waar hij boodschappen deed. Zijn dood was de aanleiding tot grote protesten in een land waar de president discriminatie van de zwarte bevolking ontkent. Nu spreken ook de Verenigde Naties zich uit.
Vrijdag 20 november was het in Brazilië Día da Consciência Negra (Black Awareness Day), de “dag waarop de zwarte gemeenschap stilstaat bij hun grote bijdrage aan het land”. 20 November is de sterfdag van Zumbi, een Braziliaan van Congolese afkomst die zich in de zeventiende eeuw als een van de eersten verzette tegen de slavernij. In de vorige eeuw groeide hij uit tot een nationale held. Het is wrang dat juist aan de vooravond van die belangrijke dag de zwarte Braziliaan João Alberto Silveira Freitas werd vermoord.
João Silveira deed samen met zijn vrouw boodschappen in een Carrefour supermarkt in de zuidelijke (overwegend witte) stad Porto Alegre, toen hij door bewakers werd aangehouden en zo zwaar werd mishandeld dat hij stierf. Zijn dood leidde tot een stroom van protesten in het gehele land. President Jairo Bolsonaro ontkent dat er in zijn land, waar 57% van de bevolking van zwarte of gemengde afkomst is, gediscrimineerd wordt. Maar de cijfers spreken hem tegen: 75% van de Brazilianen die door geweld om het leven komen zijn mensen van kleur, en waar het mensen betreft die door politiegeweld de dood vinden gaat het zelfs om 79%, zo meldt de Braziliaanse NGO Forum on Public Safety.
Nu hebben ook de Verenigde Naties zich uitgesproken. Gisteren beschreef Ravina Shamdasani, woordvoerder namens het Bureau voor Mensenrechten van de VN (OHCHR), de aanval als een “verwerpelijke daad” die door iedereen zou moeten worden veroordeeld. Shamdasani zei dat de gebeurtenis een “extreem maar spijtig genoeg al vaak voorkomend voorbeeld is van het geweld waar zwarte Brazilianen onder lijden… Het is een grimmige illustratie van de voortdurende structurele discriminatie en het racisme waar Brazilianen van Afrikaanse afkomst mee geconfronteerd worden.” Namens de Verenigde Naties deed zij een oproep aan de Braziliaanse overheid om een onafhankelijk, transparant en diepgaand onderzoek te laten doen. De autoriteiten worden ook opgeroepen om beschuldigingen van politiegeweld tegen vreedzame demonstranten te onderzoeken. “Deze zaak en de grootschalige woede die erop volgde geven aan dat het zeer noodzakelijk is dat de Braziliaanse overheid racisme en discriminatie op grond van ras aanpakt, in nauwe samenwerking met alle maatschappelijke groepen, in het bijzonder diegenen die er het meest van te lijden hebben.”
