Nieuwe wet legt oppositie aan banden
Ondanks internationale bezorgdheid is de wet op de ‘regulatie van buitenlandse agenten’ in oktober 2020 van kracht geworden. Hiermee moeten individuen en organisaties die fondsen of goederen ontvangen uit het buitenland, zich voor 18 december van dit jaar registreren bij het Nicaraguaanse ministerie van Binnenlandse Zaken. Volgens de officiële lezing beoogt de wet op deze manier buitenlandse inmenging in binnenlandse politiek tegen te gaan.
De invulling van de wet lijkt zich echter meer te richten op binnenlandse krachten met een haast openlijke verwijzing naar vertegenwoordigers van de potentiële oppositie. Ook noemt de wet expliciet media, PR-functionarissen en politieke consultants als subjecten van de wet.
De wet eist dat allen die vanuit het buitenland fondsen of materialen ontvangen zich registreren, maandelijks(!) verslag doen van bestedingen en ontvangsten, en vooraf toestemming vragen voor de ontvangst van deze steun, waarbij ook de herkomst expliciet vermeld moet worden. Uitzonderingen gelden voor diplomaten, bedrijven, geaccrediteerde internationale humanitaire organisaties en mensen die pensioenen of familiaire financiële steun ontvangen uit het buitenland (remesas). Hiermee blijft formele internationale samenwerking vanuit bijvoorbeeld ambassades, de Verenigde Naties en andere internationale humanitaire organisaties en ontwikkelingsbanken mogelijk.
Hulp aan georganiseerde Nicaraguanen in verdrukking zal vanuit het buitenland daarentegen vrijwel onmogelijk worden. Waarschijnlijk zullen ook stedenbanden tussen Nederlandse en Nicaraguaanse gemeentes met deze wet te maken krijgen. Volgens de Nederlandse solidariteitsorganisatie SOSNicaragua-Holanda is de onderliggende bedoeling van de wet de gehele oppositie droog te leggen.
President Daniel Ortega en zijn echtgenote en vice-president Rosario Murillo vegen met deze wet het speelveld tenminste tot aan de verkiezingen van november 2021 nog verder schoon van alle ‘vervelende’ elementen die de voortzetting van hun regime bedreigen.
Tot die ‘vervelende elementen’ hoort de feministische organisatie María Elena Cuadra (foto), die al een tijd bedreigd en geïntimideerd wordt door de politie. De organisatie zet zich actief in voor de slachtoffers van de repressie, waaronder familieleden van politieke gevangenen, die psychologische hulp krijgen en het kantoor mogen gebruiken om te vergaderen.