De laatste weken van maart zagen veel minder politiegeweld in de favelas van Rio de Janeiro, in verband met de coronacrisis. Sinds 1 april is het echter weer business as usual, zo concludeert een rapport van het ROS, een organisatie die geweld in de favelas monitort. Half maart kondigde de gouverneur van Rio de Janeiro maatregelen aan om het coronavirus te bestrijden. De politie moest zich aanpassen aan deze nieuwe situatie en was daarom minder actief, zo benadrukt Pablo Nunes, een sociale wetenschapper werkzaam bij het ROS. Het aantal operaties in favelas nam af met 74 procent vergeleken met de eerste helft van maart. Dit leidde tevens tot minder dodelijke slachtoffers, vergeleken met maart vorig jaar.
In de eerste week van april keerde de politieoperaties echter terug, met meer geweld en slachtoffers tot gevolg. Wat echter misschien nog wel belangrijker is, is dat het geweld moeilijkheden veroorzaakt voor activisten en hulporganisaties die proberen favelabewoners te helpen in deze moeilijke tijd. Veel inwoners kunnen niet of veel minder werken, waardoor veel families moeite hebben om genoeg voedsel te kopen. Ook de aanbevolen maatregelen rond hygiëne en afstand bewaren zijn in de dichtbevolkte favelas, waar stromend water niet altijd beschikbaar is, moeilijker na te volgen. Met het teruggekeerde geweld is hulp moeilijker aan te bieden en af te nemen.
Activisten zoals Gizele Martins, woonachtig in het complex van favelas genaamd Maré, spreken daarom van een dubbele strijd: tegen het coronavirus en tegen het teruggekeerde politiegeweld. Juliana Pinho, eveneens afkomstig uit de Maré, geeft aan: “Afgelopen week kon ik mijn huis niet verlaten door het politiegeweld. Ik wilde net weggaan om geld op te nemen bij de bank om de voedselpakketten samen te stellen die we hier uitdelen.” Veel inwoners bevinden zich zo in een spagaat: ze moeten hun huizen wel verlaten om te werken of om voedsel te kopen, maar worden hierbij verhinderd door het geweld en dragen mogelijk bij aan de verspreiding van het coronavirus.