De Boliviaanse politiek bevindt zich weer in de crisismodus nadat interim-president Jeanine Añez afgelopen vrijdag heeft aangekondigd zich kandidaat te stellen voor de komende presidentsverkiezingen. Zowel door bondgenoten als tegenstanders is stevige kritiek geuit. Eén minister is uit protest al afgetreden: Roxana Lizárraga, de minister van Communicatie, zei dat Añez “haar doelen uit het oog is verloren” en stapte zondag op. Hierna eiste Añez dat alle ministers zouden aftreden.
In een verklaring van het secretariaat van de president stond: “De constitutionele president Jeanine Áñez gelooft dat het gebruikelijk is dat aan de vooravond van de registratie van kandidaten er aanpassingen zijn in het team van het uitvoerend orgaan. Daarom heeft ze besloten om het ontslag van alle ministers te vragen. Ze zal binnen de kortst mogelijke tijd een regeringsploeg ratificeren.” Lizárraga was de eerste die reageerde: “Nee, het is niet normaal dat er in het kabinet aanpassingen worden gemaakt vóór de naderende verkiezingen, tenzij de regering een eigen kandidaat heeft. Als Áñez geen kandidaat was, zou ze haar ministers niet hoeven te vervangen.”
Añez had eerder toegezegd niet mee te doen aan de verkiezingen om zich te richten op het verenigen van de oppositie tegen de socialistische oud-president Evo Morales. Hij stapte in november op toen na verkiezingen rellen uitbraken, zijn regering de controle over het land verloor en hij onder internationale druk kwam te staan.
“Kandidaat zijn voor het presidentschap verstoort haar historische rol en de geloofwaardigheid van de overgangsregering”, schreef ook Carlos Mesa, de rivaal van Morales bij de verkiezingen van 20 oktober. Net als Lizárraga steunde hij aanvankelijk Añez, maar beiden menen nu dat ze hiermee het internationale imago van het land schaadt en “geen recht doet aan degenen die met democratische overtuiging hebben gevochten ter verdediging van de volkssoevereiniteit.”
Meerdere critici wijzen erop dat het de taak van de interim-president is om een “schoon en onpartijdig verkiezingsproces te garanderen.” Ze menen dat de overgangsregering haar doelstellingen heeft verloren: vrije verkiezingen, de benoeming van een onafhankelijk Kiestribunaal en transparantie in het openbaar bestuur. In plaats daarvan is de regering begonnen met dezelfde kwalen die ze zou bestrijden. Lizárraga stelt dat Áñez, door presidentskandidaat te worden, het mandaat van het gemobiliseerde volk opzij zet en de regering “ten dienste van een groep politici en een uitbreiding van de regering” heeft gesteld.
Voor José Orlando Peralta, een politicoloog, is het ontslag van Lizárraga een symptoom van de ontevredenheid van een deel van de burgerij over de beslissing van Áñez. “Na 22 januari legde de president de logica van de revolutie opzij en begon ze de traditionele politieke logica te hanteren: uitoefening van de macht om de macht met behulp van de retoriek van eenheid”, zei hij.
De rest van het kabinet van Áñez heeft geen mening geuit over het collectieve ontslagverzoek of over de ontslagbrief van Lizárraga. De kabinetscrisis zou niet totaal zijn. Bronnen zeggen dat Fernando López, minister van Defensie, voorlopig in functie blijft en wellicht ook de ministers van Economie en Sociale zaken. Er is ook sprake van Lizárraga’s vervanging door een journalist die gespecialiseerd is in digitale marketing.
Morales, die momenteel in Argentinië verblijft, zei op Twitter dat de kandidatuur van Añez het bewijs was dat er een ‘staatsgreep’ tegen hem was geweest, een standpunt dat hij al sinds zijn aftreden in november heeft ingenomen. Hij doet niet mee aan de nieuwe verkiezingen van 3 mei, maar heeft voormalig minister van Economie Luis Arce aangesteld als kandidaat voor zijn partij Beweging voor het Socialisme (MAS). Uit peilingen blijkt dat MAS aan kop gaat met 26 procent van de stemmen, terwijl de oppositie verdeeld is in meerdere partijen.