Als het aan Juan Carlos Gamarra, de ambassadeur van Peru in het Verenigd Koninkrijk, ligt is het antwoord duidelijk: pisco sour is een Peruaanse cocktail. Hij reageerde een paar dagen geleden met een ingezonden brief in The Guardian op een enkele weken eerder gepubliceerd artikel over de culinaire rijkdom van Chili. In dat artikel, met de aansprekende titel “12 Chileense voedselervaringen die je niet mag missen”, werd het drankje pisco sour aanbevolen.
De schrijvers van het artikel hielden al een slag om de arm met de opmerking dat over de herkomst van de pisco sour heftig gediscussieerd wordt. Maar voor de ambassadeur was dit duidelijk niet voldoende: de drank is Peruaans, genoemd naar de stad Pisco, ten zuiden van de hoofdstad Lima.
De Spanjaarden brachten de druiven mee die goed konden aarden in de vallei van Pisco. Nog altijd is de productie van echte pisco voorbehouden aan specifieke gebieden langs de Peruaanse kust, zoals rond Lima, Ica en delen van Tacna. Ook aan het type druif worden eisen gesteld: het moet de most van de piscaanse druif zijn, net gefermenteerd. De herkomst van pisco is in 2005 officieel geregistreerd bij de Wereldorganisatie van het Intellectuele Eigendom (WIPO).
Juan Carlos Gamarra vertelt de lezers ook wie de man was die het drankje in 1915 voor het eerst bereidde: Victor Morris, een Amerikaanse ondernemer. Geboren in Salt Lake City arriveerde Morris aan het begin van de twintigste eeuw in Peru om als kassier bij de spoorwegen te werken. In 1915 verhuisde hij naar Lima, waar hij dichtbij de Plaza Mayor een bar begon en voor het eerst het drankje mixte dat hem beroemd zou maken, in feite een variant op de whisky sour.