Tot gisteren waren er in Haïti 101 bevestigde coronabesmettingen en zijn twaalf patiënten aan het virus overleden. Op een bevolking van ruim elf miljoen en in aanmerking nemend dat de eerste besmetting werd vastgesteld op 19 maart lijkt dit mee te vallen. De overheid nam diezelfde dag nog een groot aantal maatregelen om een uitbraak in te dammen. Zo werden scholen, parken, bedrijfsterreinen, kerken en voodoo-tempels gesloten. De bevolking werd verzocht binnen te blijven en alleen voor essentiële zaken nog de straat op te gaan. De regering zou ervoor zorgen dat ziekenhuizen over mondkapjes, handschoenen en desinfecterende zeep konden beschikken. Er stonden 200 intensive care bedden klaar en er was een mogelijkheid om patiënten in quarantaine te plaatsen.
Zeven weken later maakt de mensenrechtenorganisatie RNDDH (Réseau National de Défense des Droits Humains) een eerste balans op. Voor Haïti was 2019 al een jaar vol van politieke en sociale onrust. Verschillende malen werd het openbare leven stilgelegd en waren mensen gedwongen thuis te blijven. Scholen bleven een groot deel van het jaar gesloten. Daar komt nu de coronacrisis bovenop. Voor een land waar ziekenhuizen altijd al gebrek hebben aan materiaal, en waar werknemers niet thuis kunnen werken maar de straat op moeten om in hun levensonderhoud en dat van hun gezin te voorzien, lijkt de lockdown een onmogelijke opgave.
Medewerkers van de RNDDH onderzochten de situatie in de overvolle gevangenissen. Terwijl de totale capaciteit van de gevangenissen formeel niet meer dan 3613 betreft, zitten er bijna 11.000 mensen opgesloten. Hoewel de regering verklaard heeft gevangenen in voorarrest (en dat kan in Haïti oplopen tot vele jaren) vrij te laten vanwege het virus, is dit tot nu toe mondjesmaat gebeurd. Zo was Rosner Aurius, in voorarrest sinds september 2012 op beschuldiging van oplichting, een van de 513 mensen die de gevangenis mocht verlaten.
In het rapport dat de RNDDH dinsdag 5 mei publiceerde, constateert de organisatie verder dat van de twaalf bezochte ziekenhuizen er slechts vijf over (onvoldoende) beschermingsmiddelen beschikken. De ziekenhuizen vormen zo een direct gevaar voor personeel én patiënten. Niet alleen zijn de 200 IC- bedden volstrekt onvoldoende, er is ook te weinig testmateriaal: de Wereldgezondheidsorganisatie heeft 1.100 tests gedoneerd. Ook de situatie in het openbaar vervoer en op de markten zorgt voor veel risico op besmetting: te veel mensen te dicht op elkaar en te weinig bescherming in de vorm van desinfecterende zeep of mondkapjes. De RNDDH juicht daarom het besluit van de overheid toe om vanaf 11 mei mondkapjes op markten en in het openbaar vervoer verplicht te stellen. Maar waar moeten deze mondkapjes vandaan komen?
De Europese Unie heeft eind vorige maand besloten om fondsen die bevroren waren vanwege de politieke crisis in Haïti, te ontdooien en ter beschikking te stellen voor de bestrijding van Covid-19. Samen met fondsen uit het EU-noodfonds ECHO hoopt de Europese Unie 165 miljoen hiervoor te kunnen vrijmaken.