De interim-president van Peru is afgetreden, een dag nadat twee mensen zijn omgekomen tijdens protesten tegen zijn regering. Manuel Merino, voormalig voorzitter van het Congres, zat minder dan een week op de post. Hij verving president Martín Vizcarra, die afgelopen maandag werd verwijderd in een afzettingsprocedure wegens beschuldigingen van omkoping, die hij ontkent. Politici hadden opgeroepen tot het aftreden van Merino na een gewelddadig optreden tegen demonstraties tegen hem.
Twaalf ministers van zijn onlangs benoemde kabinet zijn eerder afgelopen zondag afgetreden uit protest tegen het politiegeweld en zijn aanpak van de crisis. Het Congres slaagde er niet in om Merino te vervangen toen het op zondag bijeenkwam en wees een team af onder leiding van Rocío Silva Santisteban, een schrijver en voormalig mensenrechtenactivist. Een nieuwe lijst, bestaande uit een interim-president en hoge politici uit het hele spectrum, werd opgesteld.
Waarom zijn er protesten?
Tienduizenden demonstranten – velen van hen jong – hebben de afgelopen dagen deelgenomen aan protesten tegen de afzetting van Vizcarra. Ze beschuldigen het Congres van een parlementaire staatsgreep. De 57-jarige Vizcarra genoot de voortdurende steun van veel kiezers voor zijn pogingen tot hervorming.
De protesten van afgelopen zaterdag in hoofdstad Lima waren grotendeels vreedzaam, maar tegen de avond braken er botsingen uit tussen politie en demonstranten. De politie heeft naar verluidt traangas en hagel afgevuurd om demonstranten af te weren, van wie sommigen vuurwerk en stenen hadden gegooid. Twee studenten, Jack Pintado (22) en Inti Sotelo (24) kwamen om bij de protesten.
“Ik wil het hele land laten weten dat ik ontslag neem”, zei Merino in een televisietoespraak. Er zijn zorgen over een groeiende politieke crisis nu Peru wordt geconfronteerd met een ernstige economische neergang als gevolg van de coronapandemie. Verwacht werd dat Merino interim-president zou blijven tot juli 2021, wanneer de ambtstermijn van Vizcarra zou aflopen.
Vizcarra is sinds zijn aantreden in maart 2018 verwikkeld in een bittere strijd met het Congres, dat wordt gedomineerd door rivaliserende partijen. Hij heeft de aantijgingen ontkend dat hij steekpenningen ter waarde van 2,3 miljoen soles ($ 640.000) accepteerde toen hij gouverneur was van de zuidelijke regio Moquegua.