Zondag 18 oktober gaan de Bolivianen naar de stembus voor historische verkiezingen, de eerste sinds 2002 zonder dat Evo Morales kandidaat is voor het presidentschap. Morales, president vanaf 2006, moest eind 2019 aftreden en het land verlaten na langdurige rellen in het land. Hij woont tegenwoordig in buurland Argentinië.
Morales’ partij, de Movimiento al Socialismo (Beweging naar het Socialisme, MAS) doet echter wel mee aan de verkiezingen onder aanvoering van voormalig minister van Economie onder Morales, Luis Arce (foto).
Morales en de MAS werden onder druk van de bevolking een jaar geleden gedwongen de macht op te geven, na beschuldigingen van fraude bij verkiezingen en van machtsmisbruik. Desondanks blijven ze populair onder andere delen van de bevolking, met name bij Bolivianen van inheemse komaf die het onder de MAS beduidend beter hebben gekregen.
De polarisatie onder de bevolking bestaat nog steeds. Volgens een telefonische peiling, gepubliceerd in de krant El Deber, kan Arce volgend weekend rekenen op 34 procent van de stemmen.
De belangrijkste tegenstander van de MAS lijkt, net als bij vorige verkiezingen, de CC (Comunidad Ciudadana, Burgerbeweging) geleid door voormalig president (2003 – 2005) Carlos Mesa. Mesa lijkt nu te kunnen rekenen op bijna 28 procent van de stemmen. Daarmee hebben Arce en Mesa een grote voorsprong genomen op Luis Fernando Camacho van de Revolutionaire Nationalistische Beweging (MNR) en de vier andere kandidaten.
Desondanks is volgens de peiling op dit moment de derde groep in grootte die van de zwevende kiezers inclusief degenen die zeggen niet te gaan stemmen: ruim 19 procent van het electoraat zegt tot deze groep te behoren. Dat is overigens beduidend minder dan een maand geleden, toen nog 32 procent van de Bolivianen aangaf geen voorkeur te hebben.
Met deze cijfers zouden Arce en Mesa het opnieuw tegen elkaar opnemen tijdens een tweede ronde van de presidentsverkiezingen, die dan in de eerste helft van november zou moeten plaatsvinden.