Peru was op 15 maart een van de eerste landen dat strikte maatregelen nam om de verspreiding van het coronavirus te voorkomen, zoals een avondklok en gesloten grenzen. Toch is het met bijna 124.000 bevestigde coronagevallen, waarvan 3.600 overleden, na Brazilië het land met het hoogste aantal slachtoffers in Zuid-Amerika.
Nog steeds is 85 procent van de beschikbare IC-bedden met beademingsapparaten in Peru bezet en het gezondheidssysteem staat op het punt van bezwijken. Zwaartepunten zijn de hoofdstad Lima en het noordelijke Amazonegebied. Hoe heeft het zo ver kunnen komen?
De enorme inkomensongelijkheid in Peru is een van de redenen, volgens dr. Elmer Huerta. Vele armen in het land hebben geen keus om thuis te blijven. Zo heeft slechts 49 procent van de Peruanen een koelkast (61 procent in stedelijke gebieden), waardoor ze voedsel niet goed kunnen bewaren. Ze moeten dus dagelijks naar de markt om boodschappen te doen.
Op 14 april toonde TV Peru beelden van een markt in een buitenwijk van Lima. Kopers stonden uren in de rij en veel anderen hingen gewoon rond. Hoewel de meesten mondkapjes droegen, was het onmogelijk om afstand te bewaren. “Maar als we hier niet heen gaan, hebben we niets te eten”, aldus een bezoekster.
De overheid geeft financiële hulp aan getroffen gezinnen, maar vaak dringen ze samen in banken om die noodhulp in ontvangst te kunnen nemen. Bij de verdeling zijn enorme fouten gemaakt die voorkomen hadden kunnen worden: zo was bekend dat slechts 38 procent van de bevolking beschikt over een bankrekening. Alle andere uitkeringsgerechtigden moesten dus persoonlijk naar de bank komen om het geld te kunnen innen.
Het zijn met name ook de armen die veelal bovenop elkaar wonen, of met een heel gezin in een kamer slapen. En niet minder dan 72 procent van de bevolking verdient een inkomen in de informele economie, als dagloner: een dag niet werken is dus een dag niet eten. In zulke omstandigheden is thuisblijven niet echt een optie. Gedurende de eerste weken van de noodtoestand werden niet minder dan drieduizend mensen gearresteerd wegens het zich niet houden aan de ‘lockdown’. Inmiddels ligt de nadruk meer op het handhaven van gezondheidsprotocollen op markten.
Vorige week kondigde president Martin Vizcarra een vijfde achtereenvolgende verlenging van de noodtoestand aan, maar dit keer mochten bijvoorbeeld kapsalons, voedselbezorgdiensten en tandartsen hun deuren weer voorzichtig openen. Vizcarra waarschuwde wel dat zijn landgenoten sommige schadelijke gewoontes zullen moeten afleren.
Gezien de dagelijkse realiteit in Peru is dat voor de president gemakkelijker gezegd dan voor zijn landgenoten gedaan.