Een groep wetenschappers heeft in Argentinië een fossiel van een reuzenluiaard van 3,5 miljoen jaar oud gevonden. Het is tot nu toe het oudste gevonden exemplaar ter wereld. Volgens het Museum voor Natuurwetenschappen van Miramar betreft de vondst een schedel van een jong luiaard.
De Megatherium – zoals het diersoort officieel heet – was een landdier dat 10.000 jaar geleden in Zuid-Amerika leefde. Qua grootte leek het op een volwassen olifant, het dier kon een lengte van vijf meter bereiken en een gewicht van zes ton. Volgens de wetenschappers had het dier een nauwe snuit en een lange tong waarmee het takken van bomen kon lostrekken. De Megatherium is uitgestorven door het toedoen van jagers.
De gigantische luiaard vormt een mysterie en een grote bron van nieuwsgierigheid voor wetenschappers, door zijn ongewone anatomie en grootte. Alhoewel het algemeen geldende idee is dat deze soort herbivoor was, denken sommige onderzoekers dat het dier mogelijk vlees at, en zijn grote klauwen gebruikte om dieren aan te vallen. Mogelijk had het dier nauwelijks haar – net als een olifant of neushoorn – in tegenstelling tot de behaarde luiaards die vandaag de dag leven.
In Argentinië zijn vaker resten van reuzenluiaards gevonden, maar nog nooit zo oud. In Bolivia zijn ook vergelijkbare fossielen gevonden. Volgens het Museum van Miramar is de geschiedenis van deze gigantische zoogdieren nog vrij onbekend. Mogelijk hebben ze een veel complexere ontwikkeling dan verwacht. Vermoedelijk ontstond de grote grondluiaard zo’n 5 miljoen jaar geleden. Binnen het geslacht ontstonden twee ontwikkelingslijnen: de ene lijn leefde voornamelijk hoog in de bergen van de Andes, de andere lijn bewoonde de centrale tot zuidelijke regio’s in Zuid-Amerika, voornamelijk in het Pampagebied in Argentinië. De gevonden luiaard behoort tot deze laatste ontwikkelingslijn.