Een paar maanden nadat zeven Europese landen verklaarden dat de ontbossingen in Brazilië een negatief effect hadden op hun investeringen in Brazilië, heeft vice-president generaal Hamilton Mourão hen laten zien dat er in de Amazone niets aan de hand is.
Tijdens een excursie van drie dagen nam Mourão, samen met de ministers van Milieu en Landbouw, de ambassadeurs van een tiental landen eerder deze maand meeaar het Amazonewoud. Die delen die getroffen zijn door de toenemende houtkap en de bosbranden in het gebied, werden echter niet bezocht.
De ambassadeur van de Europese Unie in Brazilië, de Spanjaard Ignacio Ybáñez (foto van zijn Twitter account), prees het initiatief als een bijdrage aan “het versterken van de dialoog” op een voor de Europeanen cruciaal onderwerp. Maar hij voegde er aan toe dat de politieke wil om in dialoog te gaan “zich moet vertalen in daden” om de hoge ontbossingscijfers tegen te gaan.
Behalve Ybáñez en vertegenwoordigers van zes Europese landen waren ook diplomaten uit Canada, Peru, Colombia en Zuid-Afrika van de partij. Nederland was niet vertegenwoordigd. De diplomaten klaagden na afloop niet alleen dat ze geen getroffen gebieden hadden kunnen bezoeken, maar ook dat het hen niet gegund was met het maatschappelijk middenveld af te spreken.
De Britse handelsattaché Liz Davidson was dan ook niet overtuigd van de goede bescherming van het Amazonegebied en vroeg op Twitter aan de Braziliaanse overheid om een samenhangend plan de ontbossingen het hoofd te bieden, “waaronder stappen om de ontbossingen tot nul terug te dringen in 2030”.
Na een jaar onder de regering-Bolsonaro zijn de voorlopige cijfers echter alarmerend: er is dertig procent meer regenwoud verwoest vergeleken met het vorige meetmoment. Deze 9.700 km2 komt overeen met twee keer de oppervlakte van de provincie Gelderland. De verwoesting van het Amazonewoud was een belangrijk argument tegen het ondertekenen van een vrijhandelsakkoord tussen de EU en de Zuid-Amerikaanse economische gemeenschap Mercosur vorig jaar.