Vogelliefhebster Ruth Márquez had in 2017 het geluk een zwerm zwarte kolibries (Aglaeactis pamela) te zien. Het was in de buurt van het Corani stuwmeer, ten oosten van de Boliviaanse stad Cochabamba. De toerisme-studente was zo onder de indruk van de schoonheid van het vogeltje, dat ze besloot de plek zelfs niet te delen met haar vrienden van de Vogelclub Cochabamba (COAC).
Pas veel later liet ze hen enkele foto’s zien van de vogeltjes waarvan er toen nog “als vliegen” zo veel waren. Het gebied staat bekend als de ‘hoge Yungas’, waar de Andesbossen overgaan in de kalere hoogvlakte. De eerste keer zag ze slechts een klein akkertje in de buurt, maar tijdens haar volgende bezoeken werden dat er steeds meer.
Twee jaar later waren grote delen van het gebied al in gebruik voor landbouwdoeleinden en leden van COAC zagen vrijwel geen zwarte kolibries meer. De vogelspotters constateerden ook bezorgd dat de ontbossing enorm toegenomen was.
Het verdwijnen van de leefomgeving van de zwarte kolibrie hier is zorgwekkend, omdat de soort endemisch is. Buiten de departementen La Paz, Cochabamba en Chuquisaca komt ze niet voor. Dat betekent vogelliefhebbers van over de hele wereld geïnteresseerd zouden kunnen zijn naar dit deel van Bolivia komen om de zwarte kolibrie te kunnen spotten. Maar dan moet deze er nog wel zijn.
Rodrigo Soria, bioloog en directeur van de natuurbeschermingsorganisatie Armonía, betreurt ook de kortzichtigheid waarmee het land in cultuur gebracht wordt. Natuurlijk hebben de mensen voedsel nodig, maar als de ontginning niet met zorg gebeurt, treedt er in dit bergachtige gebied erosie op en verdwijnen de waterbronnen misschien wel.
Momenteel worden de mogelijkheden bestudeerd om vogeltoerisme op te zetten, dat zo veel inkomsten voor de plaatselijke bevolking kan opleveren dat ze bepaalde soorten zullen gaan beschermen. En dat is waar Ruth Márquez momenteel voor gaat bij haar studie: “Ik ga me daar in specialiseren!”