Op 10 maart kwam het Boliviaanse Experimentele Orkest van Inheemse Instrumenten in Duitsland aan, voor een bezoek en een serie concerten van twee weken. De meeste orkestleden waren nog nooit in het buitenland geweest, anderen waren pas 17 jaar. Het zou een ervaring worden om nooit te vergeten.
En inderdaad. Precies op dat moment nam de Duitse overheid maatregelen om de verspreiding van het coronavirus te voorkomen. Zo werden in Berlijn en omgeving grootschalige evenementen verboden. Het orkest werd ondergebracht in het Rheinsberg kasteel in het gelijknamige plaatsje, ten noordoosten van de Duitse hoofdstad.
Na een week in Duitsland had het virus ook Bolivia bereikt en kondigde de overheid anti-corona maatregelen aan, waaronder de sluiting van de grenzen. Snel probeerden de ongeveer dertig orkestleden nog naar huis te komen maar ondertussen had Peru haar luchtruim voor internationale vluchten gesloten, waarmee Bolivia feitelijk onbereikbaar geworden was. Duitsland was inmiddels in ‘lockdown’ gegaan en de Bolivianen mochten het terrein van het ‘Schloβ’ niet meer af.
Hoewel het terrein zo groot was dat het 23 roedels wolven huisvest, was er verder, behalve oefenen, niet veel te doen. Pas bij het verlichten van de lockdown eerder deze week kon het kasteel zelf eindelijk bezocht worden. Tracy Prado, die pas sinds december deel uitmaakt van het orkest, had toen de elfde verjaardag van haar dochtertje al gemist.
“Er zijn ergere plaatsen om vast te zitten”, aldus de 25-jarige Miguel. “Als ik wakker word zie ik de zon opkomen boven het bos en het meer. Thuis hoor ik alleen maar verkeerslawaai.” Toch hebben velen van zijn mede-musici het gevoel ‘vergeten’ te zijn. “Bovendien”, vertelt Carlos, “denken velen thuis dat we in een sprookjesland zijn.”
Volgens de Boliviaanse minister van Buitenlandse Zaken, Karen Longaric, hoort de repatriëring van het Experimentele Orkest van Inheemse Instrumenten, niet tot de prioriteiten van haar ministerie. Volgens haar wisten de leden dat de grenzen dicht zouden gaan toen ze vertrokken, hoewel er toen nog geen enkel geval van corona in het land geregistreerd was.
Carmed is vooral teleurgesteld dat de optredens, waar ze zo hard voor geoefend had, niet door zijn gegaan. “Het orkest hielp me enorm na de dood van mijn vader. Mijn familie was zo trots dat ik naar Europa ging!” Voor andere families waren de inkomsten van de orkestleden belangrijk en die moeten ze nu missen.
Ook voor de Duitse organisatoren van de reis ontstaan er financiële uitdagingen: de kosten van onderdak voor het orkest bedragen elke maand 38.400 euro. Inmiddels probeert de Boliviaanse overheid Carlos, Miguel, Tracy en de anderen begin juni terug naar huis te krijgen, via Madrid.
Carlos: “Ik droom er van om op een dag wakker te worden in mijn eigen bed in Bolivia en te weten dat dit voorbij is. Maar ik weet ook dat ik vanaf die dag dit alles hier zal missen.”