Rond half januari kondigde de Amerikaanse autofabrikant Ford aan dat het haar drie fabrieken in Brazilië zal sluiten. Daarmee komt een einde aan de productie van Fords die begon in 1919 in dat land.
Volgens het persbericht van het bedrijf zal de productie met onmiddellijke ingang gestaakt worden, “omdat de COVID-19 pandemie de huidige overcapaciteit verder versterkt bij een dalende verkoop en aanhoudende verliezen”. Volgens de bedrijfsvakbonden zullen zo’n 4.800 werknemers hun baan verliezen.
Tegelijkertijd gaf Ford aan dat het haar Zuid-Amerikaanse hoofdkantoor, ontwikkelingscentrum en testlocaties in Brazilië zal handhaven.
“Na meer dan een eeuw aanwezigheid in Zuid-Amerika en in Brazilië weten we dat dit een moeilijke maar noodzakelijke beslissing is om te komen tot een gezonde en duurzame bedrijfsvoering”, aldus Jim Farley, directeur en CEO van Ford. “We gaan in de richting van een kleinschalig, flexibel productiemodel, waarbij we de productie in Brazilië stopzetten maar onze klanten blijven bedienen met enkele van de beste en meest opwindende voertuigen uit ons wereldwijde aanbod.” Deze voertuigen zullen vanuit Argentinië, Uruguay en elders aangevoerd worden.
Het besluit van Ford is een nieuwe slag voor Brazilië, waar al sinds 2014 een economische crisis heerst, verergerd door de huidige coronapandemie. De officiële nationale werkloosheid nadert de vijftien procent, maar dat is volgens economen een veel te lage schatting.
Fabio Wajngarten, woordvoerder van president Jair Bolsonaro, zei op Twitter dat Fords besluit “niets van doen heeft met Braziliës politieke, economische of juridische situatie”. “Iedereen die iets anders zegt, liegt en is een aandachtzoeker.”
Ondanks de crisis was Ford over 2020 het vijfde meest verkochte automerk in Brazilië, met een marktaandeel van zeven procent.