Op vrijdag 4 september wordt, onder de Colombiaanse Cordillera Central, de langste tunnel van Latijns Amerika officieel geopend. Deze tunnel van La Línea is 8,65 kilometer lang en maakt een betere wegverbinding tussen het midden en het westen van het land mogelijk, met name tussen Buenaventura aan de westkust en hoofdstad Bogotá.
De eerste gedeeltes van de verbinding werden al in 1913 aangelegd, maar de tocht bleef lang: een bus deed over de bochtige éénbaansweg zo’n tien uur over de route. Als straks de dubbele tweebaansweg over een afstand van dertig kilometer voor en na de tunnel La Línea tussen Cajamarca (Quindio) en Calarcá (Tolima) gereed is, is de tijdwinst maar liefst anderhalf uur. Vooral omdat de gemiddelde snelheid dan omhoog kan van 18 naar zestig kilometer per uur. Nu al, met nog slechts een tunnelbuis open, is de tijdwinst vijftig minuten.
Het totale project heeft 2,9 miljard pesos gekost, een kleine 670 miljoen euro, maar ook heel veel hoofdbrekens en technische uitdagingen. Naast de hoofdtunnel, en natuurlijk een parallelle veiligheidstunnel, zijn er 24 andere tunnels aangelegd naast zo’n dertig bruggen en viaducten.
Vanwege budgetoverschrijdingen maar ook vanwege de lokale geologie (en aardbevingsgebied met niet minder dan 8 breuklijnen op het traject van de tunnel) werd het project meerdere malen stilgelegd.
De oude weg was bovendien vaak, bijna veertig dagen per jaar, afgesloten vanwege weersomstandigheden of ongelukken. Dat moet vanaf nu allemaal tot het verleden gaan behoren. Het hele project moet in april 2021 opgeleverd worden. Transportondernemers kunnen dan een besparing van 25 tot dertig procent verwachten op het traject tussen hoofdstad en haven.