Het vertrouwen van de Argentijnen in hun eigen munt, de peso, is laag. Velen proberen dollars achter de hand te houden en bewaren deze in vaak kleine hoeveelheden gewoon thuis: de zogenaamde matrasreserve.
Nadat de Centrale Bank donderdag het inwisselen van pesos in dollars aan banden probeerde te leggen, daalde de koers van de peso naar een record van 75,25 per dollar. Op de zwarte markt zakte ze zelfs tot 145 per dollar.
Behalve het aankopen van dollars heeft de Argentijnse Centrale Bank ook het doen van aankopen met een credit card in buitenlandse valuta verder aan banden gelegd, net als de handel in aandelen die in dollars geprijsd zijn. Dit alles om de dollarreserve van de overheid te beschermen.
Dinsdag bracht de regering een ambitieus plan naar buiten, waarbij in 2021 een tekort van 4,5 procent van het Bruto Nationaal Product nagestreefd wordt. Dit alles bij een robuuste economische groei van 5,5 procent. Voor dit jaar houden Argentijnen echter, volgens een opiniepeiling van de Centrale Bank, rekening met een economische krimp van niet minder dan twaalf procent.
Concreet betekenen de wisselkoersmaatregelen dat er 35 procent belasting geheven zal worden op het afbetalen van creditcardbetalingen in buitenlandse valuta, en bovendien tot een grens van tweehonderd Amerikaanse dollar.
Als om de slechte economische situatie te onderstrepen kwam het nationale bureau voor de statistiek Indec woensdag 18 september met het bericht dat de inflatie in augustus 2,7 procent bedroeg, en 18,7 procent over de eerste acht maanden van het jaar. Dat bracht de inflatie over de laatste twaalf maanden op niet minder dan 40,7 procent.
Ondanks dat verschillende basisbehoeften en huur in prijzen ‘bevroren’ zijn, waren het in augustus vooral voedselproducten die duurder werden, net als huishoudelijke apparatuur en onderhoudskosten.
Over het jaar 2019 was de inflatie in Argentinië 53,8 procent. De overheid probeert uit alle macht dit cijfer naar beneden te krijgen. Desondanks wordt er voor 2020 een inflatie van veertig procent verwacht, terwijl het recente overheidsplan uitgaat van een nog steeds substantieel cijfer van 29 procent voor 2021.