Sinds 2015 verliet een op de zes Venezolanen het land
Met enige regelmaat haalt de Venezolaanse vluchtelingencrisis het nieuws, maar veel impact heeft dat niet in Europa. In vergelijking met de Syrische crisis is de aandacht voor Venezuela veel minder. Dat heeft gevolgen voor de financiële steun voor noodhulpprogramma’s voor Venezolanen. De Verenigde Naties luiden de noodklok.
Sinds in 2015 de eerste Venezolanen hun land verlieten als gevolg van de onhoudbare politieke en economische situatie is hun aantal gegroeid tot ruim vijfeneenhalf miljoen. Alleen Syrië telt meer vluchtelingen. Op een bevolking van dertig miljoen betekent het dat nu een op de zes Venezolanen in het buitenland verblijft.
Het is hiermee veruit de grootste externe vluchtelingencrisis in de geschiedenis van het Zuid-Amerikaanse continent, maar tegelijkertijd ook de crisis met het grootste gebrek aan financiële middelen. In vergelijking met Syrië ontvangen hulporganisaties zoals de UNHCR, de vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties, en de IOM, de Internationale Organisatie voor Migratie, slechts een tiende per vluchteling. Gebaseerd op getallen uit 2020 was er per capita voor iedere Syrische vluchteling USD 3,150 beschikbaar, tegenover USD 265 voor iedere Venezolaan.
“Niet eerder in de geschiedenis van Latijns-Amerika zagen we zo’n grote uittocht van mensen uit een land dat een van de rijkste van de regio was, en een land dat niet in oorlog was”, zegt Eduardo Stein, speciale vertegenwoordiger van de UNHCR en de IOM in The Guardian. “Wanneer er iets mis gaat in een van de grootste en rijkste landen van het continent gaat dat gevolgen hebben voor de rest van de regio. Latijns-Amerika zal nooit meer hetzelfde zijn.” Hij denkt dat ‘donormoeheid’ een van de redenen is voor het gebrek aan fondsen: “Deze pandemie heeft de ontwikkelde landen, die traditioneel de belangrijkste donoren zijn, hard getroffen.”
Stein hoopte dat een door Canada georganiseerde virtuele donorconferentie vorige week voor hernieuwde belangstelling zou zorgen. Maar hoewel dertig landen steun toezegden blijft er volgens Danny Bahar, senior medewerker aan het Brookings Institute, een onderzoeksgroep in Washington D.C., nog een groot financieel gat in de begroting van de hulporganisaties. Vorig jaar ontvingen de organisaties minder dan de helft van het bedrag dat de Verenigde Naties voor het noodhulpplan vroegen. Het Rode Kruis geeft aan dat het 265 miljoen dollar nodig heeft om Venezolanen in zeventien gastlanden bij te staan.
Vorig jaar waren de grenzen lange tijd gesloten als gevolg van de coronapandemie, maar desondanks groeide het aantal Venezolanen dat hun land verliet met zeker 300.000. Eduardo Stein zegt dat momenteel dagelijks tussen de 1800 en 2000 Venezolanen de grens overtrekken, hierbij gebruik makend van gevaarlijke routes en mensensmokkelaars.
De meeste vluchtelingen worden opgevangen in Colombia, tenminste 1,7 miljoen mensen. Dominika Arseniuk, directeur van de Colombiaanse afdeling van de Norwegian Refugee Council, zegt: “We bevinden ons op een omslagpunt, als gevolg van de financiële problemen. Internationale solidariteit en financiële steun is jammerlijk onvoldoende en is veel te weinig om iets te kunnen doen voor de behoeften van de massale uittocht uit Venezuela.”