Roman van Amanda Smyth over het leven van een vrouw in Trinidad en Tobago in 1950
Celia D’Abadie groeit op het Caribische eiland Tobago op. Ze woont bij Tante Tessi, de zus van Celia’s overleden moeder, die tijdens de bevalling van Celia stierf. Contact met haar blanke vader, die in Engeland woont, heeft ze niet. In Tobago leidt ze een rustig leven, samen met haar twee nichtjes en Tante Tessi’s man, Roman. Op de dag na jaar zestiende verjaardag verandert haar leven voorgoed. Ze is alleen thuis met haar oom Roman en hij gedraagt zich vreemd. Uiteindelijk verkracht hij haar. Celia vlucht diezelfde nacht nog, ze kan niet langer bij haar oom en tante blijven wonen. De volgende dag neemt ze een boot naar Trinidad, waar haar tante Sula woont. Bij haar hoopt ze een nieuw leven te kunnen opbouwen. Maar in Trinidad loopt alles anders dan verwacht en komt ze achter een belangrijk deel van haar familiegeschiedenis.
Roofdierachtige mannen
Het huis bij de plantage van Amanda Smyth speelt zich af in de jaren vijftig van de twintigste eeuw. Achter dit fictieverhaal schuilt een scherpe portrettering van de samenleving in Trinidad en Tobago toentertijd. Relaties tussen mensen worden gekenmerkt door koloniale en patriarchale verhoudingen. Celia raakt gevangen in een wereld waar de vrouw nauwelijks de ruimte heeft om eigen keuzes te maken. Mannen zullen grotendeels haar levenspad bepalen. Ook de andere vrouwen in het boek zijn overgeleverd aan de grillen van roofdierachtige mannen. Alle vrouwen, ongeacht hun afkomst en sociale klasse, zullen op hun manier lijden. Ze zitten gevangen in een wereld van leugens. Celia daarentegen besluit om te leven zonder geheimen.
Het boek is ook een persoonlijke innerlijke zoektocht van Celia als jongvolwassen vrouw op de Caribische eilanden. Stap voor stap ziet de lezer hoe ze verstrikt raakt in de plannen van andere mensen, maar ook hoe ze haar situatie uiteindelijk overstijgt. Zo schreef het Britse dagblad The Independent over het huis bij de plantage: “Het verhaal van Smyth is krachtig en authentiek en Celia is een charmante, aardse en tegelijkertijd spirituele heldin die groeit, door het leven getekend en strijdend, in de loop van het boek.”
Solidariteit
De band tussen vrouwen is sterk aanwezig in het verhaal: de altijd aanwezige solidariteit en vijandschap vaak gevormd door die koloniale, patriarchale wereld waarin ze gevangen zitten. Die solidariteit of vijandschap zijn vaak overlevingsstrategieën. Meerdere vrouwen in het boek voelen zich bedreigd in hun werkomgeving of plaats in het gezin door de aanwezigheid van andere vrouwen. Maar uiteindelijk hebben ze alleen elkaar, want op mannen kunnen ze niet bouwen. Ze moeten zich zien te bewegen in een wereld waarin zij de spelregels niet verzonnen hebben. Amanda Smyth zet die onderliggende relaties tussen vrouwen scherp neer zonder expliciet te noemen wat de persoonlijke motieven van de personages zijn.
Het huis bij de plantage is de debuutroman van Smyth. Hoewel het fictie is, bevat het boek persoonlijke verhaallijnen afkomstig van het leven van Smyth. Haar grootvader werd in de jaren vijftig in Trinidad vermoord, toen hij de arbeiders van zijn plantage wilde uitbetalen. Hij vormt de inspiratie voor een van de personages in het boek. Daarnaast heeft Amanda een persoonlijke band met Trinidad en Tobago. Ze is van Iers-Trinidiaanse afkomst: Smyth’s moeder is een blanke vrouw uit Trinidad, haar vader komt uit Ierland. Ieder jaar gingen ze met de hele familie twee maanden op vakantie naar het Caribische eiland. Dat Smyth het eiland kent is goed te merken: via prachtige sfeerimpressies kan de lezer zich een goede voorstelling maken van Trinidad en Tobago en het leven op de eilanden. De cultuur, de koloniale verhoudingen tussen plantagehouders en arbeiders, het warme en vochtige klimaat, het bijgeloof en de volksverhalen, het zijn allemaal elementen die Smyth moeiteloos in haar boek verwerkt. Na haar debuutroman schreef Smyth meer boeken die zich in Trinidad afspelen.
Amanda Smyth, Het huis bij de plantage, Uitgeverij Van Gennep Amsterdam, 2009, ISBN 9789461641328, 271 pag., € 19,90, Vertaling: V. van der Tol en Roelien Vermaant