Archeologisch onderzoek in Peru laat zien dat inheemse volkeren gedurende vijfduizend jaar het Amazonewoud op duurzame wijze bewoonden. In een recente studie, gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences, geven onderzoekers aan dat de mens in de prehistorie nauwelijks impact had op zijn omgeving. Dit in tegenstelling tot andere regio’s van de Amazone, waar de mens een behoorlijke impact heeft gehad op hoe het bos er vandaag de dag uitziet.
De inheemse volkeren die duizenden jaren geleden het Amazonegebied van Peru bewoonden, leefden in het woud zonder een negatieve impact te hebben op het voorbestaan van het regenwoud en de diersoorten. Het bos werd niet op grote schaal gekapt, gecultiveerd of op een andere manier veranderd. Deze conclusies werden getrokken nadat een groep onderzoekers uit Panama, Nederland en de Verenigde Staten de bodem van het regenwoud onderzochten op bewijs van de impact van de mens op zijn omgeving. Door middel van archeobotanie – een wetenschappelijke discipline die plantaardige resten bestudeert ter ondersteuning van archeologisch onderzoek – kon men in diverse lagen van de bodem onderzoeken hoe het bos eruit zag in verschillende periodes. Het onderzoek vond plaats in drie gebieden in het noordoosten van de Peruaanse Amazone. Deze bevonden zich dieper in het bos, op minstens een kilometer afstand van rivieren en alluviale vlaktes.
In het bos troffen ze weinig tekenen aan van modificatie door de mens gedurende een periode van vijfduizend jaar. Dolores Piperno, onderzoeker aan het Smithsonian Tropical Research Institute in Panamá, denkt dat de verafgelegen zones van rivieren minder druk bewoond werden. Archeologisch onderzoek in de Amazone had tot nu toe gesuggereerd dat de mens het bos op intensieve wijze actief vorm gaf al voordat de Europeanen de Amerika’s binnendrongen. Zo werd aangetoond dat in andere regio’s in het Amazonegebied de boomsoorten die nu het regenwoud vormen ooit aangeplant zijn door haar prehistorische bewoners. Verder is bekend dat sommige delen van het Amazonewoud, die men beschouwd als ‘wild’, pas 500 jaar oud zijn: na de komst van de Europeanen stierf een groot deel van de inheemse bevolking door pandemieën waardoor het bos er kon terugkeren. Het onderzoek uit Peru laat zien dat het bos hier nauwelijks is veranderd gedurende een periode van vijfduizend jaar.
Piperno stelt dat dit onderzoek kan bijdragen aan de hedendaagse bescherming van het bos, omdat het aantoont hoe mensen op een duurzame wijze kunnen wonen in het Amazonewoud en tegelijkertijd ervoor kunnen zorgen dat de rijke biodiversiteit blijft bestaan. De onderzoekers hopen hiermee te reconstrueren hoe men dat vroeger deed.