In de wildernis van Peru worden 300 diersoorten bedreigd door de illegale handel in dieren. Jaarlijks slagen de autoriteiten erin om vijfduizend dieren in beslag te nemen wegens clandestiene activiteiten. Volgens het Peruaanse ministerie van Landbouwontwikkeling en Irrigatie vormt de illegale handel in wilde dieren een bedreiging voor de biodiversiteit van het Zuid-Amerikaanse land.
Volgens Jessica Gálvez-Durand, dierenarts en directrice van het directoraat duurzaam beheer van het erfgoed van de natuurlijke fauna, is de illegale handel niet alleen gevaarlijk voor het voortbestaan van diersoorten. Men dient ook rekening te houden met de gevaren voor de volksgezondheid. De illegale handel van wilde dieren verhoogt het risico op de verspreiding van zoönosen – infectieziektes die van dieren op mensen kunnen worden overgedragen -. Gálvez-Durand ziet het coronavirus als een waarschuwing voor andere pandemieën die in de toekomst kunnen toeslaan.
Jaguar
Van de 300 bedreigde diersoorten bestaan er grote zorgen over de jaguar (Panthera Onca), de grootste katachtige van Zuid-Amerika. Het roofdier wordt ernstig bedreigd. Het dier heeft inmiddels de IUCN Rode Lijst-status ‘kwetsbaar’ bereikt: het is niet uitgesloten dat jaguars nog deze eeuw zullen uitsterven. Volgens experts verloor deze wilde kat in de afgelopen eeuw vijftig procent van zijn territorium. Peru is, na Brazilië, het tweede land met de hoogste populatie aan jaguars.
De katachtige wordt bedreigd door bosbranden, ontbossing en de vernietiging van zijn habitat. De illegale jacht is ook een belangrijke bedreiging, vaak gerelateerd aan mens-dierconflicten. Verder vraagt de Aziatische markt naar lichaamsdelen van de jaguar voor medicinale doeleinden.
Om de illegale handel in wilde dieren, zoals de jaguar, te bestrijden is het van belang dat de Peruaanse autoriteiten samenwerken met buurlanden Bolivia, Colombia, Ecuador en Chili. Het regenwoud laat zich niet limiteren door landsgrenzen. Hierdoor is een goede coördinatie tussen de landen vereist.