Met de verdwijning van de jonge Nederlandse vrouwen Lisanne Froon en Kris Kremers in Panama in 2014 in het achterhoofd is het verhaal De wilden van Marion Pauw (1973) helemaal niet zo vergezocht.
Hoofdpersoon Naní de Jager is begin veertig. Ze verliest tijdens een excursie in de jungle van Panama haar gids en medereizigers uit het oog en verdwaalt. Moederziel verloren en onbeholpen zwerft ze alleen door het bos, mobiele telefoon zonder bereik en werkelijk geen idee wat te doen. Ze wordt ziek. Net op tijd wordt Naní gevonden door een indiaan, die zich over haar ontfermt en meeneemt naar zijn stam.Daar overdenkt ze haar leven in Nederland.
Thuis in eigen land is Naní een perfectionistische en materialistische vrouw uit Amsterdam-Zuid, met een succesvol cateringbedrijf. Haar 17-jarige huwelijk met architect Krijn zit in een sleur en samen hebben ze twee tieners, Felicia (16) en Thijs (14). Het leven van het gezin staat op z’n kop als Naní een misstap begaat. Voorlopig is Naní weinig welkom thuis, dus als ze eenmaal is opgekalefaterd, besluit ze bij de indianen te blijven en hen te helpen om te school te bouwen.
Bij het verhaal, dat als roman of literaire thriller gepresenteerd wordt, zijn een aantal kanttekeningen te plaatsen. Hoe realistisch het is dat deze blanke vrouw die nauwelijks Spaans spreekt, laat staan een indiaanse taal, zomaar door een inheemse indianenstam opgenomen wordt? En op het moment dat Naní ‘leeft’ bij de indianenstam en bezig is met de school, lijken Nederland en haar gezin niet meer te bestaan. Hoe geloofwaardig is dat voor een zwaar gefrustreerde vrouw die haar man en kinderen in crisis achterlaat?
Op zich is het uitgangspunt van het verhaal een interessant gegeven, met ruimte voor een botsing tussen culturen, letterlijk twee (denk)werelden. Maar de beschrijving van de Panamese jungle en de indianen is oppervlakkig. Naar eigen zeggen heeft Pauw als ‘research’ twee keer een week met haar kinderen doorgebracht bij een indianenstam, maar daar is weinig van te merken in de uitwerking.
Natuurlijk, het is een fictieve roman, bedoeld voor vermaak en De wilden leest lekker weg. Maar het mag best een beetje body hebben. Nu kabbelt en brabbelt het verhaal een beetje voort en mist het diepgang. Van Pauw verwacht je juist meer. Want dat ze kan schrijven, heeft ze ruimschoots bewezen. Ze is een succesvolle thrillerauteur, die in 2009 de Gouden Strop won voor Daglicht, dat inmiddels is verfilmd.
Het grappige is dat De wilden een natuurlijke dynamiek heeft die overtuigt als het privéleven van Naní in Nederland aan bod komt, maar op het moment dat ze overschakelt naar het bosavontuur in de Panamese wereld met exotische indianen, verliest het verhaal vaart en geloofwaardigheid.
Marion Pauw, De wilden, Uitgeverij Ambo Anthos, 2013, Amsterdam, ISBN 9789041422132, 302 pag., €17,50