Mogelijk vrijheid voor gemartelden, ouderen, zieken of gevangenen die langdurig in voorarrest zitten
President Andrés Manuel López Obrador heeft wijzigingen in het Mexicaanse gevangenisbeleid aangekondigd, waarmee massale mensenrechtenschendingen teruggedrongen dienen te worden.
López had opdracht gegeven aan het ministerie van Binnenlandse Zaken om de zwakste groepen in de Mexicaanse gevangenissen beter te beschermen. Volgens zijn instructies moet er meer aandacht komen voor vrijlating van gevangenen die gemarteld zijn, ouder dan 75, chronisch ziek en ouder dan 65 of veroordeeld zijn tot gevangenisstraffen van meer dan tien jaar voor lichte vergrijpen.
De definitieve versie van het voorstel wordt in de eerste week van augustus gepresenteerd, maar de grote lijnen zijn al wel duidelijk. Eventueel kunnen zij die hiervoor in aanmerking komen, onder huisarrest geplaatst worden om hun straf buiten de gevangenis uit te zitten of hun veroordeling thuis af te wachten.
Mexicaanse gevangenissen zijn overvol, onder meer omdat bijna 95.000 gedetineerden, niet minder dan 43 procent, in preventieve hechtenis zitten en dus nog niet veroordeeld zijn. Ondanks dat ook in Mexico iemand onschuldig is tot het tegendeel bewezen is, wachten velen de gerechtelijke uitspraak achter tralies af, omdat ze een gevaar zouden zijn voor de samenleving.
Als gevangenen kunnen aantonen blootgesteld te zijn aan marteling, zullen ze ook vrijgesproken worden. “We willen hiermee duidelijk maken”, aldus president López, “dat we marteling niet toestaan”. Dit ondanks dat marteling endemisch is in het Mexicaanse juridische systeem.
Alejandro Encinas Rodríguez, als staatssecretaris verantwoordelijk voor het onder meer de naleving van de mensenrechten in Mexico, gaf drie schrijnende voorbeelden waarin met spoed actie ondernomen dient te worden. Zo is daar de zaak van Israel Vallarta, die al 16 jaar in voorarrest zit en waarin bewijs bestaat dat hij gemarteld is.
Brenda Quevedo Cruz zit al gevangen sinds 2009, is volgens berichten zeker twee keer gemarteld, maar haar proces zit vast in de bureaucratie. En tenslotte noemde Encinas het voorbeeld van María Isabel San Agustín. Zij is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 65 jaar voor ontvoering, ondanks dat haar bekentenis tot stand kwam na gemarteld te zijn. Volgens internationale juridische verdragen is een dergelijke bekentenis niet rechtsgeldig.
“Elke gevangene, maakt niet uit wie, die onderworpen is geweest aan marteling, moet onmiddellijk worden vrijgelaten. Tegen de daders dient vervolging ingesteld te worden”, onderstreepte Encinas.