Goed en toegankelijk overzichtswerk
Historicus Henk den Heijer heeft een mooi en toegankelijk overzichtswerk geschreven: Nederlands slavernijverleden. Historische inzichten en het debat nu. Daarin komen alle belangrijke onderwerpen aan de orde: voor- en tegenstanders in de 17e en 18e eeuw, de slavenhandel, de slavernij in de koloniën, verzet, afschaffing van slavenhandel en slavernij en de economische betekenis ervan. In het slothoofdstuk gaat Den Heijer in op de recente discussies waarbij volgens hem slavernij te veel verknoopt is geraakt met Kick Out Zwarte Piet, Black Lives Matters en identiteitspolitiek.
De eigenaar van een Surinaamse plantage vond in 1738 dat de tot slaaf gemaakten niet hard genoeg werkten. Hij gaf Cokje, een ‘negerofficier’ – een slaaf die namens de baas toezicht op het werk moest houden – opdracht een paar ‘luiaards’ zweepslagen te geven. Cokje weigerde en werd opgesloten. De slaven dwongen af dat Cokje werd vrijgelaten en daarna keerde de rust op de plantage terug. Dit is een van de vele voorbeelden waarmee historicus Henk den Heijer in zijn nieuwe boek afstand neemt van een oud beeld van slaven als passieve vrijwel willoze wezens. Daar klopte weinig van; het waren mensen die – binnen nauwe grenzen – probeerden greep op hun eigen leven te krijgen en te houden.
‘Ongemakkelijk boek’
Al twintig jaar geleden vatte Den Heijer het plan op voor een wetenschappelijk gefundeerd overzichtswerk over het Nederlandse Atlantische slavernijverleden. Hij had een proefschrift geschreven over Goud, ivoor en slaven. Scheepvaart en handel van de West-Indische Compagnie op Afrika, 1674-1740 en was daarna hoogleraar zeegeschiedenis in Leiden. Inmiddels gepensioneerd voltooide hij Nederlands slavernijverleden. Historische inzichten en het debat nu. In zijn inleiding met als titel ‘Gevoelige kwesties’ noemt Den Heijer het een “ongemakkelijk boek” door de felle discussies die de laatste jaren over slavernij zijn losgebarsten. Hij probeert slavernij in de context van de tijd te plaatsen en daarbij “te begrijpen hoe het proces van het als normaal accepteren van slavernij naar het afkeuren ervan is verlopen.” Dat begrijpen is nadrukkelijk “iets anders dan slavernij goedkeuren of bagatelliseren.”
Vervolgens behandelt Den Heijer in zes hoofdstukken een breed terrein: voor- en tegenstanders in de 17e en 18e eeuw, de slavenhandel, de slavernij in de koloniën, verzet, afschaffing van slavenhandel en slavernij en de economische betekenis ervan. Al tegen 1600 was er in Nederland kritiek op de slavernij, maar niet als uiting van een humanitair vrijheids- en gelijkheidsideaal. In veelvuldig herdrukte boeken werden de wreedheden van de Spanjaarden tegen de indianen in Amerika, die vaak tot slaaf werden gemaakt, veroordeeld. Daarbij zagen die ‘Nederlanders’, inwoners van een land in wording, zichzelf als een soort ‘indianen’ van Europa, die ook door de Spanjaarden werden onderdrukt. Sommige protestantse theologen keurden op Bijbelse gronden slavernij af.
Dominee weer koopman
Van beide soort bezwaren tegen slavernij bleef na 1630 weinig over. De Spanjaarden waren grotendeels verdreven en Nederlanders vestigden handelsposten in West-Afrika en een kolonie in Noordoost Brazilië. Den Heijer: “De Nederlandse kolonisten bleken zich niet anders tegenover de indiaanse bevolking te gedragen dan de Spanjaarden en Portugezen dat voor hen deden. Slavenhandel en slavernij werden na 1630 niet alleen aanvaard maar ook aangemoedigd om de Nederlandse plantagekoloniën rendabel te maken.” Er bleven nog enkele critici over, maar in de nieuwe omstandigheden verstomde de slavernijkritiek op de Spanjaarden en pasten de kerken zich aan om de slavernij goed te praten. De koopman won het van de dominee.
Beroemd is het verhaal van Jacobus Elisa Johannes Capitein. Geboren in West-Afrika was hij pas acht jaar oud toen hij geroofd werd en als slaaf aan Nederlanders werd verkocht. De Hollandse eigenaar liet hem formeel vrij en gaf hem als pleegzoon een goede opleiding, met als bekroning een theologiestudie aan de Leidse universiteit. Die sloot deze voormalige slaaf af met een Latijnse verhandeling, waarin hij betoogde dat de slavernij niet strijdig was met de christelijke vrijheid. Dit werk werd in het Nederlands vertaald en vele malen herdrukt. In 1642 ging Capitein als predikant terug naar West-Afrika om de bevolking te bekeren. Daar stierf hij in 1647.
Handelswaar
Den Heijer beschrijft hoe de slavenhandel van Afrika naar Amerika verliep en hoe angstaanjagend de zeereis en de verkoop als handelswaar in Amerika voor de tot slaaf gemaakten geweest moet zijn. Hij stelt ook dat ze voor toenmalige maatstaven aan boord vrij goede medische zorg kregen. Maar wie denkt dat Den Heijer hier kwaad mee wil verdoezelen, wordt meteen wakker geschud: “Hun medische handelingen waren niet gebaseerd op menslievendheid, maar op economisch gewin; elke ongezonde of dode slaaf betekende immers minder winst. Officieren en de chirurgijn kregen voor elke levend overgebrachte slaaf een premie.” Dus geen mensen, maar handelswaar. Nederlanders verscheepten totaal ongeveer 600.000 Afrikanen naar Amerika. Daarnaast kochten ze van Afrikaanse slavenhandelaren nog eens 100.000 mensen die ze als tussenhandelaren aan slavenschepen van andere landen leverden.
Na een kort mislukt Braziliaans koloniaal avontuur kwamen de meeste door Nederland vervoerde slaven terecht op plantages in Suriname en op Antilliaanse eilanden. Den Heijer stelt de vraag hoe de blanke slavenhouders met twee of drie mensen wel honderd slaven onder controle konden houden. Dat lukte meestal vooral door een verfijnd en effectief verdeel- en heerssysteem en door soms iets toe te geven, zoals in het voorbeeld aan het begin van deze recensie.
Opstanden
Er was ook harder verzet. Soms brak al op een slavenschip een opstand uit. Nogal wat slaven vluchtten; in Suriname worden ze marrons genoemd. Die bestookten af en toe plantages en vochten eind achttiende eeuw zelfs een lange oorlog – naar hun leider Boni-oorlogen genoemd – tegen het koloniale bestuur en de slavenhouders. Er waren ook grote opstanden, zoals die van 1763 die bijna een eind maakte aan de kleine Nederlandse plantagekolonie Berbice (in het huidige Guyana). Ook de grote, maar makkelijker neergeslagen opstand in Curaçao van 1795 komt aan bod, evenals de wel geslaagde opstand van 1791 in de Franse kolonie Saint Domingue, die leidde tot de onafhankelijke republiek Haïti.
Deze opstanden komen terug in het hoofdstuk over de afschaffing van slavenhandel en slavernij. Volgens sommige historici hebben vooral deze opstanden daaraan bijgedragen. Den Heijer deelt die mening niet, het was eerder omgekeerd. Die opstanden hadden de slavenhouders en hun regeringen zoveel schrik aangejaagd dat daardoor de afschaffing juist werd vertraagd. Afschaffing zou vooral bevorderd zijn door verlichte humanitaire bewegingen, waarbij Engeland vooropliep en Nederland achteraan sukkelde. Na het verbod op slavenhandel in Engeland in 1808 en in Nederland in 1814 werden de slaven vaak wat beter behandeld. Weer niet uit menslievendheid, maar omdat na de dood of het vluchten van slaven er geen nieuwe meer aangevoerd konden worden.
Tegenstellingen
Het slothoofdstuk ‘Slavernijverleden, racisme en identiteitspolitiek’ gaat over de recent sterk gegroeide belangstelling voor de slavernij en de scherpe discussies daarbij. Den Heijer is blij met belangstelling, maar niet met de tegenstellingen die hierbij worden opgeroepen in “een woordenstrijd van kleine groepen die ziende blind en horende doof zijn.” Er is veel meer onderzocht en er zijn meer monumenten, herdenkingen en tentoonstellingen gekomen. In de nieuwste Canon van Nederland uit 2020 is een van vijftig vensters geheel aan slavernij gewijd en besteden vier er zijdelings aandacht aan. Den Heijer betreurt het dat de discussie over slavernij verknoopt is geraakt met Kick Out Zwarte Piet, Black Lives Matters en identiteitspolitiek. Ook zou racisme direct voortvloeien uit de slavernij. Voor dat laatste valt volgens Den Heijer zeker iets te zeggen voor de Verenigde Staten waar de slavernij in dat land zelf plaats vond, maar niet voor Nederland waar dat niet het geval was. Den Heijer vreest dat mensen worden vastgepind op hun herinneringen die niet van hen zelf zijn en op slachtofferschap: “Daarmee creëer je geen verbinding en bestrijd je geen racisme.”
Eenzijdige bronnen
Met deze opvattingen behoort Den Heijer duidelijk bij de groep historici die vinden dat de slavernij niet in identiteitspolitieke richting gepolitiseerd moet worden met kwesties als officiële excuses en herstelbetalingen. Zijn toon in dit hoofdstuk is veel feller dan in de eerdere hoofdstukken waar hij rustig volgens hem onjuiste interpretaties bespreekt.
Natuurlijk valt er op dit boek wel wat aan te merken. In ‘Gevoelige kwesties’ schrijft Den Heijer zeer terecht over de beperkingen van de geschreven bronnen; die zijn vrijwel uitsluitend afkomstig van Europese slavenhandelaren en slavenhouders. Tot het eind van de achttiende eeuwen hebben slaven zelden hun eigen ervaringen en zienswijzen opgeschreven. Helaas doet Den Heijer weinig met deze belangrijke opmerking. Hij noemt wel een paar keer dat niet bekend is in hoeverre bepaalde maatregelen van koloniale besturen werden nagekomen, maar stelt zelden de eenzijdigheid van de bronnen aan de orde. Zo lijkt hij de geschreven scheepsjournalen van de slavenschepen bijna op hun woord te geloven. Daarin staat veel over dronken kapiteins en matrozen, maar weinig over seksueel misbruik van slavinnen. Maar daaruit kun je niet afleiden dat het zeldzaam was.
Overzichtelijk en genuanceerd
Den Heijer geeft een helder en vrij volledig beeld van het hele terrein. Alle belangrijke thema’s komen aan de orde. Het boek is goed en toegankelijk geschreven en vereist geen gespecialiseerde voorkennis. Bovendien heeft het een katern van 32 pagina’s met kleurenillustraties van allerlei aspecten van de slavernij. Het eindigt met een notenapparaat en een literatuurlijst en je kunt snel iets opzoeken in twee registers: van personen en geografische namen. Ook voor lezers die het met Den Heijers nabeschouwingen over racisme en identiteitspolitiek gedeeltelijk of helemaal oneens zijn, geeft het veel op degelijk onderzoek gebaseerde informatie en inzicht. Ik kan dit overzichtelijke en genuanceerde boek van harte aanbevelen.
Henk den Heijer, Nederlands slavernijverleden. Historische inzichten en het debat nu. Zutphen: Walburg Pers, 2021. 336 pag., met illustraties, literatuurlijst en registers. ISBN 9789462494930. 29,99 euro.
Deze bijdrage is onderdeel van de Slavernijspecial herfst 2021