Karina Sainz Borgo schrijft opnieuw een magistrale roman
Haar debuut Nacht in Caracas was een groot succes. Nu heeft Karina Sainz Borgo, geboren in Venezuela en sinds 2006 woonachtig in Spanje, opnieuw een geweldige roman geschreven. Het derde land schetst de Latijns-Amerikaanse samenleving in al haar facetten, gruwelijk en tegelijk veerkrachtig en warm, in prachtig proza.
Twee jaar geleden besprak ik op deze plek het debuut van de Venezolaanse schrijfster en journalist Karina Sainz Borgo. Ik kon niet anders dan enthousiast zijn: “Zo nu en dan overkomt het mij: dat je aan een boek begint en er zo volledig door gegrepen wordt, dat je verbaasd bent alweer op de laatste bladzijde te zijn beland.” Als een eerste roman zó goed ontvangen is als die van Sainz Borgo (vertaald in meer dan twintig talen en door recensenten bejubeld), legt dit vaak een grote druk op de auteur om met het schrijven van een tweede boek aan de hooggespannen verwachtingen van critici en lezers te kunnen voldoen. Maar Sainz is hier niet onder bezweken en haar onlangs in Nederlandse vertaling verschenen tweede roman is opnieuw een boek dat je in één ruk uitleest. Vergeten zal ik het niet snel.
Twee schoenendozen
Net als Nacht in Caracas begint Het derde land op een begraafplaats. Maar nu is het geen dochter die haar moeder begraaft, maar een moeder die afscheid neemt van haar te vroeg geboren tweeling. Als de jongetjes de couveuse mogen verlaten gaan Angustias (Spaans voor angsten) en haar man op pad, op de vlucht voor een geheimzinnige pandemie die de mensen geheugenverlies bezorgt. De jongetjes overleven de barre tocht niet. Angustias draagt hen mee in twee schoenendozen, omdat ze nog geen afscheid kan nemen, én omdat ze hen op een veilige plek wil begraven.
Veilig is de plek die ze vindt niet, maar wel liefdevol. Op een kaal, stoffig stuk land van de lokale maffiabaas en grootgrondbezitter Alcide Abundio (zijn achternaam verwijst naar rijkdom en overvloed) is de eigenzinnige en flamboyante Visitación Salazar op eigen initiatief begonnen met het begraven van mensen en kinderen voor wie er elders geen plek is. Ze metselt zelf de grafnissen en legt de doden met veel zorg af. Ook de kinderen van Angustias en Salviero worden met liefde behandeld. Maar: “Ons huwelijk begroeven we naast de kinderen”, zegt Angustias. Salviero, ziek van verdriet en het voortschrijdende geheugenverlies, gaat er vandoor. Angustias zoekt haar toevlucht in de schuur van de begraafplaats, die de naam Het Derde Land draagt, en helpt Visitación bij haar werk als onbezoldigd begrafenisonderneemster.
Vanaf dat moment ontwikkelt zich een caleidoscopisch verhaal waarin Sainz Borgo steeds een ander stukje van de Latijns-Amerikaanse samenleving en cultuur laat oplichten. Migranten en vluchtelingen, uitgebuite landarbeiders, drugshandelaren en rebellen, hoeren en straatkinderen; allemaal proberen ze op hun eigen manier te overleven aan de “grens te midden van een grensgebied”. De grens oversteken leidt bijna altijd tot de dood, door verdrinking in de rivier of door schoten van de grensbewakers. De meesten overlijden al eerder, op de weg naar de grens, van honger, dorst en uitputting. Of ze worden vermoord door de knechten van de machtigste man in de streek, Alcide Abundio. Samen met zijn door hem omgekochte maat Aurelio Ortíz, de corrupte burgemeester van het fictieve stadje Mezquite, oefent hij een schrikbewind uit waarvan velen slachtoffer worden, ook Visitación.
Alleen haar stem bood schaduw
Zo beschreven lijkt het een zwaar en droef boek, en ja, Sainz Borgo is geen schrijver van lichte en luchtige verhalen. De spoken uit haar vorige boek – geweld, een wereld zonder wetten, een revolutie zonder leider, zusterschap – zijn opnieuw alom aanwezig, constateert auteur en recensent Carlos Zanón in de Spaanse krant El País. Maar ondanks alle ellende is het als met Nacht in Caracas: je kunt niet stoppen met lezen. Dat komt door de mooie zinnen, waarmee Sainz Borgo het
verhaal vertelt, en door de impliciete wijze waarop zij de lezers meeneemt in de gebeurtenissen. Zo zingt Angustias een slaapliedje als zij haar kinderen probeert te begraven: “Haar stem was de enige boom die schaduw bood”. De grommende honden, op haar afgestuurd door de knecht van Abundio om haar te beletten de kinderen te begraven, ruiken haar pijn en veranderen in makke geitjes.
In het boek maak je kennis met zeer uiteenlopende personages, een weerspiegeling van de rijk geschakeerde Latijns-Amerikaanse samenleving. Het zijn personages die je bijblijven. Zoals het jonge meisje Consuelo, dat Angustias op het spoor van Visitación zet, of de rondtrekkende zanger Jairo, die actuele gebeurtenissen vertaalt in liedjes. De verhalen van Visitación en de nachtmerries van Angustias vinden hun plek binnen het grotere raamwerk van de roman en creëren een bijzondere sfeer die mij doet denken aan Honderd jaar eenzaamheid en het magisch-realisme van Gabriel García Márquez.
‘Een schrijver met een bibliotheek!’
Schrijver Carlos Zanón is onder de indruk van de belezenheid van Sainz. De kop boven zijn recensie van Het derde land luidt: “Pas op, een schrijver met een bibliotheek!” Sainz heeft zich de wereldliteratuur eigen gemaakt. De invloed van Amerikaanse schrijvers als William Faulkner en Cormac McCarthy is duidelijk zichtbaar in haar werk, zegt hij. Een andere auteur van wereldformaat is de Mexicaanse auteur Juan Rulfo. Een citaat uit zijn novelle Pedro Páramo (1955) is een van de motto’s van het boek waarmee de toon wordt gezet: “‘Heb je ooit het gekreun gehoord van een mens in doodsstrijd?’ vroeg ze mij. ‘Nee, doña Eduviges.’ ‘Wees dan maar blij.’” Hoofdpersoon en verteller Juan Preciado is op zoek naar zijn vader
Pedro Páramo en vindt hem in een dorp dat nog uit louter schimmen en geesten bestaat. Pedro Páramo behoort tot de canon van de Spaanstalige literatuur en inspireerde onder andere García Márquez bij het schrijven van Honderd jaar eenzaamheid. En dan nog dit: in de roman van García Márquez is een hoofdrol weggelegd voor kolonel Aureliano, en in de novelle van Juan Rulfo draagt een belangrijk karakter de naam Abundio. Aurelio en Abundio, de twee grootste schurken uit Het derde land.
Maar Zanón rekent Het derde land niet tot het magisch-realisme doch eerder tot de Latijns-Amerikaanse gothic novels, een stroming die de laatste jaren in opkomst is. En ja, het boek zit vol mysterie en griezelige momenten. Wie legt er bijvoorbeeld telkens houten diertjes op het graf van de jongetjes? Zelf denk ik tenslotte dat de stijl van Sainz niet onder één kop te vangen is. Zij is uniek en schept iets geheel nieuws uit de rijke Latijns-Amerikaanse literaire geschiedenis, gecombineerd met elementen uit de huidige tijd. Een zwaar en droef verhaal, waarin Angustias opmerkt dat verdriet dat binnenblijft gaat schuren. “Als een vogel die telkens tegen de muur aan vliegt op zoek naar een raam om te ontsnappen.” Uiteindelijk weet zijzelf als enige te ontsnappen en gloort er toch iets van hoop als zij zich over de baby van de gestorven Consuelo ontfermt.
Karina Sainz Borgo, Het derde land, Uitgeverij Meulenhoff, Amsterdam, 2022, ISBN 978902907457, 288 pag., € 20,99 (ook verschenen als E-book), vertaling: Joep Harmsen