Gestrand in Hoek van Holland…
Ruim vijfentwintig jaar geleden strandde een Jamaicaan op het station van Hoek van Holland. Het was middernacht en de veerboot naar Harwich was al vertrokken. Zijn naam was Don Taylor. Wie was hij?
Mijn ouders waren aardige mensen die altijd voor iedereen klaar stonden. Maar toen ze ouder werden, vonden mijn broer, zussen en ik hen ook wel eens naïef. Nou ja, naïef is eigenlijk niet het goede woord: we vonden dat ze soms ronduit gevaarlijk bezig waren.
Zoals die keer dat ze met de laatste trein huiswaarts keerden en op het perron van Hoek van Holland een gestrande jongeman ontmoetten. Hij had de nachtboot naar Engeland gemist en zocht een plek om te overnachten. “Zo’n aardige jongen. We hebben hem maar mee naar huis genomen en de volgende ochtend naar de boot gebracht.” Levensgevaarlijk, vonden wij, die grote stadsbewoners geworden waren. Hij kon ’s nachts wel het huis hebben leeggeroofd, na eerst onze ouders overhoop gestoken te hebben.
Een paar maanden later waren mijn ouders nog behulpzamer. Weer kwamen ze na een concert in Rotterdam met de laatste trein thuis en opnieuw liep er een reiziger op het perron. De boot naar Harwich was al vertrokken. Deze man was wat ouder. Hij vertelde dat hij uit Jamaica kwam en vanuit Duitsland onderweg was naar zijn broer in Londen. Hij had niet alleen de boot gemist, maar feitelijk ook geen kaartje voor die boot. En geen geld om een kaartje te kopen, vertelde hij nadat mijn ouders hem mee naar huis genomen hadden. Konden mijn ouders hem misschien het geld lenen? Hij zou volgende week weer met de boot terugkomen en hen dan terugbetalen, want zijn broer zou hem het geld geven.
Opgelicht!
Mijn aardige, naïeve ouders overlegden even en besloten de man te helpen. De volgende ochtend bracht mijn vader de man naar de boot en kocht een ticket voor hem. Don Taylor heette hij. Hij schreef zijn naam, adres en telefoonnummer op een papiertje. En exact een week later zou hij met de boot weer in Hoek van Holland terug zijn!
Op de afgesproken dag stond mijn vader voor dag en dauw in de aankomsthal, maar wie er van boord kwam: geen Don Taylor. “Jullie zijn opgelicht”, zeiden wij. Maar mijn vader was niet voor één gat te vangen. Hij had immers een adres en telefoonnummer in Jamaica. (Dit speelde zich af in de vorige eeuw, toen internet nog in de kinderschoenen stond en bijna niemand e-mail had.) Hij belde met Jamaica en kreeg een vrouw aan de lijn. Ja, zij kende Don, hij was haar echtgenoot en was inderdaad in Europa, waarschijnlijk nog in Londen, helemaal precies wist ze het ook niet. Mijn vader werd er niet veel wijzer van. “Maar”, zei hij, “het feit dat Don niet zomaar een verzonnen nummer heeft opgeschreven bewijst dat hij geen boef is”.
Mijn vader is nog twee ochtenden vroeg opgestaan om de boot op te wachten, zonder resultaat. Toen gaf hij het op. Het adres van Don gaf hij enige tijd later aan mij, toen er sprake van was dat ik voor mijn werk de Nederlandse ambassade in Jamaica zou bezoeken. Dan kon ik toch zeker even bij Don en zijn familie langsgaan? En misschien zelfs het geld terugkrijgen! Maar op het laatste moment ging mijn reis niet door en langzaam raakte Don Taylor in de vergetelheid.
Inmiddels ben ik bijna zo oud als mijn ouders waren toen ze Don mee naar huis namen. Aan het briefje, dat nog altijd in mijn adresboekje zit, had ik al jaren niet meer gedacht. Totdat we als redactie van La Chispa besloten een special over Jamaica te maken. Don Taylor: zou hij nog leven? Voor de grap tik ik zijn naam in op Google.
Marley and Me
Don Taylor blijkt een veel voorkomende naam te zijn in Jamaica, maar de Don van mijn vader lijkt er niet bij te zitten. Zo is er een bisschop van de Anglicaanse kerk, in 2014 op 77-jarige leeftijd gestorven: niet alleen te oud, maar ik kan me deze man ook niet zonder geld op een station in Nederland voorstellen. En er is het verdrietige verhaal van de 11-jarige Don die treurt om de dood van zijn moeder en vader (ook Donald geheten), beiden in 2003 in Kingston vermoord. Bij de vader aarzel ik even: 51 jaar zou qua leeftijd kunnen. Maar zijn vrouw heet Marlene en de vrouw van “mijn” Don heet Iona.
Internet staat vol verdrietige verhalen, zoals over de in Canada woonachtige Don Taylor die in 2013 op het vliegveld van Montego Bay (de woonplaats van mijn Don!) werd gearresteerd met drie flesjes vol cocaïne in zijn bagage. Hij smokkelde om de verzorging van zijn gehandicapte zoon te kunnen betalen en werd veroordeeld tot negen maanden gevangenschap en een boete van 750.000 Jamaicaanse dollars (ongeveer 5000 euro). Zijn zoon werd noodgedwongen in een inrichting geplaatst.
Maar dan ontdek ik nóg een Don Taylor en zeker niet de minste: de voormalig manager van Bob Marley, de Jamaicaanse reggae-artiest die medeverantwoordelijk was voor de doorbraak van reggae buiten Jamaica. Marley overleed in 1981, slechts 36 jaar oud. Maar wereldwijd werd hij een voorbeeld van emancipatie en trots op je afkomst in de jaren van de dekolonisatie, zoals we in 2020 in onze muziekspecial schreven. Don Taylor was Marley’s manager vanaf 1975 tot kort voor diens overlijden in 1981 en schreef daarover het boek Marley and Me: The Real Bob Marley Story. Taylor wordt beschreven als een flamboyante figuur die Marley’s weg naar de top heeft helpen uitstippelen. En hij was een van de vier mensen (twee van de anderen waren Marley zelf en zijn vrouw Rita) die gewond raakten toen in december 1976 gewapende mannen het huis van de artiest binnendrongen. Taylor werd in zijn buik getroffen en moest met spoed naar een ziekenhuis in Miami gevlogen worden. Hij werd ontslagen in 1980 nadat Bob Marley ontdekte dat Don geld van een tournee in eigen zak gestoken had.
Het boek verscheen in 1994 en geeft een inkijkje in het leven van Marley, de rokkenjager die zijn eigen vrouw onverschillig behandelde, en in de vuile juridische strijd om Marley’s muzikale erfgoed die losbarstte na zijn dood. Maar er zijn ook critici die het waarheidsgehalte van het boek in twijfel trekken, gezien Taylor’s drugsverslaving en geschiedenis van oneerlijkheid. Taylor overleed in 1999 op 57-jarige leeftijd na een hartoperatie.
Is dit dan “mijn” Don Taylor? Het zou natuurlijk een geweldig verhaal zijn om tijdens familiefeestjes nog eens op te halen: “Jongens, kennen jullie het verhaal al, van Opa en de Jamaicaan?” Maar ik ben bang dat het uitgesloten is. Marley’s Don had een schimmige achtergrond, maar lijkt in ieder geval geen broer gehad te hebben, laat staan een in Londen. Heb ik dan tenslotte het telefoonnummer gebeld dat op het briefje van mijn vader staat? Nee, de Jamaicaanse kengetallen blijken na al die jaren veranderd te zijn. En ook heb ik het geld er niet voor over om iemand aan de lijn te krijgen die vast geen idee heeft wie Don Taylor is. En eigenlijk is het toch veel mooier om te blijven dromen over een Jamaicaan die ooit in Hoek van Holland strandde: hij zou iedereen kunnen zijn…
Deze bijdrage is onderdeel van de Jamaica Special, november 2022