Een rechtbank in Honduras heeft een voormalig energiedirecteur schuldig bevonden aan het aanzetten tot de moord op een spraakmakende milieuactivist in 2016. Berta Cáceres leidde protesten tegen het project van de waterkrachtcentrale van Agua Zarca voordat ze in haar huis werd doodgeschoten.
De rechtbank oordeelde dat Roberto David Castillo, wiens bedrijf het contract had gekregen, de moord had gepland en de schutters had ingehuurd. Castillo heeft elke aantijging ontkend. In augustus wordt hij veroordeeld. Zeven mannen waren al veroordeeld voor hun rol bij de moord op Cáceres en werden veroordeeld tot lange gevangenisstraffen.
Cáceres had jarenlang te maken gehad met bedreigingen vanwege haar verzet tegen het damproject dat werd geleid door Desa, het bedrijf van Castillo. De dam zou grote stukken land hebben overstroomd en de toevoer van water, voedsel en medicijnen voor honderden leden van de inheemse Lenca-bevolking hebben afgesloten.
Naast het indienen van officiële klachten, organiseerde Cáceres een wegblokkade waardoor bouwvakkers de locatie niet konden bereiken. Het Chinese staatsbedrijf Sinohydro, dat mede het project ontwikkelde, trok zich uiteindelijk terug vanwege het verzet van de gemeenschap.
In 2015 ontving Cáceres de prestigieuze Goldman Prijs voor haar rol bij het stoppen van de bouw van de dam. De inheemse rechtenorganisatie, waarvan Cáceres de mede-oprichtster was, noemde het vonnis een “overwinning” voor de bevolking van Honduras.
Volgens belangenorganisatie Global Witness is Honduras een van ’s werelds gevaarlijkste landen voor milieuactivisten. In een blogpost eerder dit jaar zei de groep dat er sinds de dood van Cáceres “ten minste 40 land- en milieuverdedigers” in het land zijn vermoord.