Duizenden Haïtiaanse vrouwen en kinderen gevlucht voor geweld
De buitenwijken van de hoofdstad Port-au-Prince worden al lange tijd geteisterd door bendegeweld. In het najaar staan omstreden verkiezingen gepland die het geweld doen toenemen. Deze week publiceerde UNICEF een rapport dat meldt dat ruim achtduizend vrouwen en kinderen in Port-au-Prince hun huizen hebben verlaten uit angst voor het geweld. Zij verblijven nu in sporthallen en andere tijdelijke opvangcentra. Water, voedsel en dekens raken op.
Volgens de Verenigde Naties hebben de afgelopen maanden ruim 14.000 Haïtianen hun huizen moeten verlaten als gevolg van het geweld. Ze hebben hun toevlucht gezocht in sporthallen en gymzalen, waar ze geholpen worden door landgenoten en hulporganisaties. Een van hen is Bernius, of “Passe-Partout” zoals hij door buurtgenoten genoemd wordt. De naam dankt hij aan het feit dat hij samen met zijn snoephandeltje altijd overal op straat te vinden is. Hij vertelt in de Haïtiaanse krant Le Nouvelliste dat verschillende organisaties hulp hebben geboden in de vorm van kleding en eten. “Maar wat we echt willen is terug naar huis en ons leven weer oppakken zoals vóór 1 juni, in ons eigen huis.”
De mensen in de sporthal in Carrefour, een buitenwijk van Port-au-Prince, zijn zichtbaar getraumatiseerd door de gebeurtenissen van de afgelopen weken. Een van hen vertelt verbijsterd: “Degenen die mijn huis in brand staken zijn Haïtianen, net als ik.” Een jonge vrouw wil alleen buiten de sporthal met de journalist spreken en vertelt hem hoe ze is verkracht door mannen die in de nacht van 2 juni haar huis binnen vielen. “Ik wist niet dat de gewapende bendes in oorlog waren. Mijn familie en ik hadden geen tijd om te vluchten. Ze hebben me geslagen en op de grond gegooid en daarna namen ze bezit van mijn lichaam.” Ze vertelt haar verhaal met gebogen hoofd en durft de journalist niet aan te kijken.
In The Guardian zegt Pierre Espérance, directeur van de Haïtiaanse mensenrechtenorganisatie RNDDH, dat gewapende bendes op dit moment 60 procent van het land onder controle hebben en dat sinds 2018 twaalf massamoorden in de armere wijken rond Port-au-Prince zijn gerapporteerd. Hij is vooral bezorgd over de mate waarin het geweld de afgelopen weken is toegenomen. “Het is het ergste dat we tot nu toe gezien hebben,” zegt hij. “Bendes hebben zoveel macht, en ze worden getolereerd… Iedere dag die voorbij gaat met Jovenel (president Jovenel Moïse, EH) aan de macht zal de situatie verslechteren.”
De Haïtiaanse regering grijpt niet in, en doet niets om het geweld te stoppen. Vorige week zei Léon Charles, hoofd van de nationale Haïtiaanse politie, dat de bendes strijd voeren om territoriums. Hij riep de bevolking op om tegen hen in verzet te komen. “Het moment is gekomen dat we allemaal samen moeten werken.” De bendes richten zich ook op de politie; de afgelopen weken zijn verschillende agenten om het leven gekomen bij overvallen op politiebureaus.