Nog veel onduidelijk
In de vroege uren van woensdag 7 juli vielen gewapende mannen het woonhuis van de Haïtiaanse president binnen. President Jovenel Moïse overleefde de aanslag niet. Zijn vrouw Martine Joseph is met onbekende verwondingen overgebracht naar een ziekenhuis.
Over de exacte toedracht is nog weinig bekend. Diverse media melden dat zich onder de schutters ook Spaans- en Engelssprekende mensen bevonden. Volgens een bericht op internet verklaarden ooggetuigen dat de schutters zeiden: “Stop je wapens weg, dit is de DEA (Drug Enforcement Agency, onderdeel van de Amerikaanse overheid, die de Haïtiaanse regering ondersteunt in de strijd tegen de drugshandel).” Maar andere ooggetuigen hebben gezegd dat de schutters Engels en Spaans spraken en geen DEA agenten waren, maar “huursoldaten”.
De regering is nu in handen van interim-premier Claude Joseph. Samen met de hoogste leiding van de Haïtiaanse politie roept hij op tot kalmte. De straten in de hoofdstad Port-au-Prince en voorsteden zijn verlaten.
President Jovenel Moïse is 53 jaar geworden. Hij werd begin 2017 tot president benoemd. Al enkele jaren kon hij in Haïti op veel tegenstand rekenen. Zo zou hij, voordat hij president werd, ten onrechte geprofiteerd hebben van de PetroCaribe fondsen, bestemd voor de wederopbouw van Haïti. Begin 2020 ontbond hij het parlement en regeerde sindsdien per decreet, iets dat hem ook op veel kritiek kwam te staan. De onveiligheid in het land nam de laatste jaren sterk toe. Bendeoorlogen (waarbij ook veel burgerslachtoffers vielen) en ontvoeringen namen toe zonder dat de regering stappen ondernam. Integendeel, het leek er soms op dat de politie zelf betrokken was bij bendegeweld.
Maar internationaal kon Jovenel Moïse nog altijd op steun rekenen, ook bij zijn bekritiseerde plannen om de grondwet via een referendum aan te passen, en om algemene verkiezingen te organiseren Maar eerlijke en vrije verkiezingen zijn zinloos wanneer niet aan de basisvoorwaarden van een veilige omgeving is voldaan.